In het door Israël met sloop en deportatie bedreigde Masafir Yatta gaan op korte termijn een door Europa gefinancierde school en kliniek tegen de vlakte. The Rights Forum roept de Nederlandse regering en Tweede Kamer op maatregelen te nemen om de sloop te voorkomen.
Deze week ontvingen we een noodkreet van de dorpsraad van Masafir Yatta, het cluster Palestijnse dorpen op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever waarvan het Israëlische Hooggerechtshof op 4 mei 2022 bepaalde dat zij mogen worden afgebroken. Acht dorpen staan op de nominatie te worden gesloopt, hun duizend inwoners dreigen te worden gedeporteerd.
Eind augustus werd de dorpsraad door de Israëlische bezettingsautoriteiten geïnformeerd dat de middelbare school en de daarmee verbonden gezondheidskliniek in het dorp Al-Fakhit definitief zullen worden gesloopt. Juridische bezwaren daartegen zijn door de Israëlische rechter afgewezen. De sloopploegen worden op korte termijn verwacht.
De school is de enige middelbare school in Masafir Yatta en derhalve van elementair belang, met name voor vrouwelijke leerlingen, zo leggen het schoolhoofd en een leerlinge in een video uit. Het gebouw werd gefinancierd door de Europese Unie (EU). Gaandeweg werden met Franse steun klaslokalen toegevoegd en werd het schoolplein gerenoveerd met fondsen uit Italië. De met sloop bedreigde kliniek werd gefinancierd door de European Civil Protection and Humanitarian Aid Operation.
Het afbreken van Palestijnse scholen is een van de vele manieren waarop de Israëlische bezetter de Palestijnse bevolking van de Westelijke Jordaanoever het leven onmogelijk tracht te maken om haar zo tot vertrek te dwingen. Enkele weken geleden werd de school in Kafr Malik afgebroken. Aansluitend bezochten EU-vertegenwoordigers het vlakbij Ramallah gelegen dorp, waarbij zij van Israël terugbetaling van de Europese subsidie voor de school eisten – zoals gebruikelijk vergeefs.
In totaal worden circa zestig scholen met sloop bedreigd, ongeacht of zij in het door Israël bestuurde C-gebied of het door de Palestijnse Autoriteit bestuurde B-gebied liggen. In het C-gebied gaat het om 32 scholen. Daarvan liggen er zestien rond de Palestijnse stad Al-Khalil (Hebron), zes in de Jordaanvallei, vijf rond Jeruzalem, twee bij Bethlehem en één bij zowel Ramallah, Jenin als Nablus.
De scholen liggen merendeels in gebieden met een bevolking van bedoeïenen, die als herders in kleine gemeenschappen leven. Zij staan niet alleen bloot aan de onderdrukking door de bezettingsautoriteiten, maar ook aan voortdurende aanvallen door Israëlische kolonisten die gaandeweg hun land overnemen. Half augustus werden twee scholen door kolonisten aangevallen. In de afgelopen vier maanden zag de complete bevolking van zeker vijf bedoeïenengemeenschappen zich vanwege de voortdurende aanvallen van kolonisten gedwongen haar woonplaatsen definitief te verlaten.
Leerlingen op weg naar school hebben niet alleen te lijden van kolonistengeweld, maar worden ook geregeld aangehouden door Israëlische militairen en gedwongen in de bloedhitte te wachten tot zij hun weg kunnen vervolgen. Ook hun leraren liggen onder vuur. Afgelopen najaar werd bekend dat in Masafir Yatta leraren op weg naar school door het Israëlische leger werden aangehouden en hun auto’s werden geconfisqueerd. In september 2022 publiceerde de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem een overzicht van incidenten in het gebied, waaruit bleek dat in vier maanden tijd zes auto’s van leraren in beslag waren genomen.
Overigens hebben niet alleen leraren met deze praktijk te maken. In de tweede helft van augustus werden in Masafir Yatta elf auto’s van andere inwoners in beslag genomen. Er is amper nog gemotoriseerd vervoer in de regio, aldus de dorpsraad. Een klein kind dat urgent medische zorg nodig had moest onlangs per ezel naar een kliniek buiten het gebied worden vervoerd.
In een toelichting op de voorgenomen sloop van tientallen Palestijnse scholen stelde een anonieme Israëlische ‘veiligheidsfunctionaris’ tegenover de Israëlische internetkrant Ynet dat de gebouwen ‘onveilig’ zouden zijn en een risico zouden vormen voor de leerlingen. Volgens hem zouden er bovendien slechts tien leerlingen per school zijn en werd de bouw met buitenlandse financiering gerealiseerd ‘vlakbij bestaande scholen’. De bouw van de scholen zou, kortom, een ‘provocatie’ zijn waartegen door Israël wordt opgetreden.
Een werkelijke provocatie speelde zich recent af in Oost-Jeruzalem, waar de Israëlische bezetter de boeken in beslag nam van Palestijnse leerlingen op weg naar school. De schoolboeken bevatten Palestijnse lesstof en hebben een Palestijnse vlag op het omslag. Dat mag niet. Enkele dagen eerder werd de chauffeur gearresteerd van een auto waarmee Palestijnse schoolboeken in de stad werden gedistribueerd.
En zo begint het schooljaar voor Palestijnse leerlingen opnieuw met onveiligheid, geweld en verboden. Nog steeds kan Israël ongehinderd zijn gang gaan met het kapotmaken van een complete generatie Palestijnse kinderen; het verhinderen van onderwijs is daarvan een pregnant voorbeeld.
Hoe heeft dit zover kunnen komen? Doordat Israëls westerse bondgenoten het laten gebeuren, zelfs al kost dat de Europese belastingbetaler tientallen miljoenen euro’s. The Rights Forum roept de Tweede Kamer en de Nederlandse regering voortdurend op concrete maatregelen te treffen tegen het onrecht. Dat doen we nu naar aanleiding van de voorgenomen sloop van de school in Al-Fakhit opnieuw. We roepen onze achterban op ons voorbeeld te volgen.