Een felle reactie op een bizar voorstel van de Israëlische ambassade kost de wethouder de kop. De gemeenteraad liet het gebeuren. De kwestie plaatst het opereren van de Israël-lobby in het volle daglicht.
Bij de zin ‘Dit is een verzoek van de ambassade van Israël’ hadden bij de Hilversumse wethouder Bart Heller misschien de alarmbellen af moeten gaan. Maar dat gingen ze niet. Heller reageerde pittig op het verzoek van een Hilversums gezin om het gemeentehuis in oranje licht te laten baden, ter nagedachtenis aan de Israëlische familie Bibas, die ontvoering door Hamas niet overleefde. Lang verhaal kort: de Israël-lobby zag antisemitisme en Heller heeft zijn functie per direct neergelegd. Heller (GroenLinks) deelde zijn ontslagbrief én het mailtje dat hij de Hilversumse familie stuurde, maandagochtend op zijn Linkedin-profiel.
In het verzoek, naar de wethouder gemaild op 25 februari, wordt het lot van de moeder en twee kinderen Bibas geschetst. ‘Stelt u voor dat dit uw familie was’, neemt de briefschrijver de lezer mee. ‘Een moeder die haar kinderen probeert te beschermen. Een huis dat wordt binnengedrongen. Onschuld die wreed wordt vernietigd.’ Het haar van de Bibas-kinderen was oranje, vandaar het verzoek om oranje licht.
Heller schreef de volgende dag terug dat juist die zinnen hem op het verkeerde been hadden gezet. Zijn gedachten, schreef hij, gingen ‘onwillekeurig naar de situatie in Gaza’. In vette letters vestigt hij de aandacht op de 15 duizend kinderen die Israël in Gaza heeft vermoord. Hij herinnert de briefschrijver aan de ‘ernstige voedselarmoede, zoals dat eufemistisch heet’. Hij vraagt: ‘Zegt de naam Hind Rajab u iets?’
Hij slaat vervolgens aan het rekenen. Als het Hilversumse Raadhuis voor elke twee gedode kinderen 24 uur in licht moet baden, zijn de kinderen Bibas over 7.500 dagen, dus twintig jaar, aan de beurt, ná alle al eerder gedode Palestijnse kinderen in Gaza. ‘Ik hoop dat u mijn reactie wilt delen met de Ambassade van Israël in Nederland’, sluit Heller af.
Het duurde niet lang of opperrabbijn Binyomin Jacobs kreeg er lucht van. Hoe is niet duidelijk, maar het zou kunnen dat de familie die Heller schreef onderdeel is van Christenen voor Israël, waaraan Jacobs verbonden is. De opperrabijn belde de (partijloze) Hilversumse burgemeester Gerhard van den Top. Waar Heller de Israël-lobby niet meteen herkende, liet de Hilversumse gemeenteraad zich door die lobby vérgaand intimideren. Hellers mail, vonden de raadsleden, was ‘problematisch’.
Op maandagochtend diende Heller zijn ontslag in. Zijn antwoord aan de familie was ‘een wethouder onwaardig en had niet verzonden mogen worden’, schrijft hij. Hij schrijft ook dat de gemeenteraad meeging in de antisemitische interpretatie ervan, en noemt de dreiging van mogelijke publicitaire acties van pro-Israël-organisaties CIDI en Christenen voor Israël. Van de inhoud van zijn schrijven wil hij geen afstand doen, dus rest hem niets dan ontslag.
Volgens het Nieuw Israëlitiesch Weekblad (NIW) nam Jacobs het woord ‘antisemitisch’ niet in de mond, zoals Heller in zijn ontslagbrief stelt. Maar de notoire lasterorganisatie wil Heller wél zo framen. Het NIW schrijft dat Heller ‘met zijn suggestie zijn brief naar de Israëlische ambassade te sturen, leden van de Joodse gemeenschap in Hilversum gelijk stelt aan de staat Israël. Volgens de door Nederland aanvaarde IHRA-definitie is dat een voorbeeld van antisemitisme’. Alsof Heller die ambassade zélf had bedacht, in plaats van dat de briefschrijver expliciet had vermeld dat het oranje licht-verzoek van die ambassade kwam. Ziehier de werkwijze van het NIW.
De Israël-lobby heeft zijn volgende slachtoffer gemaakt.