In de Duitse stad Oldenburg heeft de rechter het verbod van een BDS-bijeenkomst onwettig verklaard. Een uitspraak met mogelijk belangrijke gevolgen.
De zaak draait om het verbod van een bijeenkomst van de lokale BDS-beweging, gepland voor 18 mei 2016, door het gemeentebestuur van Oldenburg. Dat verbod heeft een curieuze geschiedenis. B&W verleende in eerste instantie toestemming voor de bijeenkomst, verbood die vervolgens, maar kwam aansluitend met een alternatieve locatie op de proppen, om die tenslotte ook te verbieden.
De BDS-beweging is een internationale coalitie van organisaties die gehoor geven aan de Palestijnse oproep om Israël door middel van onder meer boycots te dwingen het internationaal recht te respecteren. BDS staat voor Boycots, Desinvesteringen en Sancties – legitieme en geweldloze middelen waarmee de Palestijnen zich trachten te verweren tegen de bezetting en kolonisering van hun land en de permanente rechteloosheid waarmee die gepaard gaan.
Dertien jaar na de oprichting is de BDS-beweging uitgegroeid tot een sterke coalitie van mensenrechten- en vredesorganisaties, vakbonden, kerken en andere maatschappelijke organisaties. Israël zet alle mogelijke middelen in om de BDS-beweging te bestrijden – niet met argumenten, maar met ‘andere middelen’, waarvan wij eerder een uitgebreide inventarisatie publiceerden. Die ‘Oorlog tegen BDS’ wordt wereldwijd uitgevochten, ook in Oldenburg.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente Oldenburg met haar twee opvolgende verboden ‘ernstige inbreuk’ heeft gemaakt op de vrijheid van meningsuiting en vergadering van de gedupeerden. De rechter noemde het recht op vrijheid van meningsuiting ‘een van de belangrijkste mensenrechten’, een kernwaarde in een op vrijheid gebaseerde democratie.
Het stadsbestuur van Oldenburg motiveerde de verboden destijds met ‘angst voor ongeregeldheden’. Het zou zijn gewaarschuwd dat er een protestactie van ‘tachtig tot honderd’ personen tegen de BDS-bijeenkomst op komst was. De organisatoren van de bijeenkomst stelden dat die bedreiging juist vroeg om hun bescherming, en niet om het verbod van hun bijeenkomst – het doel van het dreigement.
De rechter wees het motief van de gemeente van de hand als ‘weinig concreet’. Bovendien wees hij op de druk die met name vanuit de Duits-Israëlische Gemeenschap Oldenburg op de burgemeester is uitgeoefend om de bijeenkomsten te verbieden. Twee vanuit het stadhuis verstuurde e-mails bevestigen dat het tweevoudige besluit inderdaad door de burgemeester lijkt te zijn genomen, en dat die zich zelfs bewust was van de juridische kwetsbaarheid ervan.
Tijdens de zitting bleek de gemeente het geloof in de eigen argumentatie te zijn verloren, getuige de nieuwe reden die werd opgebracht om de verboden te schragen: een beroep op een gemeentelijke richtlijn die ‘uitingen van antisemitisme’ verbiedt. Dat bood de gedupeerde organisatoren de kans uit te leggen dat BDS draait om Palestijnse mensenrechten, en niets met antisemitisme te maken heeft. De rechtbank heeft geen reden gezien daaraan te twijfelen, getuige haar gedecideerde uitspraak.
De uitspraak heeft grote betekenis als testcase voor de houdbaarheid van de draconische boycotmaatregelen die in steden als München, Frankfurt en Berlijn tegen de BDS-beweging zijn ingesteld of worden afgedwongen. Tot veler verbazing voeren ook de Duitse Groenen een lastercampagne tegen de BDS-beweging, waarin krachttermen als antisemitisme en gelijkenis met nazipraktijken niet worden geschuwd.
In april van dit jaar publiceerde de Duitse politica Annette Groth in The Electronic Intifada een angstaanjagend beeld van de ontwikkelingen in haar land. De titel van haar artikel spreekt boekdelen: Will boycotting Israel become a crime in Germany?
Nu heeft de rechter in Oldenburg dus een serieuze dam opgeworpen tegen deze stroom aan, vanuit democratisch perspectief, ingrijpende ontwikkelingen. In navolging van onder meer de EU en de Nederlandse regering oordeelt hij dat BDS wordt beschermd door de vrijheid van meningsuiting en vergadering.
De coördinator van de Oldenburgse BDS-beweging, Christoph Glanz, stelde verheugd dat de weg eindelijk vrij is om op de gewenste podia te kunnen uitleggen waar de beweging voor staat, en kondigde aan een nieuwe bijeenkomst te organiseren.
Dat zal nog steeds niet vanzelf gaan. De gerechtelijke uitspraak ten spijt trachten de Duits-Israëlische Gemeenschap en andere organisaties nu een anti-BDS-resolutie door de gemeenteraad te loodsen.