Een 22-jarige Palestijn werd door een Israëlische officier per telefoon geïnformeerd over zijn aanstaande liquidatie, die twee weken later werd uitgevoerd. Het dreigen met dood en verminking blijkt een gangbare Israëlische praktijk, waarbij opvallend vaak de naam van een zekere Captain Nidal opduikt.
Een 22-jarige Palestijn werd door een Israëlische officier per telefoon geïnformeerd over zijn aanstaande liquidatie, die twee weken later werd uitgevoerd. Het dreigen met dood en verminking blijkt een gangbare Israëlische praktijk, waarbij opvallend vaak de naam van een zekere Captain Nidal opduikt.
‘We komen je doodschieten ten overstaan van je moeder’. Dat was de boodschap die de 22-jarige Palestijn Ra’id al-Salhi telefonisch kreeg meegedeeld. De beller: een Israëlische officier die achter het pseudoniem Captain Nidal schuilgaat. Twee weken daarna werd Ra’id buiten zijn huis doorzeefd met kogels, terwijl zijn moeder in de kamer zat.
In eerste instantie overleefde de jongeman de kogelregen, maar de schade aan zijn organen werd hem alsnog fataal. Hij stierf afgelopen zondag aan de verwondingen die hij 25 dagen eerder, op 9 augustus, opliep bij wat een aangekondigde liquidatie blijkt te zijn geweest. Die kennis danken we aan de journalisten Gideon Levy en Yumna Patel, die onafhankelijk van elkaar de familie Al-Salhi bezochten, en de aangrijpende gebeurtenissen in Haaretz (€) en op Mondoweiss reconstrueerden.
In beide artikelen komt een zekere Captain Nidal voor, pseudoniem voor de Israëlische officier die Ra’id al-Salhi telefonisch op de hoogte stelde van diens naderende dood, en mogelijk ook betrokken was bij de uitvoering. Captain Nidal, zo blijkt uit de getuigenissen van Ra’ids broers en moeder, blijkt berucht, en wordt gevreesd door de jonge generatie Palestijnen in de vluchtelingenkampen.
Dat beeld wordt bevestigd door de in Bethlehem gevestigde NGO Badil, die in augustus 2016 een rapportage publiceerde over het geëscaleerde Israëlische geweld tegen Palestijnse jongeren, en meer specifiek het beleid om hen opzettelijk te verminken. Daarin duikt dezelfde Captain Nidal op, die zijn plannen met de jongeren in het vluchtelingenkamp Al-Duhayshah – het kamp waar ook Ra’id al-Salhi leefde – aldus formuleerde:
He made statements about his intention to injure the youth of the camp, including: ‘I will make all the youth of the camp disabled’, ‘I will have all of you walking with crutches and in wheelchairs’, ‘I will make half of you disabled, and let the other half push the wheelchairs’, and ‘I will make all of you stand in line at the ATM waiting for your disability subsidies and assistance’.
De getuigenissen van de Al-Salhi’s en de rapportage van Badil schetsen een realiteit waarin jonge Palestijnen bewust gedood of verminkt worden. Een belangrijke vraag is hoe het kan dat een hoge officier, een jaar nadat rond hem ernstige misstanden zijn gerapporteerd, in staat wordt gesteld tot nog aanzienlijk ernstiger misstanden. Badil wijst op een brede praktijk, waarin het fysiek en mentaal terroriseren van de Palestijnse samenleving de maat der dingen is:
These threats indicate that these actions are not accidental or isolated incidents, but rather result from a systematic Israeli military policy aimed at suppressing resistance, terrorizing Palestinian youth, and permanently injuring them and/or causing significant damage to their physical and mental well-being.
De getuigenissen geven een gedetailleerd beeld van de Israëlische razzia’s die elke nacht – in 2017 ruim veertig per week, waarbij naar schatting 3500 veelal jonge Palestijnen zijn opgepakt – plaatsvinden in Palestijnse steden, dorpen en vluchtelingenkampen. Bij de nachtelijke invallen wordt grof geweld gebruikt, vallen talloze gewonden en frequent doden, worden vernielingen aangericht en eigendommen ontvreemd.
Ik koester een diepgewortelde hoop op vrede in het midden-oosten met gerechtigheid als basis.
Doekle Terpstra
Bestuurder