Rechtvaardigheid voor Palestijnen is in politiek Den Haag mijlenver weg
Sinds de verkiezingen van 22 november 2023 is een rechtvaardig Nederlands Palestina/Israël-beleid nog verder weg dan daarvoor. Dat is de onafwendbare conclusie van een week vol debatten in politiek Den Haag.
Dit stuk in 1 minuut
Afgelopen week vonden in Den Haag vijf bijeenkomsten plaats over Palestina/Israël. Twee rondetafelgesprekken weerspiegelen de gure wind die waait na de verkiezingswinst van het rechtse politieke blok.
UNRWA Onder Vuur
Op 20 juni besprak de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de rol van UNRWA in Gaza. UNRWA, de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen, wordt door Israël beschuldigd van betrokkenheid van twaalf medewerkers bij een aanval op 7 oktober 2023. Nederland en 15 andere landen staakten daarop hun financiering, ondanks gebrek aan bewijs.
Tijdens het rondetafelgesprek voerde Hillel Neuer van Israël-lobbyclub UN Watch een beschamende tirade waarin hij UNRWA onder meer vergeleek met Stalin. Hij kreeg steun van de PVV en CIDI. Het betoog van voormalig UNRWA-directeur Matthias Schmale was daarentegen weloverwogen en realistisch; hij verdedigde de organisatie en benadrukte de onmisbaarheid van UNRWA.
Explosieve Onthulling
Onderzoek heeft onthuld dat interim-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Geoffrey van Leeuwen een solo-besluit nam om de financiering van UNRWA te stoppen, tegen adviezen in. Dit besluit kreeg steun van PVV, ChristenUnie en SGP, maar leidde tot ergernis onder ambtenaren en andere ministers.
Hulpverlening Aan Gaza
Een dag eerder organiseerde dezelfde Kamercommissie een gesprek over hulpverlening aan Gaza, met controversiële gast Elad Goren van COGAT, de organisatie die verantwoordelijk is voor de blokkade van Gaza. DENK en andere partijen boycotten zijn aanwezigheid. Vertegenwoordigers van Artsen zonder Grenzen en UN OCHA benadrukten de noodzaak van UNRWA en bekritiseerden de Israëlische aanvallen op gezondheidszorg.
Handel Boven Mensenrechten
In debatten over het Nederlandse mensenrechtenbeleid en de Europese Raad Buitenlandse Zaken viel op dat handel prioriteit krijgt boven mensenrechten. Het nieuwe kabinet lijkt minder kritisch op Israël, dat vaak wordt ontzien bij sancties, ondanks schendingen van internationaal recht. Dit bleek ook uit de gebrekkige hulp aan de in Gaza vastzittende Nederlander Abed el-Attar.
Lees verderLees minder
Afgelopen week stonden in politiek Den Haag vijf bijeenkomsten met betrekking tot het thema Palestina/Israël op de agenda. Zoals aangekondigd in onze laatste nieuwsbrief blikken we daar in dit artikel op terug. Daarbij staan twee rondetafelgesprekken model voor de gure politieke wind die er sinds de verkiezingswinst van het rechtse politieke blok – de PVV in het bijzonder – in Nederland waait.
Hulporganisatie UNRWA op de korrel
Op donderdag 20 juni organiseerde de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een rondetafelgesprek met als thema ‘de rol van UNRWA in Gaza’. UNRWA is de VN-hulporganisatie die sinds 1949 is belast met de zorg voor Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen in de door Israël bezette gebieden (waaronder de Gazastrook) en omringende landen. Nederland financiert het werk van UNRWA al jaren.
Vanwege zijn lange ervaring en bijzondere deskundigheid speelt UNRWA logischerwijs de hoofdrol in de huidige hulpverlening aan de bevolking van Gaza. Die rol kwam echter ter discussie te staan toen Israël UNRWA er op 26 januari van beschuldigde dat twaalf medewerkers (op een totaal van 32 duizend) betrokken zouden zijn geweest bij de aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Als gevolg daarvan staakten 16 landen, waaronder Nederland, hun financiering.
In een artikel waarin wij vorige week op het rondetafelgesprek vooruitblikten beschreven we hoe UNRWA en de VN reageerden op de beschuldiging, waarvoor Israël tot op heden geen bewijs heeft geleverd. Gevolg is dat de meeste landen hun financiering van UNRWA inmiddels hebben hervat. De Nederlandse regering, die haar bijdrage voor dit jaar al vóór de Israëlische beschuldiging had overgemaakt, maakte bekend toekomstige financiering van UNRWA te zijner tijd ‘in overweging’ te zullen nemen.
Beschamende tirade
Voor het rondetafelgesprek waren uiteraard medewerkers van UNRWA uitgenodigd. Zij kwamen echter aan het woord tijdens het tweede deel van de bijeenkomst, die besloten was en waarover geen informatie beschikbaar is. In het eerste, openbare deel – hier terug te kijken – kwam voormalig UNRWA-directeur Matthias Schmale aan het woord. Hij werd voorafgegaan door Hillel Neuer, directeur van UN Watch, een Zwitserse ngo die zegt de activiteiten van de VN kritisch te volgen. Een blik op de website van de organisatie leert echter dat UN Watch bovenal een fanatieke pro-Israël-lobbyclub is die een jarenlange kruistocht voert tegen alle VN-initiatieven die de Palestijnen ten goede komen, waaronder UNRWA.
Neuer was uitgenodigd op initiatief van Kamerlid Dennis Ram van de PVV, de partij die net als UN Watch en de Israëlische regering de ontwrichting van UNRWA nastreeft. Zij faciliteren daarmee de genocidale catastrofe die zich in Gaza voltrekt. Naast de PVV kon Neuer ook rekenen op de zichtbare steun van een aanwezige medewerker van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Neuer stelde zijn bondgenoten niet teleur: hij hield een beschamende tirade, waarin hij UNRWA onder meer vergeleek met Stalin en beschuldigde van verheerlijking van Hitler, en een paar maal grof uithaalde naar Kamerleden van onder meer GroenLinks-PvdA en DENK.
Robuuste procedures UNRWA
Het betoog van Matthias Schmale was daarentegen weloverwogen en realistisch. Hij benadrukte de onmisbaarheid van UNRWA onder de huidige omstandigheden, aangezien niemand in staat is de UNRWA-taken over te nemen. Hij herhaalde nog maar eens dat UNRWA destijds als een tijdelijke organisatie in het leven is geroepen, maar dat het uitblijven van een politieke oplossing voor de kwestie-Palestina betekent dat er nog altijd geen (Palestijnse) staat is om de activiteiten aan over te dragen. Voor die noodzakelijke oplossing is niet UNRWA, maar de internationale gemeenschap verantwoordelijk.
Hij ging ook in op de aanwezigheid van een ondergronds tunnelnetwerk in Gaza, en herhaalde dat UNRWA in het verleden tunnels sloot in het uitzonderlijke geval die onder bijvoorbeeld een school werden ontdekt. UNRWA heeft echter geen opsporingsmandaat en beschikt ook niet over een politie of vergelijkbare instantie. Schmale prees de robuuste procedures waarmee UNRWA de eigen neutraliteit garandeert, al was hij realist genoeg om te erkennen dat er onder de extreem moeilijke omstandigheden waaronder UNRWA werkt altijd verbeterpunten zullen zijn.
Explosieve onthulling
Het debat over UNRWA kreeg deze week nog een extra en potentieel explosieve dimensie, naar aanleiding van onderzoek van de organisatie van onderzoeksjournalisten Investico en weekblad De Groene Amsterdammer. Daaruit blijkt dat het besluit van Nederland om eind januari de financiering van UNRWA te staken een solo-actie was van interim-minister Geoffrey van Leeuwen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (VVD). Naar aanleiding van de onbewezen Israëlische beschuldiging tegen twaalf UNRWA-medewerkers stelde hij destijds:
De aanklacht is dat met VN-geld, eigenlijk met ons geld, ook de aanslag is gepleegd op 7 oktober. […] Voor het moment gaat er geen extra geld naar UNRWA toe.
Uit het onderzoek blijkt dat deskundige ambtenaren zich eind januari over de beschuldiging zouden buigen en de minister zouden adviseren hoe ermee om te gaan. Van Leeuwen wachtte dat advies echter niet af en besliste op eigen houtje. Zijn maatregel kon op steun rekenen van onder meer de PVV, ChristenUnie en SGP, die UNRWA al jaren proberen te ondermijnen, zoals het onderzoek ten overvloede aantoont. Maar onder ambtenaren heerste ergernis over zijn eigengereide handelen.
Toen het ambtelijk advies uiteindelijk verscheen bleken niet alleen de ambtenaren, maar ook minister Hanke Bruins Slot van Buitenlandse Zaken (CDA) beducht voor de potentieel grote negatieve gevolgen van de opschorting van de financiering. Het leidde uiteindelijk tot de met allerlei voorwaarden omgeven bekendmaking dat toekomstige financiering van UNRWA ‘in overweging’ zal worden genomen. Maar zeker is dat over Van Leeuwen-gate het laatste woord nog niet is gezegd.
Een sterk punt van het onderzoek is de ruime aandacht voor de jarenlange desinformatie- en lastercampagnes tegen UNRWA van politici en lobbyclubs als UN Watch – en, voegen wij daaraan toe, van het CIDI. Voor Geoffrey van Leeuwen bracht het nog meer pijnlijks aan het licht: vlak voor zijn aantreden als interim-minister blijkt hij een hele serie tweets met felle anti-Palestijnse propaganda en desinformatie van zijn telefoon te hebben verwijderd.
Uithongeraars van Gaza uitgenodigd
Een dag voor het UNRWA-debat organiseerde dezelfde Kamercommissie ook al een rondetafelgesprek, gewijd aan ‘de hulpverlening aan Gaza’. Ook daarvoor werd door PVV’er Dennis Ram een bij voorbaat omstreden gast uitgenodigd: de Israëlische kolonel Elad Goren, vertegenwoordiger van COGAT, het onderdeel van het Israëlische ministerie van Defensie dat de ‘civiele aangelegenheden’ met betrekking tot de door Israël bezette Palestijnse gebieden coördineert.
Als zodanig is COGAT verantwoordelijk voor de uithongering die Israël als wapen tegen de bevolking van Gaza inzet, schreven we in een voorbeschouwing op de bijeenkomst. Sterker, om (onder andere) die reden kan het Internationaal Strafhof ieder moment een arrestatiebevel uitvaardigen tegen de baas van COGAT, minister van Defensie Yoav Gallant, en tegen premier Benjamin Netanyahu. Nog los van de huidige Israëlische misdaden houdt COGAT de Gazastrook al sinds 2007 in een wurggreep, en heeft ook de Palestijnse bevolking van de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem op allerlei manieren van COGAT te lijden. Om die redenen noemden we het besluit COGAT uit te nodigen ‘verbijsterend’.
Stephan van Baarle van DENK maakte aan het begin van de bijeenkomst bekend niet met COGAT – ‘dat honger als een wapen inzet’ – in een vergadering te willen zitten en de zaal te verlaten. De SP en Partij voor de Dieren verklaarden zich te verzetten tegen de aanwezigheid van COGAT en om die reden geen vragen te zullen stellen. Kolonel Goren, die de militaire rol van COGAT onderstreepte door in uniform te verschijnen en nadrukkelijk te verklaren dat ‘wij in oorlog zijn met Hamas’, kreeg dan ook weinig aandacht.
Hulpverlening onder druk
Informatiever waren de bijdragen van de vertegenwoordigers van Artsen zonder Grenzen (AzG) en het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (UN OCHA), die ook waren uitgenodigd. Beiden spraken niet alleen over hun eigen werk, maar benadrukten ook het belang van UNRWA in Gaza.
Meinie Nicolai van AzG, die zelf tot februari in Gaza werkte, vertelde dat Israël systematisch aanvallen op de gezondheidszorg uitvoert. Daarbij waren AzG-medewerkers gedood die voor het geweld schuilden in gebouwen waarvan de coördinaten aan het Israëlische leger waren doorgegeven. Ook had haar organisatie meermalen personeel moeten evacueren. Kolonel Goren beschuldigde AzG van het verspreiden van desinformatie.
Desgevraagd verklaarde Nicolai dat er in de ziekenhuizen waar AzG werkte nooit wapens of militaire activiteiten van Hamas waren gesignaleerd, en dat haar organisatie dat ook niet zou accepteren. In de 32 jaar die zij voor AzG werkte had de organisatie altijd strikt de hand gehouden aan onpartijdigheid en neutraliteit.
PVV-Kamerlid Dennis Ram ontkende glashard dat er sprake is van honger in Gaza.
Nicolai vertelde verder dat er in Gaza niet eerder sprake was van ondervoeding, maar er nu kinderen van honger stierven. Die catastrofale situatie zette de hulpverlening onder nog grotere druk, beaamde ook Moria Little van UN OCHA, aangezien wanhopige Gazanen in toenemende mate voedselkonvooien en opslagplaatsen proberen te plunderen.
Gênant was dat de Kamerleden Don Ceder (ChristenUnie) en Dennis Ram (PVV) een semantische discussie begonnen over de vraag of er in Gaza sprake is van een hongersnood of van catastrofale honger. Moria Little zette beide heren op hun plaats met de opmerking dat het voor een moeder niet uitmaakt of haar kind sterft door hongersnood of door catastrofale honger.
Eerder op de dag had zich eenzelfde beschamend tafereel voorgedaan tijdens een debat over de begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Daarin ontkende PVV-Kamerlid Ram glashard dat er sprake is van honger in Gaza. Volgens hem overlijden er geen kinderen in Gaza en ontvangen alle Gazanen iedere dag voldoende voedsel. Deze leugens gingen niet alleen de oppositiepartijen, maar ook de VVD te ver.
Handel boven mensenrechten
Er vonden afgelopen week nog twee debatten plaats waarbij de kwestie-Palestina/Israël een rol speelde: een debat over het Nederlandse mensenrechtenbeleid op 17 juni van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken, en een debat over de Europese Raad Buitenlandse Zaken van dezelfde commissie op 20 juni.
Tijdens het debat over het mensenrechtenbeleid viel opvallend vaak het woord ‘handel’. Dat mag kenmerkend heten voor de samenstelling van de huidige Tweede Kamer. De verwachting is dat het buitenlandbeleid van het komende kabinet van PVV, VVD, BBB en NSC meer op handel gericht zal zijn dan op mensenrechten, internationale rechtsorde en internationale solidariteit. In het hoofdlijnenakkoord van het kabinet schittert het woord mensenrechten door afwezigheid.
En dat terwijl beoogd minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp, behoort tot de NSC van Pieter Omtzigt, de partij die zich erop laat voorstaan het recht en de rechtsstatelijkheid hoog in het vaandel te voeren. Tekenend is ook dat NSC-Kamerlid Femke Zeedijk tijdens het debat geen woord wijdde aan de mensenrechtenschendingen in Gaza. Datzelfde gold voor haar partijgenoot Isa Kahraman tijdens het andere genoemde debat. Het lijkt er sterk op dat NSC, in navolging van de coalitiegenoten, als het erop aankomt Israël ziet als een bondgenoot die boven de wet staat, of althans niet al te kritisch moet worden bejegend.
Israël uitgezonderd van sancties
Al even opmerkelijk was de opvatting van minister Bruins Slot, die stelde dat het niet aan de Nederlandse regering is om Israël sancties op te leggen vanwege zijn schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht – denk daarbij niet alleen aan Gaza, maar ook aan de bouw van illegale nederzettingen op de Westoever en in Oost-Jeruzalem, die door de internationale gemeenschap al 57 jaar op zijn beloop wordt gelaten. Daarover moet eerst een rechter een oordeel vellen alvorens eventueel sancties kunnen worden getroffen, aldus de minister.
Aan het besluit om de Nederlandse bijdrage aan UNRWA te staken kwam echter, zagen we hierboven, geen rechter te pas, en hetzelfde geldt voor eerdere sancties tegen de Palestijnse Autoriteit, de Palestijnse landbouworganisatie UAWC en landen als Rusland. Nog altijd wordt Israël nadrukkelijk uitgezonderd als het gaat om handhaving van het internationaal recht. Dat het dat recht systematisch aan de laars blijft lappen is geen wonder.
De vraag naar sancties kwam ook aan de orde in verband met de jarenlange Israëlische bedreigingen, intimidatie en chantage van de hoofdaanklaagster van het Internationaal Strafhof in Den Haag, waarover wij eerder deze week schreven. Naar aanleiding daarvan is de Israëlische ambassadeur op het ministerie van Buitenlandse Zaken ontboden, maar sancties en zelfs iedere vorm van publiciteit bleven achterwege. Groot is het contrast met de ontmaskering van Russische spionage bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag in 2018. Die werd groot in het nieuws gebracht en de vier betrokken Russen werden subiet het land uitgezet.
Hoe zinvol is dit eindeloze ontzien van Israël eigenlijk, was ten slotte impliciet de vraag tijdens de debatten. Heeft Nederland er baat bij? Het antwoord is nee, als de schrijnende situatie van de Nederlander Abed el-Attar uit Almere als maatstaf wordt genomen. El-Attar zit al sinds 7 oktober 2023 onder erbarmelijke omstandigheden vast in de Gazastrook. Hij is inmiddels dertig kilo afgevallen. Ondanks wanhopige oproepen van familie, vrienden en maatschappelijke organisaties is het kabinet er niet in geslaagd Israël ertoe te bewegen hem de grens met Egypte te laten passeren. Nederland krijgt daar geen toestemming voor, moest Bruins Slot erkennen, de ‘uitstekende betrekkingen’ met Israël ten spijt.