In ruim 50 landen gaan vandaag media op zwart. Zij eisen dat Israël stopt met het vermoorden van Palestijnse journalisten, en dat internationale media vrije toegang tot Gaza krijgen.
Aanleiding voor de internationale actie zijn de zeker 220 Palestijnse journalisten die sinds 7 oktober 2023 door Israël in Gaza zijn gedood. De actie is georganiseerd door Reporters Without Borders (RSF) en campagneplatform Avaaz. Wereldwijd doen ruim 200 media mee, in Nederland onder meer NRC en World Press Photo.
Naast RSF houdt ook het Committee to Protect Journalists (CPJ) een database bij van gedode journalisten. Volgens CPJ is de dood van 189 Palestijnse journalisten in Gaza bevestigd en worden talloze zaken nog onderzocht. Van 26 journalisten heeft CPJ vastgesteld dat Israël hen bewust als doelwit koos; zij werden vermoord. Ruim 20 gevallen worden nog onderzocht.
‘Wie journalisten doodt, kan de waarheid niet aan’, schrijft NRC boven zijn redactioneel Commentaar. Dat is nog zwak uitgedrukt. Israël voert een lange strijd tegen de media die verslag doen in de Palestijnse gebieden. Kantoren zijn gesloten en media verboden – met de verbanning van Al-Jazeera vorig jaar als markant voorbeeld. Negentig Palestijnse journalisten zitten in Israëlische gevangenissen, aldus CPJ.
In Israël zelf staan media al jaren bloot aan militaire censuur; in 2024 werden 7.890 artikelen geheel of gedeeltelijk gecensureerd, een gemiddelde van ruim 21 per dag. De Israëlische bevolking staat daarnaast structureel bloot aan desinformatie, ook over de genocide in Gaza. De gevolgen voor de Palestijnen worden amper getoond.
CPJ noemt de Israëlische genocide in Gaza de dodelijkste periode voor journalisten sinds het in 1992 zijn database opzette. Maar het vermoorden van journalisten was ook voor 7 oktober 2023 een vast element in Israëls regime van onderdrukking. De moord op de Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh schokte de wereld. De ‘Stem van Palestina’ zoals de sterverslaggeefster van Al-Jazeera te boek stond, werd in mei 2022 op reportage in Jenin het zwijgen opgelegd.
Ook in Gaza leidde de moord op journalisten al eerder tot internationale beroering. Onder de noemer ‘Grote Mars van Terugkeer’ vonden daar sinds 30 maart 2018 wekelijks grote demonstraties plaats. Israëlische scherpschutters richtten bloedbaden aan onder de deelnemers, maar ruimden ook de aanwezige journalisten uit de weg, onder wie Yasser Murtaja en Ahmad Abu Hussein.
Feit is dat voor veel media de grens al geruime tijd is bereikt. Op 11 juni riep een coalitie van vertegenwoordigers van 49 Nederlandse media toenmalig demissionair minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp op tot concrete actie. Folkert Jensma – journalist en voorzitter van de beroepsvereniging van journalisten NVJ – verwoordde de stand van zaken kernachtig in zijn column in NRC: ‘Gaza stelt alles op de proef, ook de journalistiek.’ Zwijgen kan niet langer.
Dat de media hun pijlen op de regering richten is terecht. Die laat na om de Israëlische genocide met sancties een halt toe te roepen, maar ziet ook de bezetting en kolonisering van Palestina al vele decennia door de vingers. Daarin speelden ook de media een rol. Veel te lang hebben die de Nederlandse medeplichtigheid aan het onrecht dat de Palestijnen werd aangedaan, onbenoemd gelaten.
De impact daarvan was dermate groot, dat een kritische terugblik – ‘Waarom hebben we ons zo gedragen?’ – onvermijdelijk is. In 2021 trokken ruim 3.250 journalisten in de VS, Canada en Australië een rode lijn. Onder de noemer ‘Onze berichtgeving over Palestina deugt niet’ beschreven zij processen binnen hun mediaorganisaties die voorkwamen dat de waarheid kon worden verteld of opgeschreven. Dat zelfonderzoek laat in Nederland nog op zich wachten.
Daarbij moet ook de Israëlische beïnvloeding en intimidatie aan de orde komen. Het feit dat media van naam en faam door de jaren heen hebben afgezien van publicaties, is een goed bewaard geheim waarover veel journalisten kunnen meepraten. Het is tijd dat ze dat hardop gaan doen.
Dit te meer daar sommige media, waaronder de NOS, het lek nog steeds niet boven hebben. Of de omroep vandaag zijn uitzendingen onderbreekt of zijn website op zwart zet, valt nog te bezien. Zelfs een solidariteitsverklaring zou wel eens teveel gevraagd kunnen zijn. Een avondvullend debat waarin Nederlandse media zichzelf en elkaar bevragen over hun berichtgeving moet dan ook aan anderen worden overgelaten.