Net als in Gaza voert Israël op de Westelijke Jordaanoever een campagne van vernietiging, met de verdrijving van de bevolking als doel. Dit als voorbode voor annexatie.
Op 8 april 2024 waarschuwde het gerenommeerde Lemkin Institute for Genocide Prevention voor de Israëlische genocide op de Palestijnse bevolking van Gaza, maar ook op die van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Israël werkt al sinds 1967 aan de verdrijving van de lokale bevolking, aldus het instituut, om die te vervangen door kolonisten uit vooral Israël, Europa en de VS. Intussen leven ruim 800 duizend kolonisten illegaal in bezet Palestijns gebied.
Tien maanden na de waarschuwing is die bezig uit te komen. Sinds in Gaza vanaf 19 januari een staakt-het-vuren van kracht is, heeft Israël zijn genocidale geweld naar de Westoever en Oost-Jeruzalem verplaatst. Dat richt zich vooral op het noorden van de Westoever, waar de grote Palestijnse vluchtelingenkampen – voormalige tentenkampen die zijn uitgegroeid tot stampvolle, verstedelijkte stadswijken – het doelwit zijn.
Zo wordt sinds 21 januari het vluchtelingenkamp in Jenin belegerd. Op 28 januari volgden de vluchtelingenkampen Tulkarm en Nur Shams bij Tulkarm, en aansluitend het vluchtelingenkamp Al-Fara’a ten westen van Tamun. De vluchtelingenkampen werden rond 1950 opgericht om de tijdens de Nakba door Joodse terreurgroepen verdreven Palestijnen te huisvesten alvorens die zouden terugkeren naar hun dorpen en steden. Sindsdien ontzegt Israël hen dat recht.
Intussen heeft Israël de kampen volledig van de buitenwereld afgesneden, en zet het de methodes in die eerder Gaza onleefbaar hebben gemaakt. De toevoer van elektriciteit, water en gas is afgesloten, en wegen en rioleringen zijn met bulldozers omgeploegd. De kampen worden vanuit de lucht gebombardeerd, huizenblokken worden opgeblazen en bewoners worden door scherpschutters beschoten.
Net als in Gaza worden de Palestijnen die zich nog in de kampen bevinden afgesneden van humanitaire hulpverlening en medische zorg. Ziekenhuizen en (mobiele) klinieken zijn door Israëlische troepen aangevallen, en ambulances wordt toegang tot slachtoffers onthouden. Daar bovenop voert Israël met Nederlandse steun een agressieve campagne tegen UNRWA, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, die het middels wetgeving heeft verboden nog langer actief te zijn in de bezette gebieden.
Net als in Gaza worden de kampen op de Westoever ontvolkt. Op 10 februari meldde UNRWA dat in drie weken 40 duizend van de 76 duizend inwoners zijn verdreven. Volgens VN-organisatie OCHA vielen bij het Israëlische geweld 44 doden, onder wie vrouwen, kinderen en bejaarden: 25 in Jenin, tien in Al-Fara’a en negen in Tulkarm.
Ook UNICEF, de VN-organisatie voor kinderen, luidt de noodklok. Van 1 januari tot 12 februari documenteerde UNICEF de dood van 13 Palestijnse kinderen op de Westoever. Sinds 7 oktober 2023 werden daar door Israël 195 kinderen gedood.
Ook elders op de Westoever draait de verdrijving van de lokale bevolking op volle toeren. Volgens VN-organisatie OCHA werden tussen 4 en 10 februari door Israëlische troepen 49 Palestijnse huizen en andere bouwwerken gesloopt. Het zwaarst getroffen is de streek Masafir Yatta in de South Hebron Hills waar Israël een genadeloze etnische zuivering uitvoert. De documentaire No Other Land geeft een schrijnend beeld van die praktijk.
Reden van het Israëlische geweld tegen de vluchtelingenkampen is de aanwezigheid van gewapende verzetsgroepen, door de Israëlische bezetter ‘terreurorganisaties’ genoemd. Al decennia tracht Israël het verzet tegen zijn bezetting en kolonisering met geweld te onderdrukken. Daarbij leunt het op de lessen van Gaza, dat het met westerse steun en wapens heeft kunnen verwoesten. Nu zijn de andere Palestijnse gebieden aan de beurt.
Daar hebben de Palestijnen overigens niet alleen te maken met het geweld van de Israëlische bezettingstroepen, maar ook met dat van de Palestijnse Autoriteit (PA). Die beschikt over goed getrainde en bewapende ‘veiligheidstroepen’ die het niet inzet tegen de bezetter, maar voor de ontmanteling van verzetsgroepen op de Westoever. Zo werd het Israëlische geweld in Jenin voorafgegaan door dat van de PA, schreven we in januari.
Op 19 juli 2024 oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat de Israëlische aanwezigheid in de Palestijnse gebieden illegaal is. Op 18 september 2024 nam de VN een resolutie aan die Israël opdraagt om de bezette gebieden binnen een jaar te verlaten, Palestijnen te laten terugkeren, en hen schadeloos te stellen en compenseren. Intussen zijn van die termijn al vijf maanden verstreken. Hoewel ook derde staten zoals Nederland verplicht zijn om het oordeel van het Gerechtshof na te leven, wordt daaraan geen gehoor gegeven.
Gevolg is dat het tegendeel zich aankondigt: de volledige of gedeeltelijke annexatie van de Westoever door Israël onder dekking van de Amerikaanse president Trump. In diens eerste termijn als president erkende die Jeruzalem (inclusief het bezette oostelijke stadsdeel) als Israëls hoofdstad. Om dat te onderstrepen verplaatste hij de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem, waar die wordt gebouwd op land van Palestijnse eigenaren. Ook erkende hij de illegale Israëlische annexatie van de bezette Syrische Hoogvlakte van Golan (Jawlan), waarvoor hij door Israël werd bedankt met een eigen nederzetting.
In zijn nieuwe termijn heeft Trump intussen de Palestijnse Gazastrook tot potentiële ‘Rivièra’ uitgeroepen – maar dan zonder de 2,3 miljoen Palestijnen. Wat hem betreft worden die gedeporteerd. Ook legde hij sancties op aan het Internationaal Strafhof dat arrestatiebevelen uitvaardigde tegen de Israëlische premier Netanyahu en oud-minister van Defensie Gallant. Het wachten is nu op zijn steun voor de Israëlische wens om ook het laatste Palestijnse grondgebied te annexeren: de Westelijke Jordaanoever.
