Nederland mag van de rechter doorgaan met de levering van Nederlandse onderdelen die via de VS terechtkomen in Israëlische vliegtuigen die Gaza bombarderen. Zo wordt een eerder verbod van het Gerechtshof Den Haag ontdoken.
In februari van dit jaar bepaalde dat Gerechtshof in hoger beroep dat de Nederlandse staat de door- en uitvoer van onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen ‘met eindbestemming Israël’ moest staken. De zaak was aangespannen door Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum naar aanleiding van onderzoek van NRC.
Het hof stelde vast ‘dat er een duidelijk risico bestaat dat met de F-35-vliegtuigen van Israël ernstige schendingen van het humanitaire oorlogsrecht worden gepleegd in de Gazastrook’. Op grond van internationale verdragen, waaronder het Wapenhandelsverdrag, had de regering daarom de vergunning voor uit- en doorvoer moeten blokkeren, aldus het hof.
Daarop kondigde de Staat aan tegen de uitspraak bij de Hoge Raad in cassatie te gaan, maar tot die tijd het gerechtelijke verbod na te leven. De zitting van de Hoge Raad vindt plaats op vrijdag 6 september.
Half maart bleek uit berichtgeving van de NOS echter dat op het ministerie van Buitenlandse Zaken gezocht werd naar alternatieve wegen om onderdelen via een omweg alsnog te kunnen leveren. Als tussenstation werd de VS genoemd. Op die manier zouden onderdelen niet via de voordeur, maar via een achterdeur Israël bereiken. Om die te sluiten stapten Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum opnieuw naar de rechter, die wij vroegen een dwangsom op te leggen voor elke dag dat de indirecte levering in stand blijft.
Die eis werd vrijdag door de Rechtbank Den Haag afgewezen. Als motivatie baseert die zich op een beperkte interpretatie van het door het gerechtshof in februari opgelegde verbod. Dat zou uitsluitend de levering van onderdelen via het Europese F-35-distributiecentrum in Woensdrecht betreffen, maar níet de levering van Nederlandse onderdelen die via een Amerikaanse voorraad (de zogeheten Global Spares Pool) alsnog in Israëlische toestellen terechtkomen.
Bekend is dat het Nederlandse Fokker dergelijke unieke onderdelen voor de F-35 produceert. Liesbeth Zegveld, advocaat namens de drie organisaties, zei daarover: ‘Israëlische F-35’s worden in de VS gebouwd met Nederlandse onderdelen. Iedere F-35 begint in Hoogeveen, bij Fokker. Dat mag niet en de Staat weet dat.’
De uitspraak betekent dat een nieuwe rechtszaak nodig is, zodat iedere uitvoer van F-35-onderdelen met eindbestemming Israël ook daadwerkelijk stopt. Wij beraden ons samen met onze partners Oxfam Novib en PAX op verdere (juridische) stappen.