Jan Tervoort is historicus.
10 december 2018 Lees meer overAnti-palestinisme is een vorm van racisme specifiek gericht tegen het Palestijnse volk. Het structureel demoniseren van Palestijnen is een standaard wapen van de Israël-lobby. Hoewel het een duidelijk politiek doel heeft, gaat het uiteindelijk een eigen leven leiden. Vorige week bood CIDI-directeur Hanna Luden voor het eerst excuses aan voor deze vorm van racisme.
In 2015 riep de huidige Israëlische minister van Justitie Ayelet Shaked in de sociale media op om ‘alle Palestijnen als vijandige strijders te zien wiens bloed over hun eigen hoofden zal komen’. Speciale vermelding kregen de moeders van ‘de martelaren’. ‘Zij moeten hun zonen achterna, dat zou rechtvaardigheid zijn. Zij moeten dood en hun huizen waarin zij de slangen grootbrachten moeten gesloopt worden. Anders worden daar meer kleine slangen grootgebracht.’
Nu, wanneer een lid van de Israëlische regering dit soort uitspraken doet – uiteraard binnen de context van Israëls al decennia durende militaire bezetting en onderdrukking van miljoenen Palestijnen en de Palestijnse terreur als reactie daarop – begrijpt u dat deze soep nergens zo heet gegeten wordt als in Israël zelf. Openlijk racisme tegen Palestijnen, Arabieren en moslims is dan ook aan de orde van de dag binnen de Israëlische samenleving. Echter, door de groeiende inspanningen van de internationale Israël-lobby om Israël te beschermen tegen internationale druk, begint de vorm van racisme die ik hier anti-palestinisme noem ook in Europa en de Verenigde Staten gemeengoed te worden in het publieke debat.
Een van de belangrijkste taken en structurele tactieken van de internationale Israël-lobby is de staat Israël, tegen de reële machtsverhoudingen in, voor te stellen als slachtoffer in plaats van dader. Dat betekent dat binnen het Israëlisch-Palestijns conflict de vrijwel machteloze Palestijnen onder de Palestijnse Auroriteit op de Westoever en onder Hamas in Gaza allemaal als daders geframed worden. Dit wordt gerealiseerd door een structurele, niet aflatende stroom negatieve berichtgeving over de Palestijnse samenleving te verspreiden zonder de context van de al vijftig jaar durende, keiharde Israëlische militaire bezetting en onderdrukking te vermelden.
De belangrijkste basis voor deze berichtgeving en het daaruit volgende slachtoffer-frame zijn uiteraard de extremistische terroristische groepen binnen de Palestijnse samenleving, zoals bijvoorbeeld de islamistisch geïnspireerde terroristische tak van Hamas, en hun terreuraanslagen. Hoewel alle terreur uiteraard te allen tijde afgekeurd dient te worden, waarvan akte, is het door de Israël-lobby structureel weglaten van de context waarbinnen deze terreur gepleegd wordt instrumenteel in het te scheppen frame dat deze Palestijnse terroristen, en in het verlengde daarvan alle Palestijnen, intrinsiek terroristen zijn. Zij zouden hun terreurdaden niet plegen als reactie op de militaire bezetting en de roof van hun land, maar vanuit een intrinsiek (islamitisch) geïnspireerde ‘jodenhaat’.
De racistische generalisatie dat alle Palestijnen islamitische terroristen zijn is, naast de belangrijkste basis voor anti-palestinisme, nog op een ander vlak instrumenteel. Zij vindt namelijk een vruchtbare voedingsbodem bij de (extreem-)rechtse stromingen in Europa en de VS die sinds 9/11 de islam en islamitisch terrorisme als grootste gevaar voor het Westen zien. Het door de Israël-lobby gepropageerde anti-palestinisme zorgt er dus voor dat aan deze nieuw-rechtse ideologie, die overal in Europa politiek opgang maakt, een onvoorwaardelijk anti-Palestijns en dus pro-Israëlisch standpunt verbonden wordt binnen de zogenoemde clash of civilizations. Anti-palestinisme vergroot dus de politieke en mediale invloed van Israël en zijn lobby in het Westen. Men werpe slechts een blik op de tientallen zogenaamd ironische ‘Palestijnen zijn terroristen’-artikelen op een website als GeenStijl om te zien hoe dit werkt.
Het blijft echter niet bij het ‘alle Palestijnen zijn terroristen (zelfs kinderen!)’-frame. Wanneer men kijkt naar de Facebookpagina van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), de belangrijkste Nederlandse lobby-organisatie voor de staat Israël, of naar wat haar medewerkers op sociale media verspreiden, dan ziet men een structurele stroom van negatieve berichtgeving over allerlei aspecten van de Palestijnse samenleving. Met niet zelden racistische reacties op die berichtgeving. Over de corruptie, de ‘terreurbonussen’, het onderwijs (ja echt!), de verdeeldheid onder Palestijnen die altijd extra benadrukt moet worden en natuurlijk het veelgebruikte frame dat de Palestijnen hun erbarmelijke situatie aan zichzelf te danken hebben. ‘The Palestinians never miss an opportunity to miss a opportunity’ is een veel gebruikt cliché. Alsof de context van ruim vijftig jaar Israëlische militaire bezetting, onderdrukking, landroof en de Israëlische politiek die het laatste decennium openlijk laat blijken helemaal geen oplossing van het conflict met de Palestijnen te willen, er niet toe doet.
Het is dan logisch dat de directeur van het CIDI, Hanna Luden, gezien haar werk dit anti-palestinisme volledig geïnternaliseerd heeft. En dat inmiddels onbewust uitdraagt. Naar aanleiding van het bericht over een 17-jarige Palestijnse jongen in Gaza die zichzelf per ongeluk doodgeschoten had, stuurde Luden de hiernaast afgebeelde, inmiddels verwijderde tweet de wereld in.
Eerst schrok Luden van een instemmende, walgelijk racistische reactie op haar tweet van het anonieme account ‘#PVV I SUPPORT ISRAËL’. Hierop volgde een storm van kritiek uit alle hoeken van het Twitter-spectrum. Hoe kon Luden op zo’n overduidelijk generaliserende en racistische manier dit tragische ongeval voor haar propaganda aanwenden? Het antwoord is: anti-palestinisme. Deze vorm van racisme is zo diep geworteld bij Hanna Luden en de rest van de Israël-lobby, dat ze zich er in een onbewaakt moment niet meer van bewust zijn dat ze zich zo uiten.
Een dag later kwamen er openlijke excuses van Luden, na de storm van terechte kritiek. Ze had haar gedachten niet goed verwoord. Of haar excuses en bijbehorende empathie oprecht zijn valt echter te betwijfelen. De dag voor haar racistische tweet werd de 11-jarige Nasser Musbeh, die ambulance-medewerkers aan de grens bij Gaza hielp, van grote afstand door het Israëlische leger door het hoofd geschoten en vermoord. Noch Hanna, noch het CIDI besteedde aandacht aan deze droevige Palestijnse ‘zelfbeschadiging’. Op de dag na Ludens excuses, de internationale dag voor gehandicapten, schoot het Israëlische leger bij een nachtelijke inval op de Westoever in Tulkarm, de 22-jarige ongewapende en weglopende geestelijk gehandicapte Muhammad Ihbali van achteren in het hoofd. Opnieuw besteedde noch Hanna, noch het CIDI enige aandacht aan deze droevige Palestijnse ‘zelfbeschadiging’.
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur