Gerechtigheid? 31 oktober 2019 Lees meer over

Israël veroordeelt militair die 14-jarige Palestijnse demonstrant doodde: één maand werkstraf

Voor het eerst is een Israëlische militair veroordeeld voor het beschieten van een Palestijnse demonstrant in Gaza, een jongen van 14 jaar. De militair kreeg een disciplinaire werkstraf wegens ‘onbevoegd handelen’.

De 14-jarige Palestijn Uthman Rami Hillis, die op 13 juli 2018 door een Israëlische militair werd doodgeschoten.

Is Israël bereid om eigen militairen te berechten die in Gaza Palestijnse betogers hebben gedood of verwond tijdens de wekelijkse demonstraties in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’? Nee, oordeelde een door de VN-Mensenrechtenraad ingestelde onafhankelijke onderzoekscommissie in maart van dit jaar. Nee, stelden ook mensenrechtenorganisaties als het Israëlische B’Tselem, dat Israëls eerdere toezegging om de dood van elf demonstranten te onderzoeken kenschetste als ‘een schertsvertoning’ en ‘propaganda’.

Nee, blijkt ook uit de eerste veroordeling van een Israëlische militair die deze week werd uitgesproken, 19 maanden na het begin van de demonstraties die volgens de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Mezan inmiddels 214 betogers het leven kostten en 9355 demonstranten met schotwonden in het ziekenhuis deden belanden. Nog eens vele duizenden betogers raakten op andere wijze gewond.

Werkstraf

De nu veroordeelde militair schoot tijdens een demonstratie op 13 juli 2018 de 14-jarige Palestijn Uthman Rami Hillis dood. Filmbeelden tonen dat de jongen die dag met een groepje jongeren bij het zogenoemde ‘grenshek’ demonstreerde en op zeker moment aanstalten maakte daarin te klimmen. Nog voor hij daar goed en wel mee was begonnen schoot de militair hem met scherpe munitie in de borst. Uthman stierf ter plaatse.

Gezien de ernst van het vergrijp mag de straf voor de militair opzienbarend heten: hij is door een militaire rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand, die in de praktijk neerkomt op een militaire werkstraf, het equivalent van een maand maatschappelijke dienstverlening. Ook kreeg hij twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd en werd hij gedegradeerd tot de rang van soldaat.

Straffeloosheid troef

In een persbericht schrijft Al-Mezan, dat de zaak vorig jaar aanhangig maakte, dat de militair is veroordeeld wegens ‘onbevoegd handelen’. Hij opende op eigen gezag het vuur op Uthman, zonder een bevel van zijn commandant af te wachten. Het strafrechtelijk onderzoek is uitgemond in een disciplinaire straf, die volgens Al-Mezan ‘bespottelijk’ is en eens temeer aantoont dat ‘in Israël straffeloosheid troef is en effectieve middelen om Palestijnse slachtoffers en/of hun families te compenseren ontbreken’, zelfs wanneer sprake is van ‘mogelijke oorlogsmisdaden’.

Al-Mezan, dat nog tientallen andere zaken aanhangig maakte, wijst erop dat de onderzoekscommissie van de VN eerder dit jaar tot een gelijkluidend oordeel kwam. In haar conclusies – door The Rights Forum samengevat in een factsheet – onderstreepte de commissie het onwettige en willekeurige karakter van het Israëlische geweld. De onderzoekers uitten het sterke vermoeden dat Israël zich bezondigde aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Zij signaleerden dat Israël systematisch verzuimt om mogelijke rechtenschendingen te onderzoeken, verdachten te berechten en slachtoffers genoegdoening te verschaffen.

Internationale verplichtingen

De commissie wees erop dat alle landen die zijn aangesloten bij de VN de verplichting hebben in Israël en bezet Palestijns gebied naleving van het internationaal humanitair recht te verzekeren. Alle landen die partij zijn bij de Conventies van Genève zijn in dit verband gebonden aan hun verplichtingen krachtens artikel 1 van de Conventies.

Campagnebeeld voor de demonstratie van 29 november.

In navolging van de commissie doet Al-Mezan een dringend beroep op de internationale gemeenschap om haar verplichtingen na te komen en de onder bezetting levende Palestijnse bevolking de bescherming te bieden waarop zij recht heeft. Met het negeren van haar verplichtingen ondermijnt de internationale gemeenschap het recht, signaleert de organisatie terecht.

Al-Mezan doet een specifiek beroep op het Internationaal Strafhof, dat al bijna vijf jaar bezig is met een vooronderzoek naar mogelijke Israëlische (en Palestijnse) oorlogsmisdaden, maar ondanks een schat aan aanwijzingen voor zulke misdaden nog altijd geen officieel onderzoek heeft ingesteld. Onlangs meldden wij dat op initiatief van een zestigtal organisaties uit 14 landen op 29 november een demonstratie bij het Strafhof in Den Haag plaatsvindt, bedoeld om de passiviteit van het hof te doorbreken.

Nederland beschermt Israëls misdaden

De herhaalde oproepen van Al-Mezan – alsmede van Human Rights Watch, Amnesty International en talloze andere organisaties, waaronder The Rights Forum – mag bovenal Nederland zich aantrekken. Den Haag is de vestigingsplaats van het Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en veel andere internationale juridische instellingen, en geniet aanzien als mondiale ‘Hoofdstad van Vrede en Recht’. Adel verplicht, temeer daar de verplichting voor de regering tot het bevorderen van de internationale rechtsorde in de Nederlandse Grondwet is opgenomen.

In de praktijk laat Nederland het echter volledig afweten. Van een veroordeling van het Israëlische geweld tegen de demonstranten in Gaza – laat staan van sancties – wilden noch de regering, noch de Tweede Kamer weten. In maart en juni 2018 stelde minister Stef Blok (VVD) van Buitenlandse Zaken dat hij een ‘onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen Israëlisch onderzoek’ naar het geweld in Gaza afwachtte, dat ‘na de zomer’ van 2018 klaar zou moeten zijn. Dat onderzoek is er nu nog niet en het zal ook nooit komen.

Niettemin liet Blok dit jaar in reactie op de bikkelharde conclusies van de onderzoekscommissie van de VN opnieuw weten dat het aan Israël zélf is om ‘gedegen en onafhankelijk onderzoek te verrichten en indien nodig strafrechtelijke vervolging in te stellen’. Een petitie van The Rights Forum ten spijt blijven de Nederlandse regering en de Tweede Kamer het Israëlische leger en de regering-Netanyahu in bescherming nemen. Daarmee hollen zij, zoals Al-Mezan terecht stelt, het internationaal recht en de universele mensenrechten steeds verder uit.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy