De 42e sit-in van ambtenaren op de stoep voor het ministerie van Buitenlandse Zaken was een bewogen herdenkingsprotest. The Rights Forum was erbij en doet verslag.
Een jaar nadat de genocide in Gaza begon, dringt de vraag zich bij Samira en Pauline dwingender op dan ooit: kun je als ambtenaar blijven werken voor deze regering, of moet je een andere baan zoeken? Beiden deden mee aan vrijwel alle sit-ins voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, met als doel de regering te bewegen zich in te zetten voor een staakt-het-vuren in Gaza. Tijdens de 42e keer, deze donderdagmiddag, proberen ze de balans op te maken. Samira (niet haar echte naam): ‘Ik geloof dat dit de geschiedenisboeken ingaat, en dan heb ik toch gewerkt voor een regering die medeplichtig is aan genocide. Kan ik mezelf nog in de spiegel aankijken? Is blijven waardevoller dan vertrekken?’
De wekelijkse sit-in werd ditmaal, een jaar na de Hamas-aanval en het begin van de genocide in Gaza, aangegrepen om een hele dag te herdenken en actie te voeren. Ten minste tweehonderd ambtenaren en sympathisanten waren aanwezig toen om klokslag twaalf uur een indrukwekkende stilte in acht werd genomen, begeleid door een zachte hartslag uit de speakers. Achter de ambtenaren een enorm knalrood spandoek, gericht aan ministers Caspar Veldkamp (NSC) van Buitenlandse Zaken en Reinette Klever (PVV) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp: ‘Caspar en Reinette, maak ons niet medeplichtig aan genocide’.
Op andere doeken spraken voormalig diplomaten en voormalige ambtenaren van Buitenlandse Zaken zich uit tegen genocide en voor recht en vrede. Bij het podium het spandoek met ‘Ambtenaren eisen een staakt-het-vuren’. The Rights Forum was aanwezig, net als de Stichting Kifaia, Amnesty International, Plant een Olijfboom, Artsen voor Gaza, Oxfam Novib, Pax, Save the Children en Warchild.
Na het verbreken van de stilte met een lang en luid applaus, was het podium voor Jan Pronk, voormalig minister van Ontwikkelingssamenwerking. Het was de bedoeling dat hij een boek met speeches, gehouden sinds de eerste sit-in in december vorig jaar, zou aanbieden aan minister Veldkamp. Maar die sloeg de uitnodiging af en liet zich niet zien. Pronk hield de ambtenaren voor waar dat op neerkomt: ‘Uw boodschap komt onvoldoende over. U bent hier getolereerd, wat betekent dat u bent genegeerd en feitelijk bent geschoffeerd. Terwijl u de ambtenarencode respecteert, en de code van het geweten en het recht.’
Voormalig minister Jan Pronk
Vervolgens zette een bezielde Pronk de punten op een rij waar hij bij Veldkamp op had willen aandringen. Die waren de ambtenaren uit het hart gegrepen. ‘Voer uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof uit!’ Applaus. ‘Onthoud u niet langer van stemmen in de Verenigde Naties!’ Applaus en gejuich. ‘Steun de secretaris-generaal van de VN die in Israël tot persona non grata is verklaard!’ Applaus. ‘Protesteer tegen nog meer bommen en slachtoffers, protesteer tegen etnische zuivering, ontbied de Israëlische ambassadeur!’ Applaus. ‘Stop met leveringen van defensiemateriaal!’ Applaus en gejuich. ‘Verlam de EU niet, maar neem initiatief!’ Applaus. ‘Protesteer tegen het verdierlijken van de Palestijnen!’ Applaus en gejuich. ‘Loop niet zo achter de Verenigde Staten aan! De VS is geen geloofwaardige bemiddelaar! Intensiveer de diplomatie en versterk die door politieke en economische druk!’ Applaus, luid gejuich.
Voormalig diplomaat Berber van der Woude, bestuurslid van The Rights Forum, sprak in de ochtend. Ze las het gedicht ‘Ode aan het verdriet’ voor, van de Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun. Eén zin uit het gedicht, waarin hij Europa (‘jij’) er ongenadig van langs geeft:
Jij, die de vernietiging van de Joden hebt bedacht, de Endlösung die ertoe heeft geleid dat ik als vluchteling ben geboren in het Yarmouk-kamp voor Palestijnse vluchtelingen in Damascus, omdat je in al je schaamteloosheid met Palestina, mijn land, compensatie hebt betaald, als de oplossing voor de Holocaust die jouw witte inwoners, die geloofden in het zuivere arische ras, hebben uitgevoerd.
Van der Woude: ‘Mijn eigen woorden zijn soms even op.’
Bij ambtenaren Samira en Pauline valt een zelfde gevoel te bespeuren. Hoe lang kun je je werkgever aanspreken op zijn verantwoordelijkheid als die weigert te luisteren? Hoe kun je je strijd voor respect voor het internationaal recht het beste voeren? Pauline, die jurist is: ‘Mijn gewetensbezwaren voelen steeds zwaarder. Ik werk voor een regering die de mensenrechten schendt en dat vind ik steeds moeilijker te verdragen. Ik lig er wakker van. Aan de andere kant kan ik door te blijven wel intern de discussie aan blijven gaan. Met een aantal mensen spreken we bijvoorbeeld ons pensioenfonds aan op investeringen in Israël. Dat kan niet meer als ik ontslag neem.’
Samira, bestuurskundige: ‘Ik ben als kind als vluchteling naar Nederland gekomen. Nederland was voor mij het land dat leidend was in de wereld als het gaat om internationaal recht. Dat is snel aan het verdwijnen. Dat is een grote desillusie. Maar moet ik weggaan? Dan is er helemaal geen gesprek meer.’
Beide vrouwen zeggen dat de wekelijkse sit-ins, ook deze bijzondere 42e, op hun afdelingen geen onderwerp van gesprek zijn. Pauline: ‘Er heerst angst om het erover te hebben. Angst om in moeilijke discussies verzeild te raken. Die angst leidt weer tot een doofpot. Een stilte die niet verbroken kan worden. Als ik in de app-groep met collega’s iets deel over de sit-ins, reageert er niemand. De stilte is om te snijden.’
Samira herkent dat: ‘Sommige collega’s laten weten dat ze het goed vinden wat ik doe, maar ook met hen is een gesprek erover moeilijk. Ze sluiten zich ook niet aan. Dat is óók een reden om hier te zijn. De collega’s die hier komen, voelen de urgentie wél.’
Nieuwe sprekers met vlammende betogen beklimmen het podium. Muziek is er ook – geen opzwepende, maar juist ingetogen klanken. Zanger Wasim Arslan en ud-speler Tarek Muazen raken het publiek in de ziel, terwijl achter hen op een scherm de namen voorbij rollen van de slachtoffers in Gaza – van baby’s, peuters en kleuters. Niet van allemaal – dat zou uren duren.
Sinds het begin van de sit-ins is er een regeringswisseling geweest. Inmiddels zetelt er een extreemrechts kabinet. Maakt dat de afweging van ambtenaren Samira en Pauline om te blijven of op te stappen nog urgenter? Samira: ‘Je zou het denken hè? Gevoelsmatig zou je denken dat dit kabinet mensenrechten en het internationaal recht minder serieus neemt dan het vorige. Maar het vorige deed ook helemaal niks.’