Aanduiding ‘Made in Israel’ is ‘onjuist, misleidend en bedrieglijk’

Het Federale Gerechtshof van Canada heeft geoordeeld dat wijn uit Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied niet langer als ‘Israëlisch product’ mag worden verhandeld.

Onjuist, misleidend en bedrieglijk: wijnen uit bezet Palestijns gebied die worden verhandeld als ‘Israëlisch’ product. Daarmee worden consumenten misleid en wordt de illegale Israëlische kolonisering van Palestijns land gestimuleerd.

Het oordeel van het Canadese hof heeft verstrekkende gevolgen. De betreffende wijnen mogen niet langer als ‘Israëlisch’ worden verkocht en moeten nu worden voorzien van een etiket dat de correcte herkomst weergeeft. Bovendien dient de uitspraak als opstap tot het aanpakken van talloze andere producten die ten onrechte als ‘Made in Israel’ worden verhandeld. En tenslotte zal de uitspraak aanleiding geven tot rechtszaken tegen dezelfde praktijk in andere landen.

Argumentatie

Bij gebrek aan relevante jurisprudentie is het hof diep ingegaan op de argumentatie die door de eiser en de verdediging werd ingebracht, om zich tenslotte te baseren op de kern van de zaak: het onomstreden feit dat de Israëlische kolonies in bezet gebied geen deel uitmaken van de staat Israël.

Etikettering van producten uit die kolonies als ‘Made in Israël’ is daarom ‘onjuist, misleidend en bedrieglijk’, stelde het hof, en voorkomt dat consumenten een beredeneerde keuze kunnen maken:

One peaceful way in which people can express their political views is through their purchasing decisions. To be able to express their views in this manner, however, consumers have to be provided with accurate information as to the source of the products in question.

Daarnaast stelt het hof dat etikettering van de betreffende producten als ‘Israëlisch’ in strijd is met Canadese federale wetgeving. Die schrijft voor dat de herkomst van voedingsproducten, waaronder wijn, ‘eerlijk, niet bedrieglijk en niet misleidend’ moet zijn.

Opmaat

De Canadese zaak werd aangespannen door een burger, David Kattenburg, die bepleitte dat Canadezen bij de aankoop van producten recht hebben op overwogen keuzes, gebaseerd op eerlijke etikettering. Ook stelde hij dat de onjuiste etikettering bijdraagt aan de Israëlische annexatie van delen van de door Israël bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever.

De wijnen waar de zaak om draait worden geproduceerd door Psagot Winery en Shiloh Winery, beide gevestigd in een illegale Israëlische kolonie op de door Israël bezette Palestijnse Westelijke Jordaanoever. In februari van dit jaar publiceerden wij een onderzoek naar de grootschalige fraude met zogenaamde ‘Israëlische’ wijnen, waarin de betrokkenheid van de wijnhuizen Psagot en Shiloh werd vastgesteld.

Kattenburg diende in januari 2017 een klacht in bij de Liquor Control Board of Ontario over de betreffende wijnen, die in Ontario als ‘Made in Israel’ werden verhandeld. Bij uitblijven van een antwoord wendde Kattenburg zich in maart tot de Canadese Voedsel en Waren Autoriteit (Canadian Food Inspection Agency, CFIA), die op 11 juli 2017 een verbod afkondigde op de verkoop van wijnen uit Israëls illegale kolonies (‘nederzettingen’) in bezet Palestijns gebied onder het label ‘Made in Israel’.

De CFIA redeneerde dat de betreffende kolonies geen deel uitmaken van Israël, en dat de verkoop van de wijnen als ‘Israëlisch product’ onjuist en misleidend is, en in strijd met Canadese wetgeving ten aanzien van de etikettering van producten.

Israël-lobby

Op 13 juli 2017 wist de website van de pro-Israëlische lobby-organisatie B’nai Brith Canada te melden dat het besluit van de CFIA zou worden teruggedraaid. Diezelfde dag gebeurde dat inderdaad. Kattenburgs advocaat beschrijft die draai als volgt:

[W]ithin hours of the CFIA’s decision becoming known to the pro-Israel lobby, the lobby persuaded the government of Justin Trudeau to pressure the CFIA into reversing itself.

Wij beschreven de absurde argumentatie waarvan de CFIA zich destijds bediende. Daarop legde Kattenburg de zaak voor aan het Canadese Federale Gerechtshof, die hem nu in het gelijk heeft gesteld. Kattenburgs advocaat spreekt de hoop uit dat de Canadese regering-Trudeau het oordeel van het hof aanvaardt en geen belastinggeld opoffert voor een heilloos hoger beroep.

Nederland en Europa

In Nederland en Europa speelt de kwestie rond de onjuiste etikettering van producten uit de illegale Israëlische kolonies ook al jaren. Belangrijk is de aanstaande uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de vraag of dergelijke producten als ‘Israëlisch’ mogen worden verhandeld. Een op verzoek van het hof uitgebracht juridisch advies stelt onomwonden dat deze praktijk niet is toegestaan. Als het hof het advies overneemt zal dit net als in Canada moeten leiden tot ‘eerlijke, niet bedrieglijke en niet misleidende’ etikettering.

In Nederland wordt het bedrog met zogenaamde ‘Israëlische’ producten door de Tweede Kamer gedoogd. Hoewel de Nederlandse regering de Israëlische kolonisering van de Palestijnse gebieden enerzijds scherp veroordeelt, draagt zij er anderzijds ruimhartig aan bij. Dat gebeurt onder meer door het toelaten van producten uit de Israëlische kolonies tot de Nederlandse markt; ook in Nederland gebeurt dat onder de bedrieglijke noemer ‘Made in Israel’. In november 2018 riep The Rights Forum op tot een verbod op import uit de Israëlische kolonies.

In maart 2019 kwam de HEMA onder vuur vanwege de verkoop van wijn van Teperberg 1870. Dat Israëlische wijnhuis produceert wijn uit druiven die worden verbouwd op de door Israël bezette Palestijnse Westoever. Honderden consumenten riepen de HEMA op haar relatie met Teperberg 1870 te verbreken.

In juni 2019 werd bekend dat de organisatie Christenen voor Israël door het ministerie van Economische Zaken is berispt vanwege de verkoop van producten uit de illegale Israëlische kolonies in bezet gebied als zijnde ‘Israëlisch’.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy