De meeste Nederlanders vinden dat in Israël en de bezette Palestijnse gebieden sprake is van apartheid. Een nog grotere meerderheid spreekt zich uit tegen de Israëlische kolonisering, met opvallend veel steun voor sancties tegen Israël. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd opinieonderzoek over Israël/Palestina.
Het onderzoek, uitgevoerd door I&O Research in opdracht van vredesorganisatie PAX, geeft voor het eerst een beeld van de mening van de Nederlandse bevolking over het Palestijns-Israëlische ‘conflict’. Uit de uitkomsten blijkt dat onder Nederlanders over een aantal onderwerpen een uitgesproken mening bestaat.
Zo vindt een afgetekende meerderheid dat Israël zich in Israël en bezet Palestijns gebied schuldig maakt aan een regime van apartheid (51 tegen 6 procent). De Israëlische kolonisering van Palestijns land wordt in nog duidelijker verhoudingen afgewezen (56 tegen 6 procent).
Een verrassend grote groep van 38 procent vindt dat Nederland Israël sancties moet opleggen indien het volhardt in de bouw van nederzettingen; 18 procent is het daarmee oneens. Ook over samenwerking met Israëlische wapenfabrikanten bestaat een duidelijk beeld: 40 procent vindt dat die moet stoppen, 15 procent vindt van niet.
De respondenten konden kiezen uit de volgende antwoorden: ‘(helemaal) eens’, ‘(helemaal) oneens’, ‘neutraal’ en ‘weet ik niet’. Samen tellen die op tot honderd procent. In dit samenvattende artikel zijn de laatste twee antwoordcategorieën buiten beschouwing gelaten.
Voorafgaand aan de vragen wordt de respondenten gevraagd naar hun kennisniveau over het conflict. Zestien procent zegt daar goed van op de hoogte te zijn, terwijl 17 procent zegt er niets van te weten. De grootste groep, 66 procent, zegt er een beetje van te weten.
Door de 82 procent die zegt veel of iets van het conflict te weten worden Israël en Hamas in gelijke mate (62 en 60 procent) volledig of grotendeels verantwoordelijk gehouden voor het voortduren van het conflict. Een kleinere groep van 44 procent houdt de Palestijnse Autoriteit (PA) primair verantwoordelijk.
In die cijfers bestaan grote verschillen naar politieke voorkeur. Van de links-progressieve kiezers stelt 77 procent Israël primair verantwoordelijk. Ter rechterzijde wordt Hamas als hoofdverantwoordelijke aangewezen (74 tot 79 procent).
Ook in leeftijd en afkomst bestaan duidelijke verschillen. Jongeren tot 35 jaar en niet-westerse migranten houden in grote meerderheid Israël primair verantwoordelijk, terwijl oudere groepen en westerse migranten in meerderheid Hamas aanwijzen.
De respondenten kregen een vijftal stellingen voorgelegd, waarvan de meeste betrekking hebben op de Israëlische kolonisering van bezet Palestijns gebied. Die wordt door Nederlanders massaal afgekeurd, zo blijkt. Een meerderheid van de bevolking (56 procent) vindt dat Israël moet stoppen met het bouwen en uitbreiden van nederzettingen in bezet Palestijns gebied; slechts 6 procent is het daarmee oneens.
Een verrassend grote groep Nederlanders (38 procent) vindt dat Nederland Israël sancties moet opleggen indien het land volhardt in de bouw van nederzettingen; minder dan de helft (18 procent) is het daarmee oneens. Opmerkelijk is dat de groep die zich voor sancties uitspreekt toeneemt van 38 tot 44 procent wanneer wordt benadrukt dat de Israëlische nederzettingen in strijd zijn met het internationaal recht.
Net zo scherp ligt de verhouding ten aanzien van Nederlandse samenwerking met Israëlische wapenfabrikanten: 40 procent vindt dat die moet stoppen; slechts 15 procent is het daarmee oneens.
Minder afgetekend is de mening van Nederlanders over producten uit Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied die in Nederland worden verkocht. Bijna een kwart (24 procent) zegt daar geen probleem in te zien. Een iets grotere groep (28 procent) is het daarmee oneens.
Zeer uitgesproken reageren Nederlanders op de stelling dat Israël zich zowel in Israël als de bezette Palestijnse gebieden schuldig maakt aan de misdaad van apartheid. Een meerderheid van de bevolking (51 procent) deelt die mening; slechts zes procent is het er niet mee eens.
Het regeringsbeleid ten aanzien van Israël/Palestina blijkt bij de meeste Nederlanders onbekend. Bijna de helft van de respondenten (49 procent) zegt er niets van te weten. Slechts zeven procent zegt er goed van op de hoogte te zijn, 43 procent een beetje.
Een ruime meerderheid (54 respectievelijk 57 procent) vindt dat de regering zich actiever moet uitspreken over schendingen van de mensenrechten door Israël en Hamas. De groep die het hiermee oneens is bedraagt rond de tien procent.