Het Israëlische leger hoeft niet beheerster te werk te gaan in Gaza, stelt het Israëlische Hooggerechtshof. Het tegen demonstranten gebruikte geweld is ‘gerechtvaardigde zelfverdediging’. In wat alles wegheeft van een politiek oordeel kiest het hof de zijde van de regering-Netanyahu: het is allemaal de schuld van Hamas.
Wie nog een hoge pet op had van de onafhankelijkheid van Israëls hoogste rechtscollege zal zich donderdagavond achter de oren hebben gekrabd. In antwoord op de oproep van zes mensenrechtenorganisaties om het gebruik van scherpe munitie tegen geweldloze Palestijnse demonstranten te verbieden, kwam het Hooggerechtshof tot een oordeel dat door premier Netanyahu zou kunnen zijn ingefluisterd.
Volgens het hof gebruikt het Israëlische leger in Gaza alleen ter zelfverdediging en in uiterste noodzaak geweld, en verkeert Israël er in staat van oorlog met een gevaarlijke vijand die onder het mom van demonstraties terroristische aanvallen in Israël wil uitvoeren. Het materiaal van de zes organisaties dat onweerlegbaar aantoont dat Israëlische scherpschutters dood en verderf hebben gezaaid liet het hof onaangeroerd.
De organisaties dienden in april twee petities bij het hof in: één afkomstig van Adalah en Al-Mezan, de ander van de Association for Civil Rights in Israel (ACRI), Yesh Din, Gisha en HaMoked. Beide riepen op tot een verbod op het inzetten van scherpschutters en scherpe munitie tegen demonstranten die geen directe, levensgevaarlijke bedreiging vormen. Met zulk geweld schendt Israël zowel het internationaal als het Israëlisch recht, waarschuwen de organisaties. Adalah en Al-Mezan voorzagen hun petitie niet alleen van feitelijke voorbeelden van extreem Israëlisch geweld, maar ook van een stevige inhoudelijke en juridische onderbouwing.
Wie na lezing daarvan nog twijfels heeft over het buitensporige karakter van het Israëlische geweld, vindt in het publieke domein verhalen als het relaas van de Canadese arts Tarek Loubani, die op ‘Bloody Monday’ 14 mei werd neergeschoten terwijl hij met zijn team onder extreme omstandigheden levens probeerde te redden. Aan het eind van de dag waren van het medisch personeel 17 leden neergeschoten en één gedood: zijn naaste medewerker Musa Abuhassanin, die Loubani bijstond toen hij zelf was neergeschoten, kreeg een uur later een kogel in de borst.
Loubani schrijft ook dat op de bewuste 14 mei, waarop zeker 66 demonstranten werden gedood, de grensstrook ’s morgens al zwaar door scherpschutters met scherpe munitie onder vuur werd genomen. De medici moesten zich op grote afstand houden. Daar bevond hij zich ook toen hij werd neergeschoten: ver van het grenshek, de demonstranten, de brandende autobanden en de rookwolken.
Het relaas van Loubani staat niet op zichzelf. Het is een van vele verhalen met dezelfde strekking, vastgelegd in schrift en op beeld, deels gereproduceerd door Adalah en Al-Mezan en herhaaldelijk door The Rights Forum voor het voetlicht gebracht. De aanwijzingen voor onrechtmatig en in veel gevallen moorddadig geweld tijdens de demonstraties in Gaza liggen voor het oprapen. De aantallen slachtoffers – 125 doden en meer dan 12 duizend gewonden aan Palestijnse zijde, één lichtgewonde aan Israëlische kant – spreken voor zich.
Het Hooggerechtshof betoogt in zijn uitspraak echter dat het Israëlische geweld wel degelijk rechtmatig is, schrijft de krant Haaretz (€). Het dient een ‘legaal doel’, namelijk ‘het verdedigen van de bevolking en militairen van Israël’. Het hof constateert dat ‘sommige betogers stenen en vuurbommen naar Israëlische militairen gooien, en dat sommigen proberen door het grenshek te breken’. Zelfverdediging is dus geboden. En het hof heeft van de regering de verzekering gekregen dat alleen in uiterste noodzaak met scherpe munitie wordt geschoten, en uitsluitend op ‘terroristen’ en op ‘de benen van sleutelactivisten die de veiligheidsbarrière hebben vernield’. Haaretz:
The court said it trusted the government’s assurance that live fire is only used as a last resort and in self-defense.
Opmerkelijk is dat het hoogste rechtscollege van het land zich zonder voorbehoud achter de argumentatie van regering en leger en hun lezing van de gebeurtenissen in Gaza schaart. Tienduizenden Palestijnse demonstranten worden volgens de rechters ‘aangestuurd en betaald door Hamas en andere terreurorganisaties’. Geweld van demonstranten is ‘georganiseerd, gecoördineerd en geregisseerd door Hamas’. En een ‘significant’ aantal demonstranten en gewonden was volgens het hof ‘Hamas-activist, gestuurd om de orde en veiligheid te verstoren en geïnstrueerd om de massa’s op te hitsen en aan te moedigen tot het oprukken naar Israëlisch grondgebied’. Dat zou dan moeten leiden tot ‘een bres in de veiligheidsbarrière om terreuraanvallen uit te voeren’.
Een van de rechters berispt de mensenrechtenorganisaties zelfs omdat zij de demonstraties omschrijven als een ‘volksprotest van ongewapende burgers’, waarbij geweld uitzonderlijk is. Hij noemt dat een ‘verdraaiing van de werkelijkheid, to say the least’.
Adalah en Al-Mezan reageren met verontwaardiging op de uitspraak. Zij hekelen het negeren van het door de organisaties aangedragen feitenmateriaal en het kritiekloos omarmen van de argumentatie van leger en staat door het hof:
It is worth noting that the Israeli Supreme Court refused to watch video clips documenting Israeli shootings of demonstrators and, rather than actually examining the case, fully accepted the claims presented to it by the state.
De organisaties wijzen erop dat het hof nog een elementair feit negeert, namelijk dat het leger het geweld zelf nadrukkelijk heeft aangekondigd. De bevolking van Gaza kreeg al voor de eerste demonstratie via sociale media te verstaan dat er met scherp op demonstranten geschoten ging worden:
The Israeli military employed social media channels in advance of the protests to explicitly threaten Gaza residents that it would ‘fire live ammunition with a premeditated intent to kill or wound participants in an effort to deter future political protest.’
De bittere betekenis van de uitspraak is dat het Israëlische leger carte blanche heeft voor het blijven gebruiken van grof en onrechtmatig geweld, stellen de organisaties:
The Supreme Court’s ruling gives full legitimacy to the illegal actions of the Israeli military, which has led to the killing of more than 100 people and the wounding of thousands of protesters, including women, children, journalists, and paramedics.
De uitspraak van het hof is ook relevant voor politiek Den Haag. Naar aanleiding van het bloedbad van 14 mei drongen meerdere partijen er bij minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken op aan het Israëlische geweld te veroordelen, de Israëlische ambassadeur te ontbieden en een wapenembargo te overwegen. Blok wilde daar niet aan. Hij wilde de uitkomsten van een ‘onafhankelijk onderzoek’ naar het geweld afwachten, uitgevoerd door de partij die in de beklaagdenbank zit: het Israëlische leger.
In een brief die hij op 16 mei aan de Tweede Kamer stuurde, schreef Blok hierover:
Het hoge aantal slachtoffers roept de vraag op of het Israëlische optreden altijd proportioneel is geweest. Daarom heeft Nederland, net als veel andere landen, de EU en de VN, Israël gemaand alle incidenten waarbij slachtoffers zijn gevallen te onderzoeken overeenkomstig internationale standaarden. Dat wil zeggen dat het onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen moet zijn. Nederland zal het interne onderzoek dat gestart is door het Israëlische leger naar gevallen waarbij slachtoffers zijn gevallen nauwgezet volgen.
De opstelling van Blok getuigt van de parallelle werkelijkheid waaraan Nederland zich hardnekkig vastklampt als het om Israël gaat. In die werkelijkheid kan worden vertrouwd op de redelijkheid en het zelfreinigende vermogen van Israëlische instituties en instellingen, en op gedeelde uitgangspunten zoals respect voor mensenrechten en het internationaal recht.
De uitspraak van het Hooggerechtshof, dat in het verleden groen licht gaf voor notoir illegale projecten als de bouw van de ‘nederzettingen’ en de Afscheidingsmuur, maakt eens te meer duidelijk hoe misplaatst die visie is. En terwijl Blok het ‘onafhankelijke’ onderzoek ‘nauwgezet volgt’, heeft het Israëlische leger een vrijbrief om het geweld tegen de Palestijnse bevolking voort te zetten.
Aanstaande woensdag, 30 mei, debatteert de Tweede Kamer vanaf 13.45 uur over de situatie in Israël en Palestina. Het is een vervolg op het debat van 19 april, waaraan The Rights Forum een kritisch artikel wijdde.
De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties toonde zich slagvaardiger dan de Nederlandse regering. Op 18 mei nam de raad met 29 stemmen voor, twee tegen en 14 onthoudingen een resolutie aan, waarin wordt besloten tot instelling van een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie. Het besluit volgt op een oproep aan de raad door 95 internationale organisaties, waaronder The Rights Forum.
De commissie zal onderzoek doen naar schendingen van het recht, begaan sinds het begin van de serie grootschalige demonstraties in met name Gaza, die bekendstaat als de Grote Mars van Terugkeer. De commissie zal in september over de voortgang rapporteren en in maart 2019 haar eindrapport presenteren.
Enkele dagen eerder, op 15 mei, blokkeerden de Verenigde Staten (VS) een verklaring van de Veiligheidsraad waarin afschuw werd uitgesproken over het Israëlische geweld en werd opgeroepen tot een ‘onafhankelijk en transparant onderzoek’. De Amerikaanse regering stelde zich opnieuw vierkant achter Israël op: het Witte Huis verklaarde dat Hamas schuld had aan het geweld. VN-ambassadeur Nikki Haley beweerde dat ‘geen land dat deel uitmaakt van de Veiligheidsraad zoveel zelfbeheersing zou betrachten als Israël’.
Afgelopen december blokkeerde de VS een resolutie waarin de Veiligheidsraad scherpe kritiek leverde op het besluit van president Trump om Jeruzalem als hoofdstad van Israël te erkennen en de Amerikaanse ambassade naar de stad te verplaatsen.
Net als in december stonden de Amerikanen vrijwel alleen in hun blinde solidariteit met de Israëlische regering. Israël kreeg massieve kritiek op zijn optreden in Gaza, zowel van mensenrechtenorganisaties als van regeringen. Van alle kanten klonk in de dagen na Bloody Monday ook de roep om een onafhankelijk onderzoek.
Zuid-Afrika riep uit protest zijn ambassadeur uit Israël terug en Turkije zijn ambassadeurs uit Israël en de VS, terwijl de Palestijnse president Abbas zijn gezant uit Washington terugriep. Ierland en België riepen de Israëlische ambassadeur op het matje. Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Canada, China, Saudi-Arabië, Qatar en Egypte behoorden tot de landen die in navolging van secretaris-generaal van de VN António Guterres hun afschuw uitspraken en Israël tot zelfbeheersing maanden. Egypte kondigde aan zijn grens met Gaza gedurende de maand ramadan open te houden.
Namens de Europese Unie (EU) riep Hoge Buitenlandvertegenwoordigster Federica Mogherini alle betrokken partijen op tot zelfbeheersing. De EU trok 3 miljoen euro uit voor extra noodhulp aan Gaza. Enkele dagen eerder blokkeerden Hongarije, Tsjechië en Roemenië nog een EU-verklaring waarin op initiatief van onder meer Frankrijk kritiek werd geleverd op de verhuizing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem op 14 mei.
De Israëlische premier Netanyahu kondigde aan het ‘verdedigen van de grenzen tegen een terreurorganisatie [Hamas] die verklaart Israël te willen vernietigen’ onverminderd voort te zullen zetten. Minister Avigdor Lieberman van Defensie schetste de dreiging waaraan Israël blootstaat met de opmerking: ‘In Gaza is niemand onschuldig.’
De Israëlische regering zou Hamas via Egypte hebben laten weten de liquidatie van Hamas-leiders te zullen hervatten als de demonstraties niet worden gestaakt. Minister van Justitie Ayelet Shaked suggereerde dat Israël de Gazastrook opnieuw zou bezetten.
In reactie op de Turkse diplomatieke stappen zette Israël de Turkse consul-generaal uit, waarna Turkije hetzelfde deed met de Israëlische consul-generaal in Istanbul. De ambassadeurs van Spanje, Slovenië en België werden door Tel Aviv op het matje geroepen omdat zij in de Mensenrechtenraad voor onderzoek naar het Israëlische geweld hadden gestemd.
De Israëlische regering zal geen medewerking aan het onderzoek van de Mensenrechtenraad verlenen. Tal van ministers verketterden het besluit van de raad – en de raad zelf – als ‘anti-Israëlisch’. Minister Lieberman noemde de raad ‘a cheerleader for terrorists’. Premier Netanyahu sloot zich daarbij aan:
The body that calls itself the human rights council has once again proven that it is a hypocritical and biased organization whose goal is to harm Israel and support terrorism.