Zestig journalistieke organisaties roepen de EU op tot bescherming van journalisten en de persvrijheid in Gaza, op de Westoever en in Israël. Volgens hen tracht Israël een ‘informatievacuüm’ te creëren, dat het opvult met eigen propaganda en desinformatie.
Dat blijkt uit de brief die de European Federation of Journalists deze week namens zestig journalistieke- en mensenrechtenorganisaties aan de Europese Commissie stuurde. De organisaties dringen aan op sancties tegen Israël, waaronder opzegging van het EU-Israël Associatieverdrag. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) heeft zich bij de oproep aangesloten.
Aanleiding tot de oproep is het ‘op ongekende schaal vermoorden van journalisten, en andere schendingen van de mediavrijheid, in strijd met Israëls verplichtingen op het gebied van mensenrechten en internationaal humanitair recht’. Sinds de aanval van Hamas op 7 oktober 2023 heeft de Israëlische regering ‘ongekende stappen gezet om de mediavrijheid in te perken, resulterend in een regime van censuur’, schrijven de organisaties.
Als voorbeeld noemen zij de dood van ruim honderd Palestijnse journalisten in Gaza. Daarmee is sprake van de dodelijkste periode voor journalisten sinds dergelijke data worden geregistreerd. Van vijf journalisten staat vast dat zij door het Israëlische leger bewust werden gedood; van tien anderen wordt dat nog onderzocht. Het netto effect is dat de berichtgeving uit Gaza goeddeels is verstomd.
Twee andere journalisten lijken sinds 7 oktober compleet van de aardbodem verdwenen. Israël weigert informatie te geven over de reden van hun ‘arrestatie’, hun verblijfplaats en zelfs de vraag of zij nog in leven zijn.
Daarnaast is sprake van bredere misstanden. Sinds 7 oktober werden 49 Palestijnse journalisten opgepakt, veelal zonder vorm van beschuldiging. Van hen worden er ten minste 13 in ‘administratieve detentie’ gehouden. Zij kunnen in principe eindeloos worden vastgehouden zonder aanklacht of proces. Journalisten die werden vrijgelaten hebben verklaard te zijn gemarteld of anderszins misbruikt.
Ook wijzen de organisaties op het Israëlische verbod om in Gaza hun werk te doen. Overal ter wereld kunnen journalisten frontlinies bezoeken om met eigen ogen de feiten te aanschouwen, met uitzondering van Gaza. Dat staat in schril contrast met de 2.800 internationale journalisten die tot Israël zelf zijn toegelaten om verslag te doen, schrijven zij.
In hun brief geven de organisaties ook een opsomming van maatregelen waarmee Israël – in de bezette Palestijnse gebieden, maar ook in eigen land – de persvrijheid heeft uitgehold. Daaronder keiharde censuur, anti-media retoriek, intimidatie van- en aanvallen op verslaggevers, het sluiten van mediaorganisaties, en het blokkeren van internet om berichtgeving te verhinderen. In Gaza werden de kantoren van vijftig mediaorganisaties verwoest of beschadigd.
Tot slot stellen de organisaties vast dat geen enkele van de geregistreerde schendingen van de persvrijheid door Israël serieus is onderzocht. Die straffeloosheid begon niet op 7 oktober, schrijven zij erbij. In de 22 jaar daarvoor werden ten minste twintig journalisten door het Israëlische leger gedood zonder dat daar ooit iemand verantwoordelijk voor is gehouden. Een voorbeeld van die praktijk is Shireen Abu Akleh, de Amerikaans-Palestijnse journaliste die in mei 2022 in Jenin werd doodgeschoten.
Journalisten spelen een onmisbare rol in het rapporteren van oorlogsmisdaden en andere schendingen van de mensenrechten. Volgens de journalistieke organisaties tracht Israël een ‘informatievacuüm’ te creëren, dat het opvult met propaganda en desinformatie. Hoewel Israël zelf beweert dat dit de ‘veiligheid’ ten goede komt, leert de geschiedenis dat censuur en het ontzeggen van het recht op informatie de weg naar vrede en veiligheid juist ernstig belemmert.
Op grond van deze feiten roepen de zestig organisaties de EU op tot opschorting van het EU-Israël Associatieverdrag. Dat verdrag verleent Israël grote (handels)voordelen. In artikel 2 wordt het echter afhankelijk gesteld van respect voor ‘de mensenrechten en de democratische beginselen’:
De betrekkingen tussen de Partijen en alle bepalingen van deze Overeenkomst berusten op de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen die ten grondslag ligt aan het interne en externe beleid van de Partijen en die een essentieel onderdeel van deze Overeenkomst vormt.
Daarnaast roepen de organisaties Europese leiders op om zich zonder voorbehoud en publiekelijk in te zetten voor de ongehinderde toegang van journalisten tot Gaza, de bescherming van journalisten, het opheffen van de Israëlische straffeloosheid en andere misstanden.
The Rights Forum juicht het initiatief van de organisaties toe. Daarbij tekenen we aan dat die zich erop moeten voorbereiden dat de Europese Commissie hun oproep negeert. Als zij oprecht zijn in hun zorgen is meer nodig om het aangekaarte onrecht te bezweren. En ook daarin zijn zij onmisbaar.