Slechts dagen verwijderd van de mijlpaal van vijftig jaar Israëlische bezetting van Palestijns Oost-Jeruzalem komen plannen aan het licht om het stadsdeel verder te judaïseren. Het meest ingrijpende besluit betreft het ‘afstoten’ van door 140 duizend Palestijnen bewoonde wijken.
Slechts dagen verwijderd van de mijlpaal van vijftig jaar Israëlische bezetting van Palestijns Oost-Jeruzalem komen plannen aan het licht om het stadsdeel verder te judaïseren. Het meest ingrijpende besluit betreft het ‘afstoten’ van door 140 duizend Palestijnen bewoonde wijken.
Volgens berichten staat Israël op het punt om een aantal Palestijnse wijken van Jeruzalem ‘af te stoten’ en daarmee 140 duizend Palestijnen hun inwonerschap te ontnemen. Het betreft het vluchtelingenkamp Shu’fat met zijn aangrenzende wijken Ra’s Khamis, Ra’s Shahadah en Dahyah al-Salam, alsmede het gebied rond Kafr ‘Aqab. De gebieden behoren tot de gemeente Jeruzalem, maar werden daar door de ‘Afscheidingsmuur’ al eerder fysiek van gescheiden. Al jaren wordt gevreesd dat de bouw van de Muur een aankondiging was van verdergaande maatregelen. Als de berichten kloppen wordt die vrees nu bewaarheid.
Het besluit, genomen door Israëls Nationale Veiligheidsraad en zondag jl. aangekondigd op het Israëlische Channel 10, heeft zo goed als zeker tot gevolg dat de Palestijnse inwoners van de wijken hun status en identiteitsbewijs als inwoner van Jeruzalem zullen verliezen, en bewoner worden van de Palestijnse Westoever. De afstoting, die naar verluidt volgende week geformaliseerd wordt, past in het Israëlische beleid om in Jeruzalem een joodse meerderheid te creëren en de Palestijnse aanwezigheid in de stad te minimaliseren.
Israël veroverde Oost-Jeruzalem in juni 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog en houdt het stadsdeel sindsdien militair bezet. De verovering vormde het startschot voor een sluipende etnische zuivering die tot de dag van vandaag wordt voortgezet. Sinds 1967 heeft Israël ruim 200 duizend joden naar het bezette stadsdeel overgebracht, terwijl een actieve politiek werd gevoerd om Palestijnse inwoners de stad uit te werken.
Zo is sinds 1967 aan meer dan 14 duizend Palestijnse bewoners het inwonerschap van Jeruzalem ontnomen en zijn zo’n tweeduizend Palestijnse woningen gesloopt. Talloze andere Palestijnse huizen werden door joodse kolonisten ‘overgenomen’, terwijl nieuwbouw van joodse ‘nederzettingen’ het stadsdeel verder van zijn Palestijnse structuur en identiteit berooft.
Per 2015 leefden nog 324 duizend Palestijnen in Oost-Jeruzalem, goed voor circa 60 procent van de bevolking. Als Israël inderdaad besluit de genoemde wijken af te stoten en de inwoners hun verblijfsstatus te ontnemen, daalt het aantal Palestijnen met 140 duizend en zullen zij een minderheid vormen in hun eigen stad. Vanaf dat moment kan Israël – meer nog dan nu – met het stadsdeel doen wat het wil.
De wijken die nu van de stad worden afgesneden zijn door Israël sinds de bouw van de Afscheidingsmuur sterk verwaarloosd. Hoewel de Palestijnen in Oost-Jeruzalem een substantieel deel van de gemeentelijke belastingen opbrengen, profiteren zij er amper van. De infrastructuur in hun wijken is verwaarloosd, er is een schreeuwend tekort aan scholen, vuilnis wordt amper opgehaald, schoon water wordt onvoldoende aangevoerd en rioleringen lozen op straat. Van de Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem leeft ruim driekwart onder de armoedegrens; onder kinderen ligt dat percentage op 83. In heel Israël liggen die cijfers op 22 respectievelijk 30 procent.
Verleden week kondigde Israël ter ere van Jerusalem Day een ambitieus plan ter waarde van zo’n 45 miljoen euro aan om de leefomstandigheden in Oost-Jeruzalem te verbeteren. Afgelopen maandag kwam de Israëlische minister Zeev Elkin echter met een nuancering: de wijken achter de Afscheidingsmuur profiteren niet mee van de investering. In het Israëlische parlement stelde Elkin dat het zinloos is om geld te investeren in wijken ‘waar het vuilnis niet eens wordt opgehaald’, en dat ‘voor deze wijken eerst een oplossing moet worden gevonden’. Die ‘oplossing’ lijkt dus inmiddels gevonden: ze worden met bewoners en al afgestoten.
Op zondag greep de Israëlische premier Netanyahu de feestelijkheden rond de vijftigjarige bezetting van Oost-Jeruzalem aan om zijn veiligheidskabinet in het bezette stadsdeel bijeen te roepen. Als locatie koos de premier het illegale tunnelstelsel dat Israël er heeft gegraven. Bij die gelegenheid stelde Netanyahu onder meer dat de Al-Aqsamoskee – deel uitmakend van het islamitische heiligdom Al-Haram al-Sharif, het voor de Palestijnen belangrijkste deel van hun stad – voor altijd onder ‘Israëlische soevereiniteit’ zal blijven. Het was een hernieuwde boodschap aan de wereld dat de tweestatenoplossing morsdood is. De ‘Israëlische soevereiniteit’ wordt overigens door geen enkel land ter wereld erkend; de bezetting van Oost-Jeruzalem is illegaal, zoals door de VN-Veiligheidsraad in december 2016 ten overvloede bevestigd middels resolutie 2334.
Tijdens de tunnelbijeenkomst presenteerde Netanyahu plannen om Oost-Jeruzalem verder te judaïseren. Daaronder het plan voor een anderhalve kilometer lange kabelbaan die toeristen vanaf 2021 uit West-Jeruzalem moet gaan vervoeren naar de joodse attracties in Oost-Jeruzalem. Gevolg daarvan is dat Palestijnse wijken en attracties in Oost-Jeruzalem minder bezocht zullen worden, en dat de Palestijnen dus minder profiteren van het toerisme in hun bezette stad. Het maakt hen bovendien voor bezoekers nog verder onzichtbaar, hetgeen bijdraagt aan de indruk dat Jeruzalem een ‘joodse stad’ is.
In dezelfde bijeenkomst werd besloten om onderwijsinstellingen in Oost-Jeruzalem een met financiële voordelen omkleed ‘Israëlisch onderwijsprogramma’ aan te bieden. Het Israëlische ministerie van Onderwijs spreekt over dit plan als een ‘verbetering van het onderwijs in Oost-Jeruzalem – een poging om de levensstandaard in de “Arabische” wijken te verhogen’. In het licht van bovenstaande is dat moeilijk serieus te nemen. De Israëlische Onderwijsminister Naftali Bennett was duidelijker: het plan maakt deel uit van de judaïsering van het bezette stadsdeel.
The time has come for East Jerusalem to also study the Israeli curriculum from first grade. Jerusalem needs to be united in deeds, not in words. The more intensely the Israeli curriculum is studied, the more we can continue to strengthen the East Jerusalem education system, because that’s how you build a future.
In haar boek Palestine in Israeli School Books: Ideology and Propaganda in Education legt de Israëlische professor Nurit Peled-Elhanan uit wat onder Bennetts ‘Israëlische curriculum’ verstaan dient te worden. In onze boekenrubriek beschreven wij dat als volgt: ‘[Schoolboeken] waarin structureel historische feiten worden verdraaid, en de Palestijnen worden gemarginaliseerd en gedemoniseerd als terroristen, vluchtelingen en primitievelingen.’