Als een van de weinigen onthield Nederland zich in de VN van steun aan UNRWA. Ook zet het, als eerste Europese land, de financiering van de VN-organisatie stop. Zo wordt Israël op zijn wenken bediend.
Woensdagavond werd in de Algemene Vergadering van de VN gestemd over steun aan het mandaat van de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen UNRWA. De resolutie werd met overweldigende meerderheid aangenomen: 159 landen stemden voor, negen tegen en elf onthielden zich van stemming. Nederland behoorde tot die elf.
De stemming was van groot belang gezien de agressieve Israëlische campagne om de VN-organisatie te ontmantelen. Lukt dat, dan verliezen miljoenen Palestijnen in de door Israël bezette gebieden de basis – onderwijs, medische zorg, voedsel – onder hun bestaan. De gevolgen voor Gaza, waar UNRWA verreweg de belangrijkste organisatie is om de slachtoffers van de Israëlische genocide bij te staan, zijn rampzalig. Bovendien wordt UNRWA onder nieuwe Israëlische wetgeving binnenkort feitelijk uit de Palestijnse gebieden verbannen. Dat is het tweede acute gevaar dat de organisatie bedreigt.
UNRWA werkt sinds 1949 met een mandaat van de Algemene Vergadering van de VN. Doel van de resolutie was dan ook om dat mandaat te bekrachtigen. Verreweg de meeste landen begrepen die boodschap. Zelfs uitgesproken pro-Israëlstaten als Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk steunden de resolutie. In een stemverklaring veroordeelden de Britten de Israëlische campagne als ‘onacceptabel’, stelden zich zonder voorbehoud achter UNRWA op, en zegden de VN-organisatie 16,5 miljoen dollar extra toe.
Tegen: Argentinië, Israël, Micronesië, Nauru, Palau, Papoea Nieuw-Guinea, Paraguay, Tonga en de VS.
Onthouding: Bulgarije, Fiji, Georgië, Hongarije, Kameroen, Moldavië, Nederland, Oostenrijk, Togo, Tsjechië en Zuid-Soedan.
Ter vergelijking de 36 Europese staten die voor de resolutie stemden: Albanië, Andorra, België, Bosnië-Herzegovina, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Monaco, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, San Marino, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Verenigd Koninkrijk, IJsland, Zweden en Zwitserland.
In een stemverklaring probeerde de Nederlandse vertegenwoordiging bij de VN haar afwijkende stemgedrag te verklaren. Daarin wordt gesuggereerd dat de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 de aanleiding was van het in Gaza woedende ‘conflict’, zoals de Israëlische genocide wordt geframed. Dat de aanval van Hamas het antwoord was op 76 jaar onderdrukking, 57 bezetting en kolonisering, en de 17 jaar durende verstikkende blokkade van de Gazastrook ontbreekt volledig.
In de verklaring wordt ook ingegaan op de circa honderd Israëlische burgers en militairen die sinds ‘7 oktober’ door Hamas en andere groepen worden gegijzeld. Nederland staat stil bij hun lot en het verdriet van hun families die al ‘meer dan vierhonderd dagen in angst leven’. Niet genoemd worden de 9.440 Palestijnse gevangenen in Israëlische detentie (per 2 september 2024), van wie velen tijdens nachtelijke razzia’s in bezet gebied uit hun huizen zijn gehaald en illegaal zijn overgebracht naar het land van hun bezetter. Ongenoemd blijven ook de Israëlische martelkampen waar veelal volstrekt onschuldige Palestijnen worden mishandeld, verminkt en gedood. Hoe lang leven hún families al in angst? Een jaar? Tien jaar? Langer?
Ook wordt geen woord besteed aan het doel van de gijzelingsactie van Hamas: de uitruil van gevangenen. Die had al direct na 7 oktober kunnen plaatsvinden, maar Israël weigerde, zoals het de vrijlating van de Israëlische gegijzelden sindsdien keer op keer heeft geblokkeerd om zo zijn aanhoudende genocidale geweld te legitimeren. Het feit dat families van de gegijzelden al ‘meer dan vierhonderd dagen in angst leven’ is te wijten aan Israël, en de reden waarom die families woest zijn op de Israëlische regering.
De eerste woorden die in de VN-verklaring aan UNRWA worden gewijd herkauwen de Israëlische desinformatie die UNRWA in januari te verduren kreeg – ook al werd die al in april weerlegd door een onderzoekscommissie onder leiding van voormailig Frans minister en diplomaat Catherine Colonna. De commissie deed ook aanbevelingen voor verbeteringen in UNRWA’s werkproces, die door UNRWA al lang zijn omarmd en in gang gezet. Toch werden ze door Nederland tevoorschijn gehaald:
Zorgen over UNRWA moeten worden aangepakt en aanbevelingen over de neutraliteit van UNRWA uit het Colonna-rapport moeten worden uitgevoerd.
Overigens trapte Nederland in januari enthousiast in die Israëlische desinformatie. Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Geoffrey van Leeuwen (VVD) besloot binnen 24 uur, zonder enig bewijs te hebben gezien, de financiering van UNRWA te bevriezen, en suggereerde zelfs dat ‘met ons geld de aanslag is gepleegd op 7 oktober’. Het Colonna-rapport maakte gehakt van die fabel, maar de door Van Leeuwen aan UNRWA aangerichte schade was een feit.
Op grond hiervan had Nederland zich net als zijn Europese bondgenoten zonder voorbehoud achter UNRWA moeten opstellen. Dat is niet gebeurd. Hoe verantwoordt Nederland dat? Lees mee:
[…] het beperken van het werk van UNRWA zal in een tijd van ongekende humanitaire behoeften een negatieve invloed hebben op de toch al zorgwekkende situatie in de regio en vooral in Gaza. Daarom steunt Nederland het grootste deel van wat hier vandaag in de resolutie over UNRWA staat.
Desalniettemin is de continuïteit van de humanitaire hulpverlening op dit moment te afhankelijk van de uitvoeringscapaciteit van één organisatie.
Hoewel wij het mandaat van UNRWA steunen om basisvoorzieningen in de regio te bieden en daarmee bij te dragen aan stabiliteit, zullen wij ons daarom onthouden van stemming.
Hier staat dat UNRWA’s werk tijdens de ‘zorgwekkende situatie’ – een misplaatst eufemisme voor ‘genocide’ – absoluut niet mag worden beperkt, maar dat UNRWA het kennelijk niet alleen af kan, waardoor het tóch moet worden beperkt. Dat is absurd, en staat haaks op bijvoorbeeld de Britse stemverklaring. UNRWA heeft zijn mandaat 75 jaar lang uitmuntend volbracht, en beschikt als enige over de expertise, menskracht en infrastructuur om die taak te blijven volbrengen. Dat wordt door vrijwel alle deskundigen en VN-organisaties erkend. Sterker, UNICEF en andere organisaties die door Israël en zijn lobby naar voren worden geschoven, hebben al laten weten die taak direct aan UNRWA uit te besteden.
UNRWA’s probleem heet Israël. Het is de Israëlische bezetter die UNRWA’s voortbestaan in gevaar brengt, met lastercampagnes, wetten en genocidaal geweld: in Gaza zijn in 14 maanden 251 UNRWA-medewerkers gedood, twintig van de 27 UNRWA-klinieken van de kaart geveegd, evenals scholen, opvanglocaties en hulpkonvooien.
Er is maar één partij die wil dat UNRWA verdwijnt, en dat is Israël – daarin gesteund door de bovengenoemde landen, waaronder de VS. Israëls doel is tweeledig. Ten eerste wordt de Palestijnse bevolking in bezet gebied ernstig verzwakt – nodig om de Palestijnen de beslissende klap uit te delen en hun land te annexeren. Met datzelfde doel voert Israël ook al jaren een heksenjacht tegen Palestijnse maatschappelijke organisaties, waaraan ook Nederland – onder juridische druk van de Israël-lobby – een bijdrage leverde.
Ten tweede is UNRWA de hoeder over 5,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen, van wie er ruim anderhalf miljoen in Gaza leven. Zij hebben het onomstotelijke recht om terug te keren naar de woonplaatsen waaruit zij door Israël zijn verdreven, op teruggave van al hun eigendommen, op compensatie en schadevergoeding. UNRWA is in 1949 specifiek opgericht om hen bij te staan tot Israël hun rechten erkent, en de enige organisatie die de ontwikkeling van het zogenoemde ‘vluchtelingenprobleem’ in al zijn facetten heeft meegemaakt. Daarom wil Israël dat UNRWA verdwijnt – en daarmee de rechten van 5,9 miljoen Palestijnen.
Tel de twee redenen bij elkaar op, en het beeld is duidelijk: door UNRWA te liquideren, realiseert Israël twee hoofddoelen, samen te vatten als de vestiging van een koloniaal ‘Groot Israël’ waaruit zo veel mogelijk Palestijnen zijn verwijderd en worden geweerd.
Nederland steunt die Israëlische agenda. Eerst door in januari zijn financiering te bevriezen, afgelopen woensdag in de VN, en donderdag in de Tweede Kamer. Die nam met 88 tegen 49 stemmen een amendement aan dat de Nederlandse steun aan UNRWA afbouwt van de jaarlijkse 19 miljoen euro naar 15 miljoen in 2025, en verder naar één miljoen in 2029. Voor het amendement stemden de PVV (35), VVD (23), NSC (17), BBB (7), SGP (3), FVD (2) en JA21 (1). Hoe onverantwoord het amendement is, blijkt uit de tegenstem van de uitgesproken pro-Israëlpartijen CDA en ChristenUnie.
Nederland is het eerste Europese donorland dat UNRWA laat vallen, een feit dat in de Israël-lobby groots wordt gevierd, en dat door die lobby zal worden gebruikt om andere donorlanden onder druk te zetten. Ook bij UN Watch ging de vlag uit. Dat is de pro-Israël-lobbyorganisatie die eind juni op voorspraak van de PVV tot de Tweede Kamer werd toegelaten om de door Colonna weerlegde desinformatie over UNRWA nog eens uit te venten. Een ruime Kamermeerderheid hapte gretig toe, bleek afgelopen donderdag. Zo werkt het politieke spel.
En zo worden Israëls belangen gediend. Ten koste van alles: wie tijdens een genocide het mes zet in de betouwbaarheid, het mandaat en de financiering van de belangrijkste hulporganisatie, is niet goed bij zijn hoofd. En isoleert zich – zie de stemming in de VN – in hoog tempo van zijn Europese bondgenoten en de internationale gemeenschap-at-large. De extreme Nederlandse pro-Israëlpolitiek kent geen winnaars. Op Israël na.