Palestijnse studenten beschuldigen Palestijnse Autoriteit van onderdrukking

De Palestijnse Autoriteit legt kritische studenten het zwijgen op, stelt het Palestinian Students Forum in een rapport. Ook de bredere Palestijnse samenleving voelt de harde hand van de autoriteiten, die samenwerken met Israël. ‘We leven onder een dubbele bezetting.’

Afgestudeerden aan de Birzeit-universiteit in Ramallah.

In een rapport levert het in Londen gevestigde Palestinian Students Forum (PSF) forse kritiek op de Palestijnse Autoriteit (PA), die een beperkt deel van de Westelijke Jordaanoever bestuurt. Studenten aan universiteiten op de Westoever lopen het risico door de PA opgepakt en langere tijd vastgehouden te worden wanneer zij zich kritisch uitlaten. Zelfs marteling en andere mensenrechtenschendingen worden toegepast om informatie van studenten los te krijgen of hen te straffen, schrijft het Forum.

Het Forum sprak met twaalf studenten van vier universiteiten: Al-Najah in Nablus, Kadoorie in Tulkarm, de Polytechnische Universiteit in Al-Khalil (Hebron) en Birzeit in Ramallah. In het rapport staat het Forum met name stil bij de ervaringen van vier studenten die mishandeld werden door de Palestijnse veiligheidsdiensten.

Achtergrond

Het optreden van de veiligheidsdiensten tegen studenten op de Westoever houdt verband met de politieke situatie in de bezette Palestijnse gebieden, schrijft het Forum. Daarbij gaat het met name om het conflict tussen Fatah, de partij van PA-president Mahmud Abbas, en Hamas, dat feitelijk het bestuur vormt in de Gazastrook. Verzoening tussen beide partijen is meermalen aangekondigd, maar bij die aankondigingen is het tot dusver gebleven. Sinds 2006 hebben er in Palestina geen parlementsverkiezingen plaatsgevonden.

De situatie heeft volgens het Forum een ‘autoritaire politieke cultuur’ doen ontstaan, die ook aan de universiteiten voelbaar is. Het uitblijven van algemene verkiezingen heeft ertoe geleid dat de studentenverkiezingen aan de universiteiten als graadmeter voor de politieke verhoudingen worden beschouwd en politieke activiteiten met argusogen door de autoriteiten worden gevolgd. Fatah oefent druk uit op sympathisanten van oppositiepartijen, met name op aanhangers van ‘the Hamas-linked Islamic Party and the Islamic Jihad Party, as well as other left-wing parties’.

Universiteitsbesturen spelen daarbij een rol, met name aan de staatsuniversiteiten, die door de PA worden gefinancierd. Daarnaast is volgens het Forum de veiligheidssamenwerking tussen de PA en Israël een belangrijke factor. Veel studenten beschouwen de PA als een verlengstuk van Israëls Palestinapolitiek.

In plaats van een bolwerk van open politiek debat, waar toekomstige politici tot wasdom komen, is de universiteit zodoende een podium geworden waar voorkeur voor partij A wordt beschouwd als kritiek op partij B, aldus het Forum. Verkiezingen weerspiegelen niet de wensen en behoeften van de studenten, maar worden gedomineerd door de loyaliteitsvraag.

Daar komt volgens het Forum bij dat, zoals uit onderzoek blijkt, 72 procent van de jonge Palestijnen de PA als corrupt beschouwt. Tegelijkertijd zien weinigen onder de huidige omstandigheden een alternatief voor de PA. Gevoegd bij de hoge werkloosheid onder jongeren zien velen de gewapende strijd tegen de bezetter van hun land als een beter middel voor verandering.

Studenten in detentie

Een aantal van de geïnterviewde studenten is meermalen opgepakt, een van hen zelfs twaalf maal in even zoveel jaren. De periode die zij in gevangenschap doorbrachten varieert van enkele dagen tot 44 dagen. Door hun gevangenschap missen de studenten vaak tentamens, waardoor zij geregeld een heel studiejaar moeten overdoen. Niet zelden worden studenten opgepakt vlak voor een tentamenperiode. Hoewel zij het recht hebben een gemist tentamen in te halen, krijgen zij die gelegenheid vaak niet. Het wijst volgens de geïnterviewden op vérgaande samenwerking tussen universiteitsbesturen en de PA en haar veiligheidsdiensten.

Opgepakte studenten worden geconfronteerd met uiteenlopende beschuldigingen, variërend van het buitensporig bekritiseren van president Abbas tot wapenbezit en het witwassen van uit het buitenland afkomstig geld. Met behulp van die beschuldigingen en onder het mom van voortgaand onderzoek kunnen de veiligheidsdiensten de detentie langs juridische weg rekken tot maximaal 45 dagen.

Daarnaast wordt volgens het Forum gebruik gemaakt van de uit 1954 stammende wet op de misdaadpreventie, die gouverneurs de mogelijkheid biedt burgers maximaal zes maanden vast te zetten vanwege ondermijning van de openbare orde. Het is een vorm van administratieve detentie zoals die in Israël veelvuldig tegen Palestijnen wordt gebruikt, zij het dat daar geen maximum van zes maanden bestaat. De wet, die dateert uit de periode waarin de Westoever onder Jordaans gezag stond, staat haaks op de Palestijnse grondwet, waarin is vastgelegd dat gevangenisstraf alleen mogelijk is na een beslissing van een rechtbank.

Gangsterpraktijken

Hoewel het martelen van gevangenen volgens Palestijnse deskundigen in de afgelopen jaren is afgenomen, doen meerdere geïnterviewden gedetailleerd verslag van het geweld dat zij in de gevangenis van Ariha (Jericho) ondergingen. Volgens de Independent Commission for Human Rights in Palestine (ICHR) is marteling geen kwestie van beleid, maar van individuele beslissingen van ondervragers, schrijft het Forum. Marteling is onderdeel van wat wordt genoemd een ‘gangstercultuur’ – minder systematisch dan de martelpraktijken in Israël, maar zeker zo intimiderend.

Illustratief is de door het Forum opgevoerde toelichting van Abd al-Sattir Qasim, werkzaam aan de Al-Najah-universiteit en zeven maal door de PA vastgezet, veelal wegens het bekritiseren van president Abbas. Hij zat ook twee jaar in administratieve detentie in Israël, en is dus in staat de twee regimes te vergelijken:

I have always been targeted by the PA because of my opposition to the Oslo Accords and the security cooperation [with Israel]. While the Israelis are savage and repressive, it is regular in that the army oppress you in a scientific and systematic way. In contrast, the PA tends to employ a gangster culture to terrorise its people. As the PA don’t want to be involved, they employ gangsters that aren’t accountable to any due process.

De PA ontkent dat er wordt gemarteld in haar gevangenissen, en heeft ook het VN-verdrag tegen Foltering ondertekend. Volgens het Forum kan er echter geen misverstand over bestaan dat marteling nog altijd een veelgebruikt middel is om critici het zwijgen op te leggen.

Samenwerking met Israël

De PA werkt nauw samen met de Israëlische autoriteiten op het brede terrein van ‘veiligheid’. Op basis van de Oslo-akkoorden is de PA in het onder haar controle staande gebied verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, en Israël voor het bezweren van ‘externe dreigingen’. Israëlische militairen en politiediensten voeren echter frequent acties uit in Palestijns gebied, ook op universiteitscampussen en tegen studenten. De veiligheidsdiensten van de PA schitteren bij die gelegenheden door afwezigheid.

Een berucht voorbeeld is de ontvoering van studentenleider Umar al-Kiswani, die vijf maanden geleden midden op de dag door een Israëlische undercovereenheid werd overmeesterd op de Birzeit-campus. Met getrokken wapens en onder dekking van militairen voerden de Israëli’s Al-Kiswani af, zoals op filmbeelden is te zien. Omstanders werden met pistoolschoten op afstand gehouden.

In zijn rapport signaleert het Forum dat studenten die door de PA waren opgepakt korte tijd later door Israëlische veiligheidsdiensten werden vastgezet. Tijdens ondervragingen door de Israëli’s bleek dat zij op de hoogte waren van wat de studenten in Palestijnse gevangenschap hadden doorgemaakt. Het Forum noemt het bij toerbeurt oppakken van studenten het ‘draaideurbeleid’.

De samenwerking tussen de PA en Israël is, zacht gezegd, omstreden. Een woordvoerder van Addameer, een Palestijnse organisatie die politieke gevangenen bijstaat, stelt tegenover het Forum dat veel Palestijnen het gevoel hebben onder een ‘dubbele bezetting’ te leven:

The whole of Palestine believes that this cooperation serves the occupation more than it is serving the PA or any Palestinians. For many, this is extremely disappointing as there is a feeling they’re living under a double occupation where the PA actually serves Israeli interests and their occupation more than it is serving its own population. For the Israelis, they are happy that the PA are doing their work and managing the security situation.

Ondanks de kritiek op de samenwerking tussen Israël en de PA zijn veel Palestijnen huiverig om die op te zeggen, schrijft het Forum. Meer dan een derde deel van het jaarbudget van de PA gaat naar veiligheid en bijna de helft van het PA-personeel is in de sector werkzaam. Daarnaast vrezen velen dat het opzeggen van de samenwerking ook formeel het einde zal betekenen van de tweestatenoplossing en het uitzicht op een onafhankelijke Palestijnse staat.

‘Onderaannemer van de bezetting’

Demonstratie in Ramallah op 10 juni 2018.

De onvrede over de samenwerking tussen de PA en Israël kwam in juni tot uiting tijdens een zeldzame demonstratie in Ramallah (€), de zetel van de PA. De demonstratie, geïnitieerd door een aantal kunstenaars, journalisten, academici en burgeractivisten, trok meer dan 1500 betogers en was primair gericht tegen de maatregelen die de PA heeft getroffen om het Hamas-bewind in Gaza op de knieën te krijgen.

Ruim een jaar geleden schroefde de PA, met welwillende medewerking van de Israëlische regering, onder meer de levering van brandstof en medicijnen aan Gaza terug. Daarnaast werden inhoudingen op de salarissen van tienduizenden PA-ambtenaren in de Gazastrook doorgevoerd. De sancties verergerden de humanitaire crisis die Gaza in de greep heeft als gevolg van de Israëlische blokkade.

De demonstranten in Ramallah riepen president Abbas op zijn ‘collectieve bestraffing van de bevolking van Gaza’ ongedaan te maken. Daarnaast waren leuzen tegen de samenwerking van de PA met Israël te horen. Abbas werd onder andere uitgemaakt voor ‘onderaannemer van de bezetting’. Diezelfde avond vond in Bethlehem een vergelijkbare, maar kleinere, demonstratie plaats.

De demonstranten werden ongemoeid gelaten, en dat gold ook voor een veel kleinere demonstratie die twee dagen later in Ramallah plaatsvond. Maar toen de organisatoren een grote demonstratie aankondigden voor de dag daarop, vaardigde de PA een ‘tijdelijk verbod’ op betogingen uit. De demonstranten die het verbod trotseerden werden door de oproerpolitie en veiligheidsmensen in burger met grof geweld aangepakt (€). Tientallen betogers en enkele journalisten werden opgepakt.

Grote angst om kritiek te uiten

De bevindingen van het Palestinian Students Forum en de gebeurtenissen in Ramallah worden weerspiegeld in de opiniepeilingen die het Palestinian Center for Policy and Survey Research (PCPSR) iedere drie maanden onder de Palestijnse bevolking uitvoert. Daaruit blijkt dat twee op de drie Palestijnen bang zijn openlijk kritiek op de PA te uiten en een grote meerderheid ervan overtuigd is dat de veiligheidsdiensten illegaal telefoongesprekken afluisteren. Tachtig procent is gekant tegen maatregelen van de diensten om demonstraties de kop in te drukken.

De peilingen maken duidelijk dat de PA, en president Abbas in het bijzonder, weinig steun geniet. Minder dan een kwart van de Palestijnen is tevreden over het functioneren van de Palestijnse democratie. Meer dan 60 procent wil dat Abbas opstapt en ruim 40 procent dat de hele PA wordt opgedoekt.

De maatregelen van Abbas tegen Hamas en de bevolking van Gaza vinden geen begrip onder de Palestijnen. Tachtig procent wil dat de sancties worden opgeheven. Een grote meerderheid wil verzoening tussen de PA en Hamas, maar minder dan één op de drie Palestijnen heeft er nog vertrouwen in dat die tot stand komt, waarbij met name de PA als sta-in-de-weg wordt beschouwd.

Ronduit alarmerend is het gebrek aan vertrouwen in een vreedzame toekomst. Vijfentwintig jaar na de het sluiten van de Oslo-akkoorden is bijna de helft van de Palestijnen nog voorstander van de tweestatenoplossing, maar heeft bijna 60 procent de hoop op realisering van een Palestijnse staat opgegeven als gevolg van de voortgaande Israëlische kolonisering van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. Bijna de helft van de Palestijnen is voorstander van gewapend verzet tegen de Israëlische overheersing. Slecht 9 procent van de Palestijnen verwacht dat er over tien, of zelfs honderd jaar vrede zal zijn.

Initiatieven voor verandering

Tegen deze achtergrond is het bemoedigend dat er binnen de Palestijnse samenleving nog altijd initiatieven worden ontplooid om tot verzoening en vrede te komen. Onlangs publiceerde de Palestijnse denktank Masarat een concreet voorstel daartoe, de uitkomst van zeven jaar voorbereidend werk. Het is spijtig dat dergelijke belangrijke initiatieven weinig aandacht krijgen in de pers, gevangen als die over het algemeen is in de zienswijze dat de Palestijnse samenleving identiek is aan ‘de PA en Hamas’.

Het voorstel van Masarat behelst een stapsgewijze route naar nationale eenheid, gebonden aan een strikt tijdschema. Het moet binnen een jaar uitmonden in algemene verkiezingen en de formering van een parlement en een regering van nationale eenheid. Het voorstel zou betekenen dat er een einde komt aan de dominantie van Abbas’ partij Fatah op de Westoever en aan het Hamas-bestuur over Gaza.

Net als het rapport van het Forum, de demonstraties in Ramallah en de uitkomsten van de opiniepeilingen, onderstreept het voorstel dat er binnen de Palestijnse samenleving een diepe behoefte bestaat aan verandering. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht zijn veel Palestijnen politiek betrokken en bereid initiatieven te steunen die een eind maken aan het leven onder de Israëlische blokkade en het Hamas-bestuur in Gaza en de ‘dubbele bezetting’ op de Westelijke Jordaanoever.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy