Afgelopen jaar lichtten bezettingstroepen tijdens nachtelijke invallen in dorpen en steden ongeveer 2700 Palestijnen van hun bed, schrijft de Israëlische journalist Gideon Levy. Arrestaties kun je het niet noemen. Het zijn ontvoeringen.
Er zijn weinig Palestijnse families in bezet gebied die het niet van nabij hebben meegemaakt: wakker worden van de herrie van de deur die wordt ingetrapt en van tien of twintig zwaarbewapende en gemaskerde Israëlische militairen die het huis binnenstormen, soms met een hond. De bewoners krijgen de schrik van hun leven, jonge kinderen raken in paniek, en altijd wordt er grof geweld gebruikt. Bewoners worden geboeid, afgetuigd en niet zelden vallen er gewonden of zelfs doden.
Soms komen de militairen om informatie los te krijgen, soms ook willen ze alleen hun spierballen laten rollen, maar vaak is hun komst bedoeld om een ‘terreurverdachte’ van zijn of haar bed te lichten. Dat kan een minderjarige zoon of dochter des huizes zijn die stenen naar bezettingstroepen heeft gegooid of de bezetter anderszins voor de voeten heeft gelopen – denk aan Ahed al-Tamimi, die acht maanden vastzat in een Israëlische gevangenis. Het kan ook een moeder des huizes met ‘foute’ politieke opvattingen zijn – denk aan parlementslid, juriste en feministe Khalida Jarrar, die op 2 juli 2017 van haar bed werd gelicht en nog altijd in administratieve detentie wordt vastgehouden, zonder aanklacht en zonder proces. In Israëlisch bezettingsjargon zijn zij allen terreurverdachten.
Afgelopen jaar werden zo’n 2700 verdachten bij zulke nachtelijke invallen opgepakt, schrijft de bekende Israëlische journalist Gideon Levy in een reportage in Haaretz (€). Officiële cijfers zijn er niet, maar wie de dagelijkse communiqués van het leger over aantallen arrestaties bijhoudt kan een aardige schatting maken.
Levy noemt het geen arrestaties, maar ontvoeringen. Er komt geen arrestatiebevel bij kijken, er is geen enkele juridische bemoeienis of controle, de familieleden krijgen geen uitleg en moeten later maar zien uit te vinden waar hun naasten zijn gebleven. De verdachte mag van geluk spreken als hij niet in zijn ondergoed wordt afgevoerd.
Soms worden verdachten na een paar dagen zonder verklaring vrijgelaten, schrijft Levy. En anders horen zij vroeg of laat voor een militaire rechtbank waarvan ze worden beschuldigd. Soms gaat het om iets dat daadwerkelijk is gebeurd, soms worden aanklachten verzonnen en soms zijn ze politiek van aard, stelt hij. Zo werkt dat bij de militaire rechtbanken.
Levy behoort tot de weinige Israëlische journalisten die consequent de aandacht vestigen op het kwaad van de Israëlische bezetting en overheersing. Hij houdt niet alleen zijn landgenoten een spiegel voor, maar geeft met zijn reportages ook de Palestijnen een gezicht. Hij doorbreekt het abstracte en stigmatiserende beeld van de Palestijn als ‘terreurverdachte’, dat niet alleen in Israël wordt gekoesterd, maar ook daarbuiten actief in stand wordt gehouden door de zogenoemde Israël-lobby. Het heeft hem tot een van de meest gehate personen van Israël gemaakt – een ‘landverrader’, een ‘staatsvijand’. ‘Levy vertegenwoordigt de Palestijnen en Hamas, niet ons land’, zegt een Israëlische vrouw in de documentaire die Al-Jazeera over hem maakte.
Levy vertelt het verhaal van twee Palestijnse families die beide begin november nachtelijk Israëlisch bezoek kregen. Een spookverhaal is het, over ingetrapte deuren, gemaskerde militairen die grof geweld gebruiken, en ontvoeringen. Bij een van de families kreeg de vader des huizes een kogel in een been geschoten. Bij de andere familie is bij een vorig bezoek een zoon neergeschoten en diens vader, die vanaf het balkon de buren te hulp riep, doodgeschoten.
Twee jonge mannen zitten nog vast, van iedere familie één. De ene wordt beschuldigd van het gooien van stenen en molotovcocktails naar bezettingstroepen. Van de ander is na vijf weken nog niet bekend waarom hij in de gevangenis zit. Een derde lid van de families werd na één dag vrijgelaten.
‘Hebben we hier te maken met de maffia?’, vraagt een van de familieleden zich af. Levy velt zijn eigen oordeel. Hij spreekt onomwonden van terreur – de terreur die onlosmakelijk verbonden is met de Israëlische militaire bezetting. De nachtelijke invallen, schrijft hij, zijn bedoeld om de Palestijnse bevolking in een permanente staat van angst te houden.