‘Andere militairen schieten toch ook ongestraft Palestijnse jongeren dood?’

Twee voormalige Israëlische militairen staan terecht voor het doodschieten van een 16-jarige Palestijnse jongen in 2013. De strafzaak is ‘een selectieve toepassing van de wet’, stellen zij. Militairen worden bijna nooit aangeklaagd na het doden van een Palestijn. Waarom zij dan wel?

Een jongen uit het Palestijnse dorp Budrus probeert over het Israëlische ‘Afscheidingshek’ te klimmen. Still uit de documentaire ‘Budrus’ (2009), over het geweldloze verzet tegen de bouw van het hek dat de dorpsbewoners van het merendeel van hun olijfgaarden afsneed.

In de afgelopen zeven jaar zijn 110 gevallen waarin een Israëlische militair een Palestijn doodschoot tegen het licht gehouden, schrijft het dagblad Haaretz. In vier gevallen werd de militair in staat van beschuldiging gesteld. The Jerusalem Post komt met een nog opmerkelijker cijfer: in de afgelopen veertig jaar is geen enkele militair die ‘onder vergelijkbare operationele omstandigheden een Palestijn doodde’ aangeklaagd.

De cijfers kwamen naar voren in een lopende rechtszaak en onderstrepen hoe uitzonderlijk het is dat de Israëlische commandant en zijn ondergeschikte die in januari 2013 met vijf kogels een einde maakten aan het leven van de 16-jarige Palestijn Samir Awad nu voor een Israëlische rechter staan. Dat is te danken aan de vastberadenheid van Samirs familie, die tot in hoogste juridische instantie streed tegen wat zij ‘het onder het tapijt vegen van de zaak’ noemt.

Hinderlaag

Samir Awad, kort voor zijn dood.

Op de fatale 15e januari 2013 ging Samir na schooltijd met vrienden de velden in bij hun woonplaats, het dorp Budrus op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. De jongens gingen in de richting van de Israëlische ‘Afscheidingsmuur’, die bij Budrus uit twee parallel lopende hekwerken bestaat en het dorp hebben afgesneden van het merendeel van zijn olijfgaarden. Het is een plek waar volgens de Israëlische autoriteiten geregeld Palestijnse jongeren ‘provoceerden’ en ‘met stenen gooiden’. Om die reden legden militairen er hinderlagen. Zo ook nu.

De jongens werden verrast door de militairen toen zij het hek naderden; die openden het vuur en doodden Samir, tekende Haaretz diezelfde dag op uit de mond van Ayyid Mura, lid van het volkscomité van Budrus. Volgens Mura schoot het leger al langer onder het mom van provocaties ‘op alles wat het hek naderde’, en kon niets het beschieten van kinderen rechtvaardigen:

In recent days we feel an escalation by the army, which shoots at everything that approaches the fence, even if they are children. Time and time again we hear of the claim that the young Palestinians provoked or hurled stones, but nothing justifies the shooting of live rounds at children.

Bovendien, stelde Mura, was Israël de laatste die zich over ‘provocaties’ moest beklagen: ‘Het feit dat Israël het hek op onze grond heeft gebouwd, dát is de provocatie.’

Het Israëlische leger bevestigde diezelfde dag dat er bij Budrus met scherp op ‘betogers’ was geschoten. Volgens de verklaring van het leger hadden sommigen van hen een gat in het eerste hek gemaakt. Daarop hadden de militairen volgens de ‘standard rules of engagement’ gehandeld en het vuur geopend. Het leger had de zaak ‘in onderzoek’. Gewoonlijk hoor je er dan niets meer over.

‘Roekeloos en nalatig’

Volgens het verhaal dat nu centraal staat in de rechtszaak waren het Samir en zijn vrienden die het gat in het hek hadden gemaakt, schrijft Haaretz. Samir zou door het gat zijn gestapt en aan de andere kant op de hinderlaag zijn gestuit. De jongen kon blijkbaar niet meer terug door het gat en zette het daarom op een lopen, achtervolgd door de militairen, die in de lucht schoten. Samir klom vervolgens in het hek in een poging alsnog terug in Budrus te komen, waarop de militairen gericht het vuur op hem openden. Nadat de ondergeschikte militair hem met twee kogels had geraakt, deed de commandant dat met drie kogels nog eens dunnetjes over. Samir stierf kort daarop in een ziekenhuis in Ramallah.

Doodslag, oordeelt de familie van de jongen op grond van deze lezing van het gebeurde. Maar dat is niet wat de militairen ten laste is gelegd. Omdat niet zou kunnen worden aangetoond welke van de vijf kogels Samir fataal werd, meende de aanklager dat het beter was voor een veel lichtere beschuldiging te kiezen: ‘roekeloosheid en nalatigheid’. Daarop staat een maximum straf van drie jaar cel.

‘Selectieve toepassing wet’

De militairen vinden ook deze lichtere aanklacht onterecht. De zaak tegen hen is een ‘selectieve toepassing van de wet’, stellen zij. De verdediging presenteerde militaire gegevens van de laatste zeven jaar over 110 gevallen waarin een militair een Palestijn had gedood. Slechts in vier gevallen was de militair in staat van beschuldiging gesteld. En nu waren hun cliënten het slachtoffer van deze selectiviteit, betoogden de advocaten.

In een eerdere zitting hadden zij nog scherpere gegevens aangevoerd: in de afgelopen veertig jaar is geen enkele militair die ‘onder vergelijkbare operationele omstandigheden een Palestijn doodde’ aangeklaagd. Ook nu stelden zij dat het militairen ‘volgens de legerreglementen is toegestaan te schieten op Palestijnen die proberen het Afscheidingshek te passeren’. Voor ‘roekeloos en nalatig’ handelen is in hun ogen geen bewijs en zij vinden dat de aanklager de beschuldigingen moet intrekken. Beide partijen bespreken nu de mogelijkheid dat de militairen in ruil daarvoor schuld bekennen aan een lichter vergrijp. De zaak wordt op 26 maart hervat.

Uiteenlopende lezingen

Het proces laat niet alleen zien hoe zeldzaam het is dat militairen strafrechtelijk worden vervolgd voor het doden van een Palestijn, en hoe dit gegeven wordt aangevoerd om militairen in volgende gevallen van vervolging te vrijwaren. Het vestigt ook de aandacht op het ontstaan van uiteenlopende lezingen van de feitelijke gebeurtenissen, met de kennelijke bedoeling de feiten in overeenstemming te brengen met de instructies die de militairen veroorloven het vuur te openen.

Kenmerkend is het optreden tijdens het proces van de Israëlische kolonel die verantwoordelijk is voor het ‘hinderlagenbeleid’ in de omgeving van Budrus. Voorafgaand aan het proces was hij door de politie gehoord, schreef The Jerusalem Post in november 2017. Bij die gelegenheid had hij verklaard dat de militairen het vuur openden nadat Samir over het hek was geklommen en in de richting van Budrus rende. Daarmee gingen de militairen volgens de kolonel hun boekje te buiten; zij hadden volgens de instructies niet gericht mogen schieten.

In november 2017 was de kolonel vervolgens als getuige-deskundige aanwezig bij een eerdere zitting in het proces. En daar vertelde hij een ander verhaal, aldus nog steeds The Jerusalem Post. Nu hadden de militairen wel degelijk de rules of engagement gevolgd, en terecht op de weghollende Samir geschoten. Weliswaar hadden ze de vluchtende jongen volgens die regels in de knieën of onderbenen moeten schieten, maar ja, het risico bestaat nu eenmaal dat iemand per ongeluk in het bovenlichaam wordt geraakt, en dat was nu helaas het geval geweest. Dat viel de militairen niet aan te rekenen.

De aanklager keek volgens The Post of hij water zag branden en nam geen genoegen met de veranderde verklaring. Hij duwde de kolonel een exemplaar van de ‘rules of engagement’ onder de neus en las daaruit voor dat het niet geoorloofd is op een Palestijn te schieten als die, zoals Samir, het Afscheidingshek is gepasseerd.

In reactie daarop gaf de kolonel een uiteenzetting die zijn verklaring definitief operette-achtige allure gaf. Hij betoogde dat het passeren van het hek, zoals in de regels vermeld, voor militairen geen eenduidig, maar een ‘vloeiend’ begrip is. Een ‘verdachte’ mag weliswaar over het hek zijn geklommen, maar zo lang hij zich nog in de buurt van het hek bevindt mogen militairen hem in de knieën of onderbenen schieten. En Samir was volgens de kolonel ‘hooguit zeven meter’ van het hek toen hij werd gedood.

Waarheid van elastiek

De feiten zijn in het proces van elastiek gebleken. Is Samir nou gedood toen hij op weg was naar het hek, of heeft hij werkelijk een gat in het hek gemaakt en is hij daar doorheen gestapt? Holde hij terug naar Budrus toen hij werd beschoten, of was hij nog bezig in het hek te klimmen, zoals de uiteindelijke lezing van het gebeurde luidt? Hebben de militairen zich aan de regels gehouden, en wat betekenen die regels nu precies? Het zijn vragen waarop geen antwoord zal komen. Gaande het proces is het vaststellen van de waarheid ondergeschikt gebleken aan de belangen van de militairen die Samir doodden.

Dat geldt ook voor een nog wezenlijker vraag: deugen rules of engagement die überhaupt ruimte laten voor het beschieten van jongeren die in geen enkel opzicht een bedreiging vormen wel? Dát jongeren als Samir geen gevaar vormen gaf ook de kolonel toe: volgens hem handelen zij uit baldadigheid. Het is een vraag die veelvuldig aan de orde is gesteld door mensenrechtenorganisaties als B’Tselem en Amnesty International, die de Israëlische bezettingsmacht beschuldigen van een shoot-to-kill– en trigger happy-mentaliteit, maar waarop ook ditmaal geen antwoord zal komen.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy