Israël heeft vandaag een begin gemaakt met de sloop van 13 Palestijnse appartementengebouwen. Die staan op Palestijns land en zijn gebouwd met de vereiste vergunningen. Duizenden andere woningen lopen gevaar.
Onder bescherming van naar verluidt 900 Israëlische militairen werden deze maandag met inzet van zwaar materieel en explosieven de eerste van de 13 appartementencomplexen afgebroken. In alle vroegte werden bewoners tot vertrek uit hun woningen gedwongen (€). De bouwwerken staan aan de rand van het Palestijnse dorp Sur Baher, gelegen in het uiterste zuidoosten van Jeruzalem. Palestijns Oost-Jeruzalem wordt sinds 1967 door Israël bezet gehouden en illegaal gekoloniseerd.
Sur Baher verloor sindsdien een substantieel deel van zijn land aan Israëlische kolonies (‘nederzettingen’), en werd verder ingeperkt door de Israëlische Afscheidingsmuur die pal langs het dorp loopt. Gevolg is dat geen ruimte resteert voor uitbreiding van het dorp. Vergunningen om in het door Israël bezette deel van Oost-Jeruzalem te bouwen zijn voor Palestijnen sowieso amper te krijgen.
De Palestijnen vonden een oplossing in de buiten het dorp gelegen vallei Wadi al-Humus, die deel uitmaakt van de Palestijnse Westelijke Jordaanoever en onder gezag valt van de Palestijnse Autoriteit (PA). Met Palestijnse vergunningen werd begonnen aan de constructie van 13 gebouwen met circa zeventig appartementen. Inmiddels worden zo’n twintig appartementen bewoond; andere zijn nog in aanbouw.
Wat de Palestijnen aanvankelijk niet wisten is dat het Israëlische leger zeven jaar geleden een verordening uitvaardigde die bouwen binnen een straal van 250 meter van de Afscheidingsmuur verbood. Deze niet gepubliceerde verordening wordt nu gebruikt als rechtvaardiging voor de sloop.
Vorige maand oordeelde (€) het Israëlische Hooggerechtshof tot besluit van een lange juridische strijd dat de Palestijnse gebouwen gesloopt mogen worden. Het Hof stelde dat de bouw ‘het veiligheidsnut van de Afscheidingsmuur beïnvloedt en het leven van burgers en veiligheidstroepen in gevaar brengt’. Ook zouden de woningen kunnen worden gebruikt door ‘terroristen’ en voor ‘illegale bewoning’.
De Palestijnen stelden tevergeefs dat zij beschikken over rechtsgeldige vergunningen van de PA, en dat Israël geen zeggenschap heeft over het land waarop wordt gebouwd. Bovendien wijzen zij op het feit dat het Internationaal Gerechtshof al in 2004 oordeelde dat de bouw van de Israëlische Afscheidingsmuur op Palestijns land illegaal is, en dat die dient te worden afgebroken.
Desondanks werd vandaag een begin gemaakt met de sloop van de Palestijnse woningen. Uit een uitspraak van Israëls veiligheidsminister Gilad Erdan valt op te maken dat het daar niet bij blijft. Erdan stelde vandaag dat dat er ‘honderden gebouwen’ zijn die ‘onze veiligheidstroepen in gevaar brengen’. De Palestijnen vrezen dat de sloop in Sur Baher een precedent schept voor de afbraak van duizenden andere woningen op de Westoever.
De Palestijnse premier Muhammad Shtayyeh kondigde aan de sloop aan te zullen vechten bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Hij stelde de Israëlische actie in het licht van de ‘voortdurende verdrijving van de inwoners van Jeruzalem’, die hij een oorlogsmisdaad en een misdaad tegen de mensheid noemde. Een woordvoerder van de Israëlische organisatie Ir Amim sprak van ‘demografische oorlogvoering’ door Israël.
De Europese Unie (EU) veroordeelde de sloop als een ‘ondermijning van de tweestatenoplossing en een duurzame vrede’. Eerder dit jaar nam de EU stelling tegen de massale huisuitzettingen waarvan Palestijnse inwoners van Jeruzalem het slachtoffer zijn.