Amerikaanse stap is vergelding voor onderzoek Strafhof naar Amerikaanse oorlogsmisdaden in Afghanistan. Ook een mogelijk komend onderzoek naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden speelt een rol.
Het besluit betekent dat hoofdaanklaagster Fatou Bensouda van het Internationaal Strafhof in Den Haag geen toestemming meer krijgt de Verenigde Staten te bezoeken. Ook worden haar financiële tegoeden in de VS geblokkeerd. De sancties gelden ook voor een naaste medewerker van Bensouda. Een aantal niet bij name genoemde andere medewerkers krijgt te maken met visumbeperkingen.
In juni gaf president Donald Trump zijn minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo toestemming om sancties in te stellen tegen medewerkers van het Strafhof die betrokken zijn bij onderzoeken naar mogelijke oorlogsmisdaden van Amerikaanse militairen en Amerikaanse bondgenoten. Met de sancties tegen Bensouda en haar medewerkers heeft Pompeo nu een eerste stap gezet. Hij kondigde aan dat andere medewerkers, alsmede organisaties en individuen die het Strafhof assisteren, dezelfde strafmaatregelen boven het hoofd hangt. In april 2019 trok de VS al eens het visum van Bensouda in.
Het Strafhof besloot in maart van dit jaar onderzoek in te stellen naar oorlogsmisdaden in Afghanistan, begaan door de Taliban en Afghaanse en Amerikaanse militairen. Daarnaast is Bensouda voornemens onderzoek in te stellen naar mogelijke Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden in door Israël bezet Palestijns gebied – de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza. Zij maakte één voorbehoud: om er zeker van te zijn dat het Stafhof rechtsbevoegdheid heeft in de bezette gebieden vroeg zij het oordeel van de rechters van de Pre-Trial Chamber van het Strafhof. Het oordeel van deze kamer wordt op korte termijn verwacht.
Pompeo noemde het Strafhof een ‘door en door verrotte en corrupte instelling’, en het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden van Amerikaanse militairen ‘onrechtmatig’. In juni noemde hij het hof een ‘kangaroo court’. Hij stelde dat de VS, net als Israël, een voorbeeldige rechtsstaat is, en dat het hof beide landen ‘om louter politieke redenen in het vizier heeft’. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu noemde het Strafhof in juni ‘gepolitiseerd en geobsedeerd met het uitvoeren van een heksenjacht tegen Israël en de Verenigde Staten, evenals tegen andere democratische landen die de mensenrechten respecteren’. In januari noemde hij het hof ‘antisemitisch’ en riep hij op tot internationale sancties.
Het Strafhof reageerde met een scherpe verklaring, waarin het de Amerikaanse sancties veroordeelde als een ‘ongekende aanval’ op het hof en de internationale rechtsorde in het algemeen. Het verklaart zijn strijd tegen ‘straffeloosheid voor de ernstigste misdaden die de wereld kent’ te zullen voortzetten, ‘onafhankelijk en onbevooroordeeld’.
De Europese Unie reageerde bij monde van buitenlandchef Josep Borrell even scherp. Borrell noemde de Amerikaanse maatregelen ‘onacceptabele pogingen om de werkzaamheden van het hof te saboteren’, en stelde dat de EU het hof en de internationale rechtsorde ‘resoluut zal verdedigen’ tegen pogingen tot ondermijning. Hij riep de VS op sancties terug te draaien. De Franse regering uitte zich in vergelijkbare scherpe termen.
De vooraanstaande mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch veroordeelde de Amerikaanse maatregel als ‘een pervers gebruik van sancties’ en ‘ongehoorde minachting voor de slachtoffers van de ernstigste misdaden ter wereld’. De regering-Trump beschermt oorlogsmisdadigers en intimideert niet alleen het Strafhof, maar indirect iedereen die medewerking verleent aan strafrechtelijke onderzoeken waar de VS bezwaar tegen heeft, aldus de organisatie.
Secretaris-generaal van de VN António Guterres stelde dat hij de Amerikanen zal houden aan de verplichtingen die de VS heeft als vestigingsplaats van het VN-hoofdkwartier in New York. Bensouda woont daar geregeld zittingen van de Veiligheidsraad bij.