Met onder andere: honderden Europese parlementariërs roepen op tot actie tegen Israëls de facto annexatie van de Westoever, extreem politiegeweld tegen Palestijnse demonstranten en Palestijnse jongeren snakken naar verandering.
442 Europese parlementariërs uit 22 Europese landen hebben op 28 februari een brief gestuurd aan EU buitenlandvertegenwoordiger Josep Borell en de Europese ministers van Buitenlandse Zaken, waarin zij oproepen tot actie tegen ‘Israëls de facto annexatie van de Westelijke Jordaanoever’. Samen met de Verenigde Staten en landen in de regio moeten er nu concrete stappen worden gezet. Gebeurt dit niet, dan resteert de ‘realiteit van één staat met ongelijke rechten en eeuwigdurend conflict’, zo luidt de brief.
Als voorbeelden van de de facto annexatie wijzen de parlementariërs op het grote aantal door Israël gesloopte Palestijnse huizen en de groei van de illegale kolonies op de Westelijke Jordaanoever. Specifiek worden daarbij de herhaalde sloop van Khirbet Humsah en de kolonisering van Givat Hamatos in Oost-Jeruzalem genoemd. Volgens de opstellers van de brief geeft de ontwikkeling van de kolonie Givat Hamatos, voorheen aangeduid als ‘Europa’s rode lijn’, reden voor ‘bijzonder ernstige bezorgdheid’.
In de brief wordt onder meer aangedrongen op ‘effectieve differentiatie tussen Israël en de nederzettingen’ en extra steun voor met sloop en uitzetting bedreigde Palestijnse gemeenschappen. De EU en Europese landen moeten op dit vlak hun leiderschap demonstreren, zo beargumenteren de parlementariërs, en gebruik maken van het scala aan beschikbare beleidsinstrumenten. Daarnaast is actieve Europese steun voor Palestijnse verzoening en verkiezingen in alle Palestijnse gebieden van groot belang, onder meer als basis voor het beëindigen van het isolement van Gaza.
Vijf Nederlandse parlementariërs ondertekenden de brief: Sadet Karabulut (SP), Sjoerd Sjoerdsma (D66), Bram van Ojik (GroenLinks) en twee PvdA’ers: Kati Piri en Kirsten van den Hul.
Lynn Hastings, de humanitair coödinator van de VN voor de bezette Palestijnse gebieden, heeft de sloop van de bedoeïenengemeenschap Khirbet Humsah door het Israëlische leger veroordeeld. Khirbet Humsah is in korte tijd vijf maal met de grond gelijk gemaakt. Daarbij werden ook tenten, watertanks, eten, en voedsel voor het vee van de bedoeïenengemeenschap in beslag genomen. De sloop leidt volgens Hastings tot een reëel risico op gedwongen bevolkingsoverdracht, wat volgens het Statuut van Rome een misdaad tegen de menselijkheid is. In de verklaring, die op 24 februari door VN-kantoor voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) gepubliceerd werd, roept Hastings Israël op om onmiddellijk te stoppen met het vernietigen van Palestijnse huizen en bezittingen. Bovendien moet Israël de humanitaire gemeenschap toestaan om de Khirbet Humsah te voorzien van onderdak, voedsel en water.
Ook de vijf Europese leden van de VN-Veiligheidsraad hebben hun zorgen geuit over de sloop van Khirbet Humsah. In een gezamenlijke verklaring herhaalden Estland, Frankrijk, Ierland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk hun oppositie tegen Israëls nederzettingenbeleid, en riepen zij Israël op om de sloop en inbeslagname van Palestijns bezit een halt toe te roepen. De vijf Europese landen wezen bovendien op het feit dat een deel van de door Israël gesloopte gebouwen door de EU en andere donoren was gefinancierd. De verklaring van de Europese leden van de Veiligheidsraad werd kracht bijgezet door Tor Wennesland, de Speciale VN-Coördinator voor het Midden-Oosten Vredesproces. Wennesland bracht tijdens zijn verklaring nog eens onder de aandacht dat 63 Palestijnen, waaronder 36 kinderen, dakloos zijn geworden als gevolg van de sloop van Khirbet Humsah.
Tijdens een protest tegen de reactie van de autoriteiten op wapengeweld in de Arabische gemeenschap in Israël zijn een Palestijns-Israëlische parlementariër en een burgemeester gewond geraakt. Het protest vond op 26 februari plaats in de stad Umm al-Fahm, in het noorden van Israël, en werd bijgewoond door zo’n 500 mensen. De organisatoren van de demonstratie beschuldigen de politie van het gebruik van buitensporig geweld tegen vreedzame betogers. Volgens de politie zouden de demonstranten met stenen hebben gegooid, waarbij acht politieagenten licht gewond zijn geraakt. Vier demonstranten zijn opgepakt wegens verstoring van de openbare orde, liet de politie in een verklaring weten.
De burgemeester van Umm al-Fahm, Samir Mahameed, zei dat de demonstratie vreedzaam verliep totdat de politie hardhandig ingreep. Op videobeelden is te zien hoe Mahameed politieagenten confronteert en hen beschuldigt van onnodig geweld. Volgens Mahameed droeg de politiecommandant de agenten vervolgens op om hem aan te vallen. Hij raakte daarbij gewond aan zijn hoofd. Ook Yousef Jabareen, een Palestijns-Israëlische parlementariër en inwoner van Umm al-Fahm, raakte bij het protest gewond. Een door de politie afgevuurde schokgranaat raakte zijn rug en arm, waarna hij in het ziekenhuis behandeld werd aan zijn verwondingen. De parlementariër zei in een verklaring dat ‘de wrede en racistische politie vreedzame demonstranten aanviel die simpelweg persoonlijke veiligheid eisten gezien de misdaad in Umm al-Fahm’.
In totaal raakten er tenminste 35 demonstranten gewond, waarvan er elf in het ziekenhuis werden opgenomen. De rest werd ter plekke behandeld. Op videobeelden op Twitter is het hardhandige optreden van de politie duidelijk te zien. In een fragment is te zien hoe een vrouw die met haar rug naar de politie staat door een agent met een schild omver wordt geduwd. In een andere video is vastgelegd hoe politieagenten op iemand inslaan die op de grond ligt. In een derde, langere video zijn verschillende beelden samengevoegd. Daarop is onder andere te zien hoe een vrouw door een agent een autoweg op wordt geduwd en omvalt. Een vrachtwagen die komt aanrijden kan nog net op tijd stoppen.
Op 28 februari werd bekend dat het Israëlische ministerie van Justitie onderzoek gaat doen naar het gedrag van de politieagenten tijdens de demonstratie. De zaak wordt afgehandeld door de afdeling voor interne onderzoeken van de politie en komt naar aanleiding van klachten van de Arabische rechtengroepen Mossawa Centre en Adalah.
The Christian Science Monitor heeft met het oog op de Palestijnse verkiezingen een mooi artikel geschreven over Palestijnse jongeren. Daarin wordt de vraag gesteld of een ‘nieuwe generatie de Palestijnse politiek kan veranderen’.
De conclusie? De Palestijnse jongeren hebben de buik vol van de oude garde, waarvoor Mahmud Abbas (85) model staat. Een inner circle van de Palestijnse Autoriteit en de Fatah-partij controleert de politieke en een belangrijk deel van de economische macht, en tolereert geen oppositie. Sinds de verkiezingen van 2006 is het ‘diverse en levendige politieke Palestijnse ecosysteem’ in de praktijk verworden tot een ‘éénpartijstaat’. In Gaza heeft Hamas de teugels strak in handen.
Jongeren hebben geen enkel vertrouwen in hun politieke leiders, noch in het politieke systeem met zijn slecht functionerende instellingen, waaronder het parlement. De oude garde heeft niets bereikt: de economische omstandigheden zijn beroerd (van de jongeren is respectievelijk circa dertig procent (Westoever) en zeventig procent (Gaza) werkloos), met politieke en mensenrechten is het slecht gesteld en de gedroomde Palestijnse staat is verder weg dan ooit.
Palestijnse jongeren houden er net zulke uiteenlopende denkbeelden op na als de rest van de mensheid, maar over één ding zijn zij het eens: er moet een politieke hervorming komen, volgens velen moet het complete politieke systeem op de schop. Alleen dan kan de Palestijnse samenleving weer een eenheid worden, en kan er uitzicht ontstaan op een ‘waardig leven’, en alleen dan kan een eind aan de bezetting worden gemaakt en ‘nationale onafhankelijkheid’ worden gerealiseerd.
Onder het repressieve systeem ontbreekt het de jongeren aan macht om zulke veranderingen in gang te zetten. Maar het goede nieuws is dat de verkiezingen verandering zouden kunnen brengen. Want dan gaat de generatie die geboren werd in de jaren rond ‘Oslo’ en opgroeide onder het regime van de PA voor het eerst naar de stembus. En die generatie is omvangrijk: ‘69 procent van de Palestijnen is jonger dan 29 jaar, 24 procent is tussen de 18 en 29.’
Lees hier het hele artikel van The Christian Science Group.
Op 23 juni 2020 schoten Israëlische troepen de 27-jarige Ahmed Erekat dood bij de Container-checkpoint, een berucht en streng beveiligd Israëlisch checkpoint tussen Bethlehem en Ramallah. Erekat was op weg om zijn zuster op te halen, die later die dag zou trouwen. Toen Erekat het checkpoint passeerde, zwenkte zijn auto plotseling van de weg en botste hij tegen een standplaats met politieagenten. Toen Erekat ongewapend uit de auto stapte schoten de agenten zes kogels op hem af. Pas anderhalf uur nadat hij was neergeschoten, werd Erekats lichaam meegenomen.
De Israëlische autoriteiten hebben altijd volgehouden dat Erekat een terroristische aanslag wilde uitvoeren. In een op 23 februari gepubliceerd rapport beweren Forensic Architecture en de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq daarentegen dat het onwaarschijnlijk is dat Erekat opzettelijk op de Israëlische grenspolitie is ingereden. Ook concludeert Forensic Architecture dat Erekat standrechtelijk werd geëxecuteerd, ondanks het feit dat hij op dat moment geen onmiddellijke bedreiging vormde voor het leven van de soldaten. Het Israëlische +972 Magazine heeft in een podcast aandacht besteed aan de reconstructie van Forensic Architecture.
Met behulp van 3D-modellering kon Forensic Architecture de scène van de schietpartij reconstrueren, aan de hand van beschikbare beveiligingsbeelden van het checkpoint en verschillende video’s die na de schietpartij door omstanders en journalisten werden gemaakt. Forensic Architecture heeft in het verleden op dezelfde manier al onderzoek gedaan naar incidenten waarbij Palestijnen om het leven kwamen. Een overzicht van de verschillende onderzoeken, die onder andere in samenwerking met B’Tselem en Amnesty International tot stand kwamen, is hier te vinden.
In een geweldig opiniestuk dat op 25 februari op de website van Haaretz verscheen beschrijft de Israëlische schrijfster en mensenrechtenactiviste Ilana Hammerman hoe Israël de Nakba recreëert, maar dit keer zonder de Palestijnen op vrachtwagens af te voeren. Hammerman vertelt onder andere over een boer uit Kafr Haris, die zijn land moet ontruimen om plaats te maken voor de uitbreiding van een illegale Israëlische kolonie. Het formulier waarmee de inbeslagname kenbaar werd gemaakt werd niet aan de eigenaar overhandigd, maar opgehangen op ‘drie opvallende plekken’. Deze formulieren worden door de Israëlische autoriteiten regelmatig op deze manier ‘overhandigd’, om confrontatie met de rechtmatige Palestijnse eigenaren te vermijden. Zo worden ze op bomen bevestigd, onder een steen in een veld gelegd, of aan een muur geplakt. En dat alles in lijn met het Israëlische recht, en goedgekeurd door Israëlische rechters. Langzaam maar zeker maken ‘extremistische, schurkachtige rechtse bewegingen’ op deze manier het leven in de bezette gebieden onmogelijk voor de Palestijnse bevolking.
‘We kunnen alleen maar hopen’, zo besluit Hammerman haar relaas, ‘dat de Israëli’s die de omvang van de ramp kennen en bang zijn voor ons lot snel opstaan, en samenkomen in een groep die vanuit de Israëlische samenleving burgers, kunstenaars en mensenrechtenactivisten in westerse landen oproept om in hun eigen land een verandering in discours en beleid met betrekking tot Israëls pad bewerkstelligen’.
Benny Gantz, de Israëlische minister van Defensie, heeft het Samidoun Palestijnse Gevangene Solidariteitsnetwerk als ‘terroristische organisatie’ bestempeld. De ‘bestempeling is het laatste hoofdstuk in een lastercampagne die bedoeld is om de internationale steun voor het Palestijnse volk en vooral de bijna 5.000 Palestijnse politieke gevangenen, het zwijgen op te leggen’, schrijft Samidoun in een verklaring. ‘Dit is een aanval op de Palestijnse gevangenenbeweging en op het recht van Palestijnen in ballingschap en diaspora om zich te organiseren.’ Volgens Samidoun komen de beschuldigingen tegen het netwerk vooral van NGO Monitor, de organisatie die als non-gouvernementele arm van de Israëlische regering opereert in de strijd tegen organisaties die opkomen voor de rechten van de Palestijnen.
Lees hier de volledige reactie van Samidoun op Gantz’ besluit om het netwerk te bestempelen als ‘terroristische organisatie’.