Zuid-Afrika presenteert overtuigend bewijs voor Israëlische genocide

Er bestaat een overvloed aan publiek beschikbare informatie die uitwijst dat Israël in Gaza feitelijk en vooropgezet genocide pleegt. Derde staten hebben de plicht om dat te voorkomen. Nederland doet het tegendeel.

Hulpverleners van de VN en de Rode Halve Maan bergen de lichamen van 15 Palestijnse hulpverleners die op 23 maart door Israëlische militairen werden vermoord. © OCHA

‘Dossier van publiek beschikbare bewijzen van genocidale daden van de staat Israël tegen de Palestijnen in Gaza.’ Dat is de titel van de indrukwekkende bundeling van feiten en bronnen die Zuid-Afrika heeft aangeboden aan de VN-Veiligheidsraad.

Overvloedig bewijs

Het dossier wijst uit dat Israëls voortdurende en systematische schendingen van het Genocideverdrag in het publieke domein in groot detail zijn gedocumenteerd. Er bestaat overvloedig bewijsmateriaal van zowel de feitelijke schendingen als van de uitgesproken intentie om die te begaan. In het 227 pagina’s tellende dossier heeft Zuid-Afrika die gedocumenteerd tot 4 februari 2025.

Even overtuigend wordt aangetoond dat Israël de door het Internationaal Gerechtshof op 26 januari, 28 maart en 24 mei 2024 opgelegde maatregelen heeft geschonden. Die hadden tot doel om genocide te voorkomen hangende de door Zuid-Afrika aangespannen ‘genocide-zaak’, waarin de uitspraak pas in 2026 wordt verwacht.

Aanvullende oordelen

Het Zuid-Afrikaanse dossier staat niet op zichzelf, maar sluit aan op andere onderzoeken, rapporten en juridische oordelen. In de introductie noemt Zuid-Afrika het op 5 december verschenen rapport van Amnesty International en de op 21 november door de rechters van het Internationaal Strafhof uitgevaardigde arrestatiebevelen voor de Israëlische premier Netanyahu en (destijds) minister van Defensie Gallant.

Ook sluit het aan bij het in september 2024 verschenen VN-rapport over het onderzoek van een speciale VN-commissie naar Israeli Practices Affecting the Human Rights of the Palestinian People and Other Arabs of the Occupied Territories tussen 7 oktober 2023 en juli 2024. De commissie documenteert onder meer de inzet door Israël van uithongering als oorlogswapen en andere symptomen van genocide.

Voorkomen van genocide

Als motivatie voor het samenstellen van het dossier beroept Zuid-Afrika zich op artikel 1 van het Genocideverdrag, dat landen die bij het verdrag zijn aangesloten verplicht om genocide niet alleen te bestraffen, maar in eerste instantie te voorkomen. Daartoe dienen zij te reageren op signalen van genocide, en niet af te wachten tot bijvoorbeeld een rechter zich daarover uitspreekt. Die signalen liggen huizenhoog opgestapeld, stelt Zuid-Afrika: het is de plicht van alle 153 verdragsstaten om nu in actie te komen – voor het niet meer hoeft.

Ook Nederland heeft die plicht. Niet alleen om genocide op de Palestijnen te voorkomen, maar ook om de internationale rechtsorde te respecteren en verdedigen, zoals vastgelegd in artikel 90 van de Grondwet. Artikel 94 stelt bovendien dat internationale verdragen (zoals het Genocideverdrag) en besluiten van volkenrechtelijke organisaties (zoals het Internationaal Gerechtshof) voorrang hebben op nationale wetgeving.

Plicht en middelen

Samengevat: de Nederlandse regering moet alle beschikbare middelen inzetten om aan die plichten te voldoen. Die middelen zijn er volop: een handelsverbod; opzeggen van het EU-Israël Associatieverdrag; beëindigen van de militaire samenwerking; annuleren van wapenaankopen; en het invoeren van inreisverboden voor Israëlische politici, militairen en kolonisten. Al die sancties – er zijn er meer – zullen gegarandeerd effect hebben, en ook andere verdragsstaten aansporen.

Zo heeft Nederland én de plicht, én de middelen om de genocide in Gaza effectief tegen te gaan. Maar de regering doet het tegendeel: de handel met de illegale Israëlische nederzettingen wordt nog steeds gedoogd en gestimuleerd; de Eerste Kamer staat op het punt om een defensieverdrag met Israël te ratificeren; de wapenaankopen verbreken alle records; en Israëlische militairen en kolonisten kunnen zich hier vrij bewegen. Nog gekker: als het aan de regering ligt, worden onderdelen geleverd voor de Israëlische F-35’s die Gaza bombarderen. Daartoe wil een rechtse meerderheid van de Tweede kamer zelfs de exportregels omzeilen.

Stoel van de rechter

De regering baseert zijn handelwijze op het standpunt dat ze ‘niet op de stoel van de rechter wil gaan zitten’: die moet eerst bevestigen dat inderdaad sprake is van genocide voordat Nederland gehoor geeft aan zijn plicht. Dat argument is niet alleen immoreel, het heeft ook geen rechtsgrond: in het Genocideverdrag komt een dergelijke voorwaarde niet voor. De ‘stoel van de rechter’ wordt ingezet om Israël zijn gang te kunnen laten gaan.

In april 2022 voerde de regering hetzelfde kunstje op om geen sancties te hoeven verbinden aan het Israëlische regime van apartheid. Daarmee ging de regering in tegen de mening van de eigen Extern Volkenrechtelijk Adviseur (EVA) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Die benadrukten dat:

[…] het primair aan de regering [is] om vast te stellen dat in een andere staat […] misdrijven tegen de menselijkheid zijn of worden gepleegd.

Aan de voorwaarde van de regering dat eerst een rechter zich moest uitspreken over de Israëlische apartheid is intussen voldaan. In juli 2024 oordeelden de 15 rechters van het Internationaal Gerechtshof dat Israël zich schuldig maakt aan de misdaad van segregatie en apartheid. Het Hof wijst op de plicht van VN-lidstaten om daar consequenties aan te verbinden. Daarmee zijn Nederlandse sancties tegen Israël onvermijdelijk. Toch zijn die uitgebleven. Zo komt Israël weg met zijn apartheidsregime. En nu met genocide.

Regering negeerde adviezen om Israël te kunnen blijven steunen

Om Israël te kunnen blijven steunen heeft de regering in weerwil van zijn juridische verplichtingen geregeld zwaarwegende adviezen genegeerd. Vier voorbeelden.

  • in oktober 2024 negeerde de regering de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). Die riep de regering met klem op tot concrete maatregelen tegen Israëls genocidale geweld in Gaza.
  • In oktober 2023 negeerde de regering de juridische specialisten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die waarschuwden dat de levering van F-35-onderdelen aan Israël in strijd is met Nederlands verplichtingen onder internationaal recht.
  • In april 2022 negeerde de regering de Extern Volkenrechtelijk Adviseur(EVA) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Die wezen erop dat het primair aan de regering is om te beoordelen of Israël zich schuldig maakt aan apartheid.
  • In februari en april 2014 negeerde de regering de juridische specialisten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die waarschuwden dat het toestaan van handel met Israëls illegale nederzettingen inbreuk maakt op het Palestijnse recht op zelfbeschikking en leidt tot aansprakelijkheid.

‘De Nederlandse steun voor Israël heeft uitzinnige proporties aangenomen’, schreven we eind maart. Bovenstaande voorbeelden illustreren dat ten overvloede.

Lees verder Lees minder
© 2007 - 2025 The Rights Forum / Privacy Policy