Het Israëlische leger maakte bekend zondagavond drie Palestijnen te hebben doodgeschoten bij twee ‘incidenten’ langs de grens tussen de Gazastrook en Israël.
Twee Palestijnen werden volgens legerwoordvoerders doodgeschoten nadat zij molotovcocktails naar Israëlische militairen gooiden. Een derde Palestijn werd gedood toen hij probeerde het grenshek te vernielen. Daarbij liep een vierde Palestijn schotwonden op; hij werd vervolgens door militairen opgepakt.
Bij twee andere ‘incidenten’ pakte het leger in totaal drie Palestijnen op die zouden hebben geprobeerd het grenshek te beschadigen. Geen van de berichten is tot dusver uit onafhankelijke bron bevestigd.
Het aantal Palestijnen dat is gedood sinds de demonstraties in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’ op 30 maart begonnen is opgelopen tot minstens 49. De meesten van hen zijn ‘per ongeluk’ gedood, stelt een hoge Israëlische officier tegenover de krant Haaretz (€). Volgens de man mogen de Israëlische scherpschutters Palestijnen die het grenshek naderen alleen in de benen schieten, en is gericht schieten op het bovenlichaam alleen toegestaan als Palestijnen op het punt staan een wapen te gebruiken en daarmee Israëlische levens bedreigen. Het grote aantal Palestijnen dat in het bovenlichaam is geraakt is volgens de officier het gevolg van ‘demonstranten die op het laatste moment bukten, scherpschutters die hun doel misten en afketsende kogels’.
Tal van videofilmpjes en ooggetuigenverslagen hebben echter onomstotelijk aangetoond dat demonstranten die zich op grote afstand van het grenshek bevonden en daar zelfs van wegliepen gericht werden neergeschoten. In een petitie waarmee de mensenrechtenorganisaties Adalah en Al-Mezan het Israëlische Hooggerechtshof op 23 april opriepen het leger te verbieden met scherpe munitie op demonstranten te schieten, presenteerden zij screenshots uit meer dan tien video’s waarop te zien is dat betogers, onder wie vrouwen en kinderen, van grote afstand werden doodgeschoten.