Israëlische militairen filmden hoe een van hen aan de grens met Gaza een ongewapende Palestijn in het hoofd schiet. Juist nu de hoofdaanklaagster van het Internationaal Strafhof liet weten dat ze de situatie in Gaza nauwlettend volgt.
Het heeft veel weg van een videospel: de maandag opgedoken beelden waarop te zien is hoe een ongewapende Palestijn wordt neergeschoten door een Israëlische scherpschutter. De beelden zijn gemaakt door een collega van de schutter. De filmer barst in juichen uit na de voltreffer: ‘Wauw, wat een beelden! Jaaa! De klootzak. Wat een video! Kijk ze rennen om hem te evacueren.’
Op de beelden is te zien hoe drie Palestijnen kalm in de richting van het grenshek tussen Gaza en Israël lopen. Twee van hen bukken, kennelijk bij rollen prikkeldraad die voor hun voeten liggen. Onduidelijk is wat ze doen. De derde persoon kijkt rustig toe.
Intussen horen we een Israëlische commandant de scherpschutter opdracht geven een van de Palestijnen neer te schieten zodra hij stilstaat. ‘Heb je een kogel in de kamer? Heb je hem in het vizier?’ We horen de filmer naar andere militairen roepen dat ze moeten komen kijken. De schutter zegt dat de rollen prikkeldraad in de weg liggen, en er lijkt onduidelijkheid te bestaan over wie er moet worden neergeschoten: de Palestijn in het blauw of die in het roze? Dan klinkt het schot. Het is de Palestijn in het roze, de man die stond toe te kijken.
Meerdere militairen juichen. Hun collega’s becommentariëren de gebeurtenis, instemmend grinnikend, terwijl aan de andere kant van het grenshek tientallen Palestijnen zich over het slachtoffer ontfermen: ‘Wauw, hij heeft hem in zijn hoofd geraakt.’ En: ‘Hij vloog de lucht in met zijn been helemaal zo…’ De filmer is tevreden: ‘Wat een legendarische video. De klootzakken.’
De video kwam naar buiten een dag nadat hoofdaanklaagster Fatou Bensouda van het Internationaal Strafhof bekendmaakte dat ze de situatie langs het hek tussen Gaza en Israël nauwlettend volgt. Die opmerkelijke verklaring volgde op de massale demonstraties die daar in het kader van de Palestijnse ‘Grote Mars van Terugkeer’ plaatsvonden. In tien dagen tijd zijn daarbij 32 Palestijnen door Israëlische militairen gedood. Meer dan 2500 demonstranten raakten gewond, velen door scherpe munitie.
Uit meedere video’s is gebleken dat demonstranten die zich ver van het grenshek bevonden en van wie geen enkele dreiging uitging werden neergeschoten. Sommigen stierven ter plaatse, anderen raakten gewond. Afgelopen vrijdag liepen bovendien zes Palestijnse journalisten kogelwonden op – een van hen stierf enkele uren later. Uit foto’s bleek dat ook Palestijnse verplegers onder vuur lagen.
Al na de eerste dag (‘Bloody Friday’) riepen de Europese Unie (EU) en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN) op tot een ‘onafhankelijk en transparant onderzoek’ naar het Israëlische geweld. Een soortgelijke oproep van de Veiligheidsraad werd tot tweemaal toe door de Verenigde Staten geblokkeerd. Israël hoonde de oproepen weg. Minister van Defensie Avigdor Lieberman noemde de EU en de secretaris-generaal van de VN ‘een koor van hypocrieten’. Het leger zal zelf een onderzoek instellen en er is volgens de Israëlische regering alle reden daar vertrouwen in te hebben; het is immers ‘het meest morele ter wereld’.
Diezelfde boodschap weerklonk in de eerste politieke commentaren op de nieuwe video. Diverse Israëlische politici toonden zich geschokt en pleitten voor onderzoek, maar spraken tegelijkertijd hun rotsvaste vertrouwen uit in de hoge moraal van het leger en het vermogen de eigen wandaden te onderzoeken.
Het leger zelf kondigde een ‘grondig onderzoek’ aan en stelde dat de gefilmde gebeurtenis ‘blijkbaar een aantal maanden geleden heeft plaatsgevonden’. Waarop het leger dat baseert is onduidelijk.
De mensenrechtenorganisatie B’Tselem stelde dat het neerschieten van ongewapende Palestijnen ‘de afgelopen weken honderden keren is voorgekomen’. De organisatie veegde de aankondiging van het leger dat de gebeurtenis zal worden onderzocht als ‘betekenisloos’ van tafel: het leger ‘dekt daarmee de waarheid toe’, aldus B’Tselem. De organisatie beschuldigt de regering en het leger al jaren van het voeren van een ‘shoot-to-kill’-beleid. Afgelopen week riep ze Israëlische militairen in krantenadvertenties op om ‘illegale bevelen’ tot het neerschieten van ongewapende burgers te negeren.
De Israëlische NGO Breaking the Silence, een organisatie van ex-militairen die misdaden van het Israëlische leger optekent, reageerde ook direct op de bekendmaking van het leger. Met een verwijzing naar de al 51 jaar durende Israëlische bezetting stelde ze: ‘Deze gebeurtenis is niet van een paar maanden geleden. Zo gaat het al 51 jaar.’