Met onder andere: zes Palestijnse ngo’s lanceren gezamenlijke website, aanstaande huisuitzetting in Sheikh Jarrah, en Palestijnse kerkleiders luiden noodklok over geweld tegen christenen.
De zes Palestijnse ngo’s die in oktober door de Israëlische regering als ‘terroristisch’ werden bestempeld hebben vorige week als onderdeel van hun #StandWithThe6-campagne een gezamenlijke website gelanceerd. De website is een volgende stap in de inspanningen van de zes organisaties om zich te verdedigen tegen de aanvallen van de Israëlische autoriteiten.
In de aankondiging schrijven de organisaties dat de Israëlische maatregel zeker niet de laatste aanval op het Palestijns maatschappelijk middenveld zal zijn. ‘Het is Israëls bedoeling om Palestijnse mensenrechtenverdedigers – die kritiek hebben op Israëls apartheid en het koloniale regime van de kolonisten en oproepen om de Israëlische autoriteiten verantwoordelijk te houden voor hun mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden een misdaden tegen de menselijkheid – het zwijgen op te leggen en lastig te vallen. Via deze gemeenschappelijke digitale ruimte nodigen we alle aanhangers van mensenrechten en vrijheid over de hele wereld uit om actie te ondernemen en solidariteit te tonen met het Palestijnse maatschappelijk middenveld.’
De organisaties stellen op de website materialen ter beschikking waarin op duidelijke wijze wordt beschreven hoe Israël het Palestijnse maatschappelijk middenveld structureel het zwijgen probeert op te leggen. Ook zal de website een belangrijke plek zijn van waaruit solidariteitsacties worden georganiseerd en verspreid. Zo is het nu al mogelijk om middels een digitaal formulier e-mails te sturen naar de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Anthony Blinken, en Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken. In de e-mails wordt hen verzocht concrete stappen te nemen om Israël ertoe te bewegen de beschuldigingen tegen de organisaties, waarvoor tot op heden geen bewijs is geleverd, in te trekken en de maatregelen te schrappen.
The Rights Forum steunt de zes Palestijnse ngo’s en zet zich, samen met partners, publiekelijk en in bilaterale contacten hard in om Nederlandse en Europese beleidsmakers duidelijk te maken dat de Israëlische handelwijze slechts dient om maatschappelijke organisaties de mond te snoeren. Nederland en de EU dienen de Israëlische stap te veroordelen en openlijk steun aan de betrokken organisaties uit te spreken.
In Sheikh Jarrah heeft een Palestijnse familie van elf personen een ontruimingsbevel gekregen, na het vruchteloos aflopen van alle juridische mogelijkheden. In het huis wonen Fatma Salem, 69 jaar oud, haar drie zoons en kleinkinderen. De drie generaties van de Salem-familie zijn allemaal in de woning geboren. Ze moeten voor 29 december hun huis uit.
De familie woont in het westelijke gedeelte van Sheikh Jarrah, waar in totaal 45 Palestijnse families wonen. Van hen worden 17 bedreigd met uitzetting. De familie-Salem is de eerste van de 17 die op straat belandt.
Het ontruimingsbevel werd persoonlijk afgegeven door Yonatan Yosef, een rechts-religieus lid van de gemeenteraad Jeruzalem en voormalig woordvoerder van de kolonisten in Sheikh Jarrah, die openlijk streeft naar de ‘Joodse overname van Oost-Jeruzalem’. Yosef beweert de rechten op het perceel te hebben gekocht van een nabestaande van de Joodse familie die er tot 1948 woonde en toen gedwongen was te vluchten. Hij werd vergezeld door locoburgemeester van Jeruzalem Aryeh King, even extremistisch en berucht als Yosef, die de overhandiging van het bevel (onder de woorden: ‘Dit is mijn huis’) aan Fatma filmde.
De familie-Salem is slachtoffer van de racistische wetgeving die aan de basis staat van de overname van Palestijns gebied via het Israëlische recht. Yosef en King beroepen zich op de zogenoemde Legal and Administrative Matters Law van 1970, die Joden die vóór de stichting van Israël eigendom in Oost-Jeruzalem bezaten in staat stelt dat terug te claimen. Palestijnse vluchtelingen die in dezelfde periode bezittingen in West-Jeruzalem of andere plaatsen achterlieten kunnen daar geen recht op doen gelden.
Doordat zij gestoeld zijn op Israëlische wetgeving en uitspraken van Israëls juridische instanties wordt de huisuitzettingen van een laagje vernis van legitimiteit voorzien. Eerder beschreven wij dit proces als het ‘juridisch witwassen’ van ernstig schendingen van het internationaal recht en de universele mensenrechten. Dat van daadwerkelijke legitimiteit geen sprake is blijkt eens te meer uit het feit dat Israël als bezetter helemaal niet bevoegd is om zijn wetgeving in Oost-Jeruzalem van toepassing te verklaren.
Afgelopen mei waren dreigende huisuitzettingen van Palestijnse families elders in de wijk, onder wie de familie El-Kurd, mede aanleiding tot elf dagen van massaal geweld in met name Jeruzalem, Gaza en steden in Israël. Een definitieve uitspraak van het Israëlische Hooggerechtshof in die zaak wordt ieder moment verwacht en zal naar het zich laat aanzien negatief voor de Palestijnse families uitpakken.
Nog altijd vinden er wekelijks protesten plaats in Sheikh Jarrah. Afgelopen vrijdag raakte daarbij een fotograaf van het nieuwsagentschap Associated Press (AP) gewond. Volgens de fotograaf, Mahmoud Illean, was de demonstratie relatief rustig, met slechts kleine schermutselingen tussen de Israëlische grenspolitie en de Palestijnen. Een kwartier nadat de demonstranten waren vertrokken werd hij echter benaderd door een groep agenten die verdovingsgranaten naar hem toe gooiden. Vervolgens werd hij op de grond geduwd en meerdere keren op zijn hoofd geslagen. Illean werd naar een ziekenhuis overgebracht en daar behandeld aan zijn verwondingen. Het incident is op video vastgelegd.
‘We zijn woedend over deze zinloze en niet-uitgelokte aanval van de Israëlische politie op een AP-fotograaf, die gewoon zijn werk deed,’ zei AP-woordvoerster Lauren Easton over de aanval: ‘Dergelijk geweld tegen journalisten is weerzinwekkend en onaanvaardbaar.’ Het is niet de eerste keer dat de Israëlische politie gewelddadig optreedt tegen journalisten in Sheikh Jarrah. In juni werd verslaggeefster Givara Budeiri van Al-Jazeera opgepakt terwijl zij een reportage maakte over een vreedzame demonstratie.
De orthodoxe patriarchen en andere kerkleiders in Jeruzalem waarschuwen in een gezamenlijke verklaring dat ‘de christelijke aanwezigheid in het Heilige Land’ ernstig gevaar loopt. ‘Radicale randgroepen’ proberen volgens de kerkelijke leiders op systematische wijze de christelijke gemeenschap uit Jeruzalem en andere delen van het Heilige Land te verdrijven. Daarbij maken zij gebruik van gewelddadige tactieken, waaronder fysiek en verbaal geweld tegen geestelijken, vandalisme op heilige plaatsen en de intimidatie van belijdende christenen. Om dezelfde reden kopen deze groepen strategisch gelegen panden van christenen in de Oude Stad van Jeruzalem op, vaak door de bewoners te intimideren of middels andere ‘onderhandse praktijken’.
Onder de panden die verloren dreigen te gaan is het Imperial Hotel, waar de patriarch zijn toespraak hield. Het hotel is verwikkeld in een ‘voortdurende strijd tegen de Israëlische radicale groeperingen die het pand willen evacueren’, aldus de patriarch. Hier hebben de ‘radicale groepen’ plotseling een naam en gezicht: het zijn Israëlische groepen, met als voormannen de hierboven genoemde Yonatan Yosef en Aryeh King.
Een 25-jarige Israëlische kolonist is op 16 december om het leven gekomen nadat de auto waarin hij reed onder vuur werd genomen. Twee andere inzittenden raakten gewond. Volgens het Israëlische leger werden de Israëli’s aangevallen toen zij een Joodse school in de – ook onder het Israëlische recht – illegale kolonie Homesh verlieten. Het is niet bekend wie er achter de aanval zit. Wel heeft het leger verschillende verdachten in hechtenis genomen na huiszoekingen in Palestijnse dorpen op de Westelijke Jordaanoever.
Als vergelding voor het incident voerden Israëlische kolonisten op 16 en 17 december grootschalige aanvallen uit op Palestijnen in omliggende dorpen. Ghassan Daghlas, een medewerker van de Palestijnse Autoriteit die de activiteiten van kolonisten op de Westelijke Jordaanoever monitort, verklaarde dat groepen kolonisten na de schietpartij zo’n 25 Palestijnse huizen aanvielen. De Palestijnse Rode Halve Maan zei dat medische hulpverleners tenminste zeventig Palestijnen hadden behandeld die gewond waren geraakt bij aanvallen in de dorpen Burqa, Beita en Beit Dajan. In Burqa verbrandden kolonisten landbouwgrond en probeerden ze een Palestijns huis in brand te steken. Ook zouden kolonisten daar naar verluidt Palestijnse bewoners hebben beschoten.
In Qaryut bestormden kolonisten het huis van een 62-jarige Palestijnse man, waarna ze hem in elkaar sloegen, hem bespoten met pepperspray en zijn meubels vernielden. De man werd ter behandeling naar het Rafidia-ziekenhuis in Nablus overgebracht. Een Palestijns echtpaar in Qaryut werd naar het zelfde ziekenhuis geëvacueerd nadat ze waren aangevallen bij de ingang van hun huis. Wael Mohammed Makbal, 55, en zijn vrouw Samiha, 46, verklaarden dat de kolonisten hadden aangeklopt en zich hadden voorgedaan als soldaten. Toen het echtpaar vervolgens de deur opende werden zij aangevallen en vernielden de kolonisten hun huis.
De kunst van traditioneel Palestijns boorduurwerk is vorige week door UNESCO toegevoegd aan de lijst van immaterieel cultureel werelderfgoed. De Palestijnse premier Mohammed Shtayyeh verwelkomde het besluit van het culturele agentschap van de VN. ‘Deze belangrijke stap komt op het juiste moment. Onze Palestijnse identiteit, erfgoed en verhaal worden zo beschermd tegen de pogingen van de bezetting om te stelen wat het niet bezit,’ aldus Shtayyeh.
Palestijns borduurwerk (‘tatreez’ in het Arabisch) is een traditie die al generaties lang wordt doorgegeven en waarbij felgekleurde patronen en motieven met de hand op kleding worden gestikt. De thobe, een traditionele, loszittende jurk die door Palestijnse vrouwen wordt gedragen, is het meest iconische kledingstuk dat op deze wijze wordt versierd. Hoewel de praktijk zijn oorsprong vond op het platteland, is de cultuur van naaien en het dragen van geborduurde kleding nu ook gebruikelijk in steden en dorpen. Verschillende patronen vertegenwoordigen verschillende regio’s in het historische Palestina.
Met een nieuwjaarskaart roept The Rights Forum de pensioenfondsen ABP en PFZW op hun steun aan de illegale Israëlische kolonisering van Palestijns gebied te beëindigen. De beide pensioenfondsen beleggen honderden miljoenen euro’s in bedrijven die actief bijdragen aan de bouw en groei van de illegale Israëlische ‘nederzettingen’ (kolonies) in bezet Palestijns gebied. Alsof dat niet fout genoeg is, is het belegde kapitaal afkomstig van Nederlandse werknemers die verplicht bij de fondsen zijn aangesloten. Met lede ogen moeten zij aanzien hoe hun geld ten goede komt aan een koloniseringsproject dat door de VN-Veiligheidsraad in bindende resoluties is veroordeeld en gepaard gaat met militaire bezetting, apartheid en oorlogsmisdaden.
Met de nieuwjaarskaarten wijzen wij de pensioenfondsen op hun verplichtingen om de mensenrechten, het internationaal recht, de internationale gedragscodes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen én de gevoelens van de bij hen aangesloten Nederlanders te respecteren. Het nieuwe jaar biedt de fondsen een nieuwe kans. Uiteraard zullen wij dit blijven monitoren en actie blijven ondernemen indien de pensioenfondsen deze oorlogsmisdaden en andere schendingen van het internationaal recht blijven faciliteren.
Wilt u de kaarten mede ondertekenen? Stuur ons een e-mail, dan zorgen wij ervoor dat uw naam op de kaarten wordt vermeld. Wilt u alleen een van beide kaarten ondertekenen, geef dat dan duidelijk aan. Uw gegevens worden uitsluitend voor deze actie gebruikt en niet aan derden verstrekt.
Natuurlijk kunt u de fondsen ook zelf een nieuwjaarswens sturen. Hoe vaker zij te horen krijgen dat het beleggen in misdaden onacceptabel is, hoe beter. U vindt de adresgegevens op de websites van ABP en PFZW.
