In een persbericht roepen The Rights Forum, Een Ander Joods Geluid en United Civilians for Peace de Nederlandse regering op de dreigende sloop en ontruiming van het Palestijnse dorp Khan al-Ahmar door Israël publiekelijk te veroordelen. Het gedwongen ‘verplaatsen’ van de lokale bevolking door een bezettende mogendheid is een ernstige schending van het internationaal recht, benadrukken de organisaties.
PERSBERICHT:
GEDWONGEN VERPLAATSING BEDOEÏENDORP KHAN EL AHMAR: ILLEGAAL EN SCHENDING INTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT
Den Haag, 6 juli 2018
Als coalitie van Nederlandse organisaties die zich samen met Palestijnen en Israëliërs inzetten voor een rechtvaardige oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict, vragen wij uw aandacht voor de sloop van de Palestijnse bedoeïenendorpen Khan el Ahmar en Abu Nuwar en de gedwongen verplaatsing van hun bewoners.
In Abu Nuwar zijn op 4 juli door Israël negen huizen en drie boerderijen gesloopt. Hierdoor zijn 62 bewoners (waarvan de helft kinderen) dakloos geraakt. In februari jl. had Israël al de met EU-fondsen gefinancierde school van Abu Nuwar gesloopt. Deze actie is door minister Blok op 29 maart in zijn antwoord aan de Kamer veroordeeld. De minister geeft in zijn antwoord aan de Kamer aan dat de sloop en confiscatie Palestijnen benadeelt en ongelijkheid creëert. Ook geeft hij in hetzelfde antwoord aan dat het kabinet voorstander is van gezamenlijk optreden (in EU verband) om een krachtig signaal af te geven tegen de sloop van scholen en andere Palestijnse eigendommen. Blijkens de sloop die op 4 juli in Abu Nuwar heeft plaatsgevonden en de geplande sloop van het dorp Khan el Ahmar, heeft deze reactie vanuit de EU geen effect gesorteerd. [1]
Vanaf 4 juli werd begonnen met activiteiten die tot de sloop van Khan al-Ahmar moesten leiden. Gisterenavond op 5 juli heeft het Israëlische hooggerechtshof, naar aanleiding van een laatste bezwaarschrift van een bewoner van Khan al-Ahmar, een pauze aangekondigd in de geplande vernieling van het dorp Khan el Ahmar. Deze suspensie is tot en met 11 juli ingelast om binnen deze periode het eigendomsrecht van de grond te onderzoeken. Diplomaten van 12 verschillende landen [2] bezochten Khan el Ahmar gisteren, als teken van protest tegen de illegale ontruiming van Khan el Ahmar en gedwongen verplaatsing van 181 inwoners (waarvan de helft kinderen) van het dorp. [3]
In de afgelopen maanden werden de inwoners van Khan el Ahmar al geconfronteerd met toenemende invallen, vernielingen en confiscaties door het Israëlische leger. Het leger tracht over te gaan tot de volledige ontruiming en verplaatsing van de inwoners. Dit in weerwil van het internationaal humanitair recht dat gedwongen verhuizingen in bezet territorium verbiedt. De inwoners zullen worden overgebracht naar de officiële hervestigingslocatie naast de vuilstortplaats in Jabal-West nabij Jeruzalem. De vrijgekomen locatie zal volgens het Israëlische bestemmingsplan gebruikt worden voor de uitbreiding van nederzettingen. Khan el Ahmar ligt in de E-1 zone, tussen Jeruzalem en een groot aantal nederzettingen. Indien volgens het controversiële E-1 plan de nederzetting Ma’ale Adumim met nederzettingen in Oost-Jeruzalem verbonden zal worden, zou dit betekenen dat de West Bank in feite in tweeën wordt gedeeld.
Als reden voor de sloop, stellen de Israëlische autoriteiten dat de huizen en de school in het dorp zonder de benodigde vergunning zijn gebouwd. De afwezigheid van bouwvergunningen wordt veroorzaakt door het staande Israëlische beleid om deze slechts zeer beperkt af te geven voor projecten die de leefsituatie van Palestijnen kunnen verbeteren in het door Israël gecontroleerde Area C van de Westelijke Jordaanoever. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken meldde onlangs nog dat de Israëlische overheid in 2014 2% van de vergunningsaanvragen ten behoeve van Palestijnen werd goedgekeurd (9 vergunningen), en in 2015 1.8% (7 vergunningen). Minder dan 1% van Area C is bestemd voor Palestijnse projecten, terwijl 70% van Area C is toegewezen aan Israëlische nederzettingen.[4] Dit bemoeilijkt de ontwikkeling van een levensvatbare Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever.
Humanitaire en/of ontwikkelingsprojecten gefinancierd door Nederland en andere EU-lidstaten worden veelal uitgevoerd zonder de benodigde permits in Area C te verkrijgen. De EU financiert meerdere projecten waarbij Palestijnen humanitaire bijstand krijgen om te kunnen overleven op de plek waar zij wonen. De EU en EU-lidstaten zijn belangrijke donoren van de gebouwde structuren in Khan el Ahmar.
Jarenlang, hebben de inwoners van het dorp samen met Israëlische en Palestijnse mensenrechtenactivisten geprocedeerd tegen de gedwongen verplaatsing. Op 24 mei 2018 gaf het Israëlische Hooggerechtshof het bevel om het dorp te ontruimen.
Nederlandse vredes-en ontwikkelingsorganisaties roepen de Nederlandse regering op om
Achtergrondinformatie
Er zijn nog 45 andere bedoeïenengemeenschappen in de Westelijke Jordaanoever die ook in afwachting zijn van gedwongen verplaatsing. He gaat in totaal om ruim 8000 Palestijnen, waarvan woningen, scholen, klinieken en andere gedeelde voorzieningen op elk ogenblik kunnen worden vernield.
[1] kamervragen
[2] Duitsland, Frankrijk, VK, Italië, Zweden, België, Noorwegen, Finland, Denemarken, Zwitserland, Spanje en Ierland
[3] eu-diplomats-blocked-from-visiting-school
[4] kamerstukken (pdf)