Overwinning van Trump brengt hardliners aan boord.
Na de verkiezingsoverwinning van Donald Trump ziet het Amerikaanse politieke landschap er opeens heel anders uit, met potentieel grote consequenties voor het Israëlisch-Palestijnse conflict.
De stroeve relatie tussen Netanyahu en Obama van de afgelopen acht jaar, die overigens niets afdeed aan de immense militaire en politieke steun van de Verenigde Staten voor Israël, maakt plaats voor een symbiotische verhouding die zijn weerga niet kent. Twee topadviseurs van Trump kondigden aan dat de VS haar ambassade zal verplaatsen naar Jeruzalem en dat de nederzettingen best mogen worden uitgebreid en absoluut geen obstakel zijn voor de vrede. De Palestijnen kunnen hun eigen onafhankelijke staat wel vergeten.
Al eerder was duidelijk dat Trump en Netanyahu veel affiniteit met elkaar hebben. Niet alleen hebben ze karakterologisch het nodige gemeen – vulgair, grof, manipulatief, opportunistisch – maar ook qua conservatief gedachtengoed. Trump heeft “Obama een ramp voor de joodse staat” genoemd en nu hij, geheel onverwacht, werd verkozen als diens opvolger, is er in Israël alle reden om te juichen en te jubelen.
En dat was precies wat (ultra)rechtse Israëlische politici deze week in alle toonaarden deden. De nieuwe bewoner van het Witte Huis is een geestverwant die zich, niet gehinderd door grote kennis van buitenlandse politiek, vooral laat leiden door zijn zakeninstinct (“waar kan ik profijt van trekken”) en invloedrijke vrienden. Het is de moeite waard Trumps’ entourage nader te bekijken.
De miljardair Sheldon Adelson steunde de verkiezingscampagnes van Trump en Republikeinse kandidaten voor het Congres en de Senaat met tientallen miljoenen dollars. Voor hem een peulenschil, want Adelson is volgens Forbes een van de rijkste mannen ter wereld (hij staat in 2016 op nummer 14 van de Forbes-400). Adelson is überhaupt de grootste politieke donor in de Verenigde Staten en was dit jaar de belangrijkste donor van de Trump-campagne.
De casinomagnaat financiert ook de Joodse Republikeinse Coalitie en andere pro-Israël lobbygroepen in de VS. Hij is niet alleen uiterst invloedrijk in de Amerikaanse politiek, maar ook in Israël zelf. Adelson is nauw bevriend met Netanyahu en steunt hem onder andere via zijn gratis krant HaYom, sinds enkele jaren de krant met de grootste oplage in Israël. Trump zond na zijn verkiezingsoverwinning een verklaring naar HaYom waarin hij zijn persoonlijke sympathie voor Israël nog eens benadrukte. “Ik respecteer en hou van Israël en zijn burgers”, aldus Trump, “Israël vertegenwoordigt een sprankje hoop voor de wereld”.
Ook Newt Gingrich zit op één lijn met ultrarechts in Israël. Hij was de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden van 1995 tot 1999 en voerde een felle oppositie tegen president Bill Clinton. Gingrich, die banden heeft met uiterst-rechtse blogs en organisaties, wordt nu genoemd als Trumps’ mogelijke minister van Buitenlandse Zaken. Gingrich noemde eerder de Palestijnen een volk dat eigenlijk niet bestaat en “uitgevonden” is.
De vroegere burgemeester van New York, Rudy Giuliani, is in de race om minister van Justitie te worden. Die bepleitte onlangs dat de VS in het kader van een vredesregeling niet langer voor de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat moeten zijn. Het Republikeinse verkiezingsprogramma zegt niets over een tweestaten-oplossing en een Palestijnse staat. Giuliani staat bekend als een van de trouwste Amerikaanse vrienden van “Bibi” Netanyahu. Hij is voorstander van het opnemen van Israël in de NAVO.
John Bolton, de vroegere VS-ambassadeur in de Verenigde Naties, staat eveneens op de nominatie een prominente rol te spelen in de regering van Trump. Vorig jaar bepleitte Bolton publiekelijk het bombarderen van Iran’s nucleaire installaties om een “gunstiger” atoomverdrag met Iran af te dwingen. Ook Bolton is tegenstander van de stichting van een Palestijnse staat. Als oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict ziet Bolton de “teruggave” van Gaza aan Egypte en de opdeling van de Westelijke Jordaanoever tussen Israël en Jordanië.
Met Amerikaanse en Israëlische politici die hetzelfde ideologische idioom spreken en op dezelfde politieke golflengte zitten, waar nul begrip en steun bestaat voor Palestijnse rechten en aspiraties en weinig respect voor het internationaal recht, lijkt het Israëlisch-Palestijnse conflict in een nieuwe fase te zijn beland.
De grote vraag is in hoeverre Trump zal luisteren naar zijn adviseurs en ministers en in hoeverre hij zich zelf met de kwestie zal bemoeien. Als dat laatste gebeurt, dan zijn verrassingen niet geheel uitgesloten.
Udi Dekel, directeur van een Israëlische denktank, stelde voor om Trump – de grote deal maker – te vragen een deal te bewerkstelligen. Die deal zou er kort gezegd op neerkomen dat de grote nederzettingen naar Israël gaan en dat er een bouwstop komt in de outposts, de nederzettingen die Israël uiteindelijk niet wil inlijven. Het resterende gebied, eventueel aangevuld met Palestijnse bevolkingscentra in Israël zelf, zou dan aan de Palestijnen kunnen worden gegeven voor een eigen “staat”.
Deze “oplossing” moge out of the box denken vertegenwoordigen, maar zij is natuurlijk strijdig met het internationaal recht en met alle VN-resoluties over het conflict. De rechten en aspiraties van het Palestijnse volk zullen er niet door worden gerealiseerd. Maar daar hebben Trump, Adelson, Gingrich, Giuliani, Bolton en consorten geen boodschap aan.