Universitair Hoofddocent Law and Humanities, Tilburg University
13 maart 2024 Lees meer overNu de Israëlische president werd uitgenodigd om het Nationaal Holocaustmuseum te openen tijdens een genocide waar hij zelf toe opriep, is het noodzakelijk om de traditie van herdenken terug te winnen. Dat betoogt Michiel Bot.
In 1940 overhandigde Walter Benjamin het manuscript van zijn laatste werk, ‘Over het begrip van de geschiedenis’, aan Hannah Arendt. De bevriende Joods-Duitse denkers troffen elkaar in Marseille, op de vlucht voor het Naziregime. Kort na deze ontmoeting maakte Benjamin een einde aan z’n leven.
In zijn korte geschiedfilosofische tekst pleit Benjamin voor een manier van herdenken die recht doet aan wat hij ‘de traditie van de onderdrukten’ noemt. Recht doen aan de traditie van de onderdrukten betekent voor Benjamin: ‘vasthouden aan een herinnering zoals deze opflitst in een moment van gevaar’.
Benjamin schrijft dat zowel de herinnering als de mensen die herdenken voortdurend gevaar lopen om een instrument van de heersende macht te worden. Daarom, schrijft Benjamin, ‘moet in elk tijdperk opnieuw worden geprobeerd om de traditie terug te winnen van het conformisme dat op het punt staat haar te overweldigen’.
Ook de doden lopen volgens Benjamin gevaar om tot instrument van de heersende macht te worden gemaakt: ‘Alleen de geschiedschrijver die vast overtuigd is dat zelfs de doden niet veilig zijn voor de vijand als deze wint, heeft de gave om de vonk van de hoop in het verleden aan te wakkeren. En deze vijand is niet opgehouden te overwinnen’.
Zondag was de Israëlische president Yitzhak Herzog aanwezig bij de opening van het nieuwe ‘Nationale’ Holocaustmuseum in Amsterdam. Op 12 oktober zei Herzog op een persconferentie over de Palestijnen: ‘It’s an entire nation out there that is responsible. It’s not true this rhetoric about civilians not aware ,not involved. It’s absolutely not true…and we will fight until we break their backbone’.
De Israëlische regering heeft de daad bij het woord gevoegd. Na het platbombarderen van een van de meest dichtbevolkte gebieden ter wereld, hongert Israel de resterende bevolking nu dood, zoals de Israëlische Minister van Defensie Yoav Gallant op 9 oktober al had aangekondigd: ‘We are imposing a complete siege on Gaza. No electricity, no food, no water, no fuel. Everything is closed. We are fighting human animals and we are acting accordingly’.
Nederland heeft de Israëlische regering gesteund door zich te onthouden van stemmen bij VN-resoluties die oproepen tot een staakt-het-vuren, door F-35 onderdelen te leveren en zelfs door de financiering voor UNWRA stop te zetten. Dat laatste gebeurde direct na de tussenuitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de Zuid-Afrikaanse genocidezaak tegen Israël – zogenaamd omdat twaalf van UNWRA’s 13 duizend werknemers betrokken zouden zijn geweest bij de Hamasaanslagen van 7 oktober.
Op dit moment van gevaar en conformisme, waarop de Israëlische president mocht aantreden om een genocidemuseum te openen tijdens een genocide waar hij zelf toe opriep, flitst de herinnering aan de Holocaust op. Het is aan ons om de herinnering aan de doden te beschermen, en de vonk van hoop in het verleden aan te wakkeren door in verzet te komen.