Coronavirus in Gaza / IDF weigert lichaam gedode Palestijn te overhandigen / Palestijnse man met coronavirus-symptomen uit Israël gegooid / Ondanks lockdown Palestijns land ingenomen of vernietigd / Politieke crisis Israël / Onderzoek Internationaal Strafhof vertraagd
Op 21 maart maakten autoriteiten in Gaza bekend dat er twee besmettingen met het coronavirus in de kustenclave zijn vastgesteld. De twee Palestijnen keerden terug uit Pakistan en werden bij de grensovergang positief getest op COVID-19. Het ministerie voor volksgezondheid benadrukte dat de twee patiënten sinds hun aankomst in quarantaine zitten en niet in contact zijn gekomen met andere inwoners van Gaza. Desondanks is de bezorgdheid over de verspreiding van het virus in Gaza groot. ‘Als het virus Gaza binnenkomt en zich verspreidt, loopt het uit de hand’, zei Majdi Thuhair, woordvoerder van het Ministerie van Volksgezondheid in Gaza. Er is dusdanig ernstig tekort aan medisch materiaal en personeel dat het bijna onmogelijk zou zijn om een uitbraak effectief aan te kunnen pakken. Inmiddels heeft UNRWA, het VN agentschap verantwoordelijk voor een groot deel van de humanitaire hulp in Gaza, naar aanleiding van de besmettingen in Gaza bekend gemaakt dat het de distributie van eten voorlopig stopgezet. De organisatie verklaarde dat het bezig was veiligere locaties op te zetten om het voedsel te distribueren.
Op 22 maart is een Palestijnse man door Israëlische soldaten doodgeschoten nadat hij met stenen naar auto’s had gegooid. De Israëlische autoriteiten weigeren nu het lichaam van het slachtoffer, Sufian Al-Khawaja, aan zijn familie over te dragen. Soldaten stopten de ambulance die het slachtoffer naar een ziekenhuis bracht en namen zijn lichaam in beslag. Volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem is het in beslag nemen van lichamen van gedode Palestijnen om hen later in te zetten als middel in onderhandelingen al jaren een veelvoorkomende praktijk in Israël.
Een Palestijnse man die in Israël werkte en symptomen van het coronavirus vertoonde is hardhandig het land uitgezet. Zijn werkgever had nog voordat de testresultaten bekend waren de Israëlische autoriteiten gebeld, die de Palestijnse man vervolgens hebben opgehaald en hem aan de Palestijnse kant van het Beit Sira checkpoint hebben achtergelaten. Het incident werd gefilmd door Ibrahim Abu Safiya, die later verklaarde dat de man extreem hoge koorts en enorme moeite met ademen had. Hoewel de Palestijnse Autoriteit maandag verklaarde dat de zieke man door Israël overhandigd is aan Palestijns medisch personeel, duurde het volgens Abu Safiya drie uur voordat er een Palestijnse ambulance verscheen om de man op te halen.
Hoewel grote delen van de Israëlische overheid stilliggen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gaat de vernietiging en inbeslagname van Palestijns bezit door Israël onverminderd door. Op 16 maart heeft de Israëlische Landautoriteit een groot stuk akkerland nabij het bedoeïenendorp Wadi al-Na’am in de Negev-woestijn met tractors omgeploegd en de gewassen vernietigd. Op 18 maart wachtte een tweede bedoeïenendorp, Tel Arad, hetzelfde lot. Vandaag hebben Israëlische troepen een stuk land in de buurt van het dorp Jalud in platgewalst om een nabijgelegen illegale Israëlische nederzetting uit te breiden en te verbinden met andere nederzettingen. Jalud ligt in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, ten zuiden van Nablus, en wordt omringd door Israëlische nederzettingen.
Het Israëlische Hooggerechtshof heeft maandag de voorzitter van de Knesset, Yuli Edelstein, opgedragen om het parlement uiterlijk woensdag bijeen te roepen om een stemming te houden over het aanstellen van een nieuwe voorzitter. Een meerderheid van het parlement wil Edelstein, lid van Likud, vervangen om zo de controle over de parlementaire procedure uit handen van de Netanyahu’s partij te krijgen. Om dat te voorkomen had Edelstein vorige week het parlement tijdelijk geschorst. De rechters schreven in hun uitspraak dat hun ingreep noodzakelijk was, omdat anders de ‘structuur van het democratische leven’ en ‘de grondslagen van [Israëls] parlementaire systeem’ in gevaar zouden komen.
Het Internationaal Strafhof heeft op 22 maart aangekondigd de procedures omtrent het onderzoek naar oorlogsmisdaden in de bezette Palestijnse gebieden vanwege de coronavirus-pandemie uit te stellen. Nadat verschillende landen, NGOs en juristen verzoekschriften hadden ingediend met het verzoek juridische argumenten te presenteren tegen de bevoegdheid van het strafhof, zou hoofdaanklager Fatou Bensouda op 30 maart haar reactie bij de rechtbank indienen. Nu lijkt dat 30 april te worden. De uitspraak van de Pre-trial Chamber over de jurisdictie van het Internationaal Strafhof in de Palestijnse gebieden wordt daarmee ook met minstens een maand vertraagd.