Nederlandse regering blijft Israël in bescherming nemen

Verontrustend, tragisch en ernstig. Met die woorden reageerde het kabinet op de bikkelharde conclusies van de VN-commissie die het Israëlische geweld tegen Palestijnse demonstranten in Gaza onderzocht. Maar van een veroordeling en sancties wil het kabinet niets weten. Met een petitie wil The Rights Forum het Haagse tij keren.

Steeds weer weet VVD-minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken ons te verrassen met brieven en uitspraken die nóg holler en ontwijkender zijn dan eerdere reacties op het Israëlische geweld tegen de ‘Grote Mars van Terugkeer’-demonstraties in Gaza. Om Israël van kritiek en sancties te vrijwaren gaat het kabinet geen zee te hoog.

In reactie op de bikkelharde conclusies die een door de VN-Mensenrechtenraad ingestelde onafhankelijke onderzoekscommissie onlangs trok, sprak Blok half maart in een brief aan de Tweede Kamer van ‘zorgelijke en uiterst tragische bevindingen’ en ‘ernstige en verontrustende conclusies’. Maar ondanks de door de commissie geconstateerde mogelijke oorlogsmisdrijven en het systematische verzuim van Israël die te onderzoeken, schuldigen te straffen en slachtoffers te compenseren, wil het kabinet van geen veroordeling – laat staan sancties – weten. Het is aan Israël zélf, schrijft Blok, om ‘gedegen en onafhankelijk onderzoek te verrichten en indien nodig strafrechtelijke vervolging in te stellen’.

In de brief onderstreept Blok traditiegetrouw ‘het belang van strikte naleving van het internationaal recht’. Juist dat recht verplicht het kabinet ertoe alles in het werk te stellen om Israël tot naleving ervan te brengen. Dat laat Den Haag opzichtig na. Met een petitie wil The Rights Forum de regering ertoe bewegen het recht strikt toe te passen, óók als het om Israël gaat. The Rights Forum roept alle Nederlanders die dezelfde mening zijn toegedaan op de petitie te steunen.

‘Na de zomer’

Naar aanleiding van het Israëlische geweld vroegen meerdere Kamerfracties minister Blok al op 15 mei 2018 een veroordeling uit te spreken, de Israëlische ambassadeur te ontbieden en een wapenembargo te overwegen. Een dag eerder doodden Israëlische scherpschutters meer dan zestig demonstranten. Sinds het begin van de demonstraties op 30 maart 2018 waren 118 demonstranten gedood. Blok wilde echter een door Israël zelf uit te voeren onafhankelijk onderzoek afwachten. Op 16 mei schreef hij de Kamer:

Daarom heeft Nederland, net als veel andere landen, de EU en de VN, Israël gemaand alle incidenten waarbij slachtoffers zijn gevallen te onderzoeken overeenkomstig internationale standaarden. Dat wil zeggen dat het onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen moet zijn.

Op 20 juni 2018 werd Blok opnieuw met de kwestie geconfronteerd, ditmaal naar aanleiding van alarmerende rapporten van onder meer Human Rights Watch. Opnieuw stelde de minister een Israëlisch onderzoek te willen afwachten. Dat zou er ‘na de zomer’ moeten zijn:

Ik ben bekend met de kritiek van Human Rights Watch en andere mensenrechten­organisaties, maar heb nog steeds het onderzoek nodig van de Israëlische regering om dat te kunnen afzetten tegen de andere rapporten en geluiden die er zijn. Ik heb al eerder gezegd dat ik niet de precieze timing ken, maar wel vind dat er na de zomer een rapport zou moeten zijn, ook al schrijf ik het niet zelf.

Israël in bescherming

Meer dan tien maanden na Bloks eerste oproep aan Israël is duidelijk dat zo’n onderzoek er nooit zal komen. Onder enorme internationale druk verklaarde Israël zich onlangs bereid de dood van nog eens zes Palestijnen te onderzoeken; de dood van vijf anderen is al wat langer in onderzoek. Op een totaal van 183 doden en meer dan 23 duizend gewonden die volgens de VN-commissie alleen al tussen 30 maart en 31 december 2018 vielen is dat een te verwaarlozen aantal. (Zie voor de cijfers uit het VN-rapport het factsheet dat The Rights Forum opstelde en aan de fracties in de Tweede Kamer stuurde.)

Bloks hernieuwde oproep tot onderzoek aan Israël kan dan ook moeilijk anders worden uitgelegd dan als het in bescherming nemen van het Israëlische leger en de regering-Netanyahu. Al in mei 2018 schreven wij dat Blok ‘met het uitstellen van een krachtige reactie de poort openzet voor verder Israëlisch geweld’. Dat riskante pad blijft het kabinet volgen (afgelopen zaterdag werden opnieuw vier Palestijnen gedood, onder wie drie jongens van 17 jaar), ondanks het feit dat het zich terdege bewust is van de risico’s, zoals blijkt uit Bloks brief:

De lange duur van de [vijf] lopende onderzoeken roept vragen op welke bescherming en preventieve werking om andere slachtoffers te voorkomen hiervan uitgaat.

Meten met twee maten

In zijn brief schrijft Blok verder dat het kabinet ‘geen voorstander was’ van de opdracht die de onderzoekscommissie van de VN-Mensenrechtenraad kreeg. Die ‘richtte zich te eenzijdig op het Israëlische handelen en gaf onvoldoende aandacht aan het optreden aan Palestijnse zijde, inclusief Hamas’. Blok:

Het kabinet is van mening dat het wenselijk was geweest dat de commissie een ruimere invulling aan haar mandaat had gegeven door ook nadrukkelijker de gewelddadige incidenten en opruiende rol van Palestijnse terreurgroepen in de demonstraties te onderzoeken, alsmede raketbeschietingen en niet-vreedzaam protest zoals inzet van vuurballonnen die in dezelfde periode plaatsvonden.

Op de vermeende ‘eenzijdigheid’ van het onderzoek is veel af te dingen, maar bovenal is het de vraag wat nader onderzoek naar betrokkenheid van ‘Palestijnse terreurgroepen’ zou veranderen aan de door de commissie geconstateerde feiten: het doodschieten en verwonden van Palestijnse demonstranten, journalisten, hulpverleners en toeschouwers, onder wie een schrikbarend groot aantal kinderen, die zich tot op een kilometer afstand van de Israëlische scherpschutters bevonden.

Daarnaast besteden de onderzoekers in hun rapport wel degelijk aandacht aan de rol van Hamas. Ze doen de betrokkenheid van Hamas bij de demonstraties uit de doeken en veroordelen de organisatie, als feitelijk machthebber in Gaza, vanwege het oplaten door demonstranten van ‘vuurvliegers en -ballonnen’ en het met stenen verwonden van vier Israëlische militairen. Het roept de vraag op wat het kabinet nog meer wil weten en wat daarvan de relevantie is.

Opvallend is dat het kabinet doet voorkomen of ‘raketbeschietingen’ op de één of andere manier verband hielden met de demonstraties. Daar is geen sprake van. Bovendien zijn de raketbeschietingen vanuit Gaza in de loop der jaren zonder uitzondering en van alle denkbare kanten veroordeeld – ook door Nederland, en nooit pleitte dat eerst voor nader onderzoek – en staat Hamas sinds 2001 op de terroristenlijst van de Europese Unie. Anders dan Israël heeft de organisatie te maken met harde Europese sancties.

De kritiek van het kabinet op de ‘eenzijdige’ opdracht aan de commissie maakt een gezochte indruk en lijkt vooral een hulpmiddel om een veroordeling van Israël uit de weg te kunnen gaan. Het is illustratief voor het meten met twee maten dat het Nederlandse beleid met betrekking tot Israël en Palestina kenmerkt.

Sancties

Tijdens het Algemeen Overleg dat de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken op 14 maart met minister Blok voerde, stelden SP, GroenLinks, PvdA en ook de coalitiepartijen D66 en CDA dat de door de onderzoekers vastgestelde feiten voor zich spreken en door niemand worden betwist, en dat de ‘mensenrechtenschendingen’ en ‘het vermoorden’ van bijna tweehonderd Palestijnen – zoals Martijn van Helvert van het CDA het uitdrukte – consequenties moeten krijgen. Laat de regering na Israël te veroordelen omdat de rol van Hamas onvoldoende zou zijn onderzocht, dan is het eind zoek, stelde Lilianne Ploumen (PvdA):

Als we nu steeds wachten met het veroordelen van geweld van de ene zijde voordat we het geweld van de andere zijde veroordelen, dreigen we in een proces te komen dat uiteindelijk iedereen wegkomt met mensenrechtenschendingen.

De linkse fracties spraken zich naast hun veroordeling van het Israëlische geweld meer of minder scherp uit voor sancties tegen Israël. De SP was het meest expliciet: Sadet Karabulut vroeg het kabinet om opschorting van militaire samenwerking, een wapenembargo en het in EU-verband pleiten voor opschorting van het EU-Associatieverdrag met Israël.

D66 vroeg het kabinet bovendien zich in te zetten voor het zeker stellen van medische zorg in Gaza en financiële compensatie voor slachtoffers van het Israëlische geweld. Israël heeft het hen wettelijk onmogelijk gemaakt bij Israëlische gerechtshoven hun recht te halen. Voor gerechtigheid zijn zij aangewezen op externe rechtsmechanismen.

Van Helvert (CDA) stelde dat Israël het recht heeft zich te ‘verdedigen’, maar kennelijk niet in staat is dat te doen zonder de mensenrechten te schenden en demonstranten te vermoorden. Welke consequenties dat geweld moet krijgen liet hij in het midden, maar wel vroeg hij de minister welke rol Nederland kan spelen ‘om Israël te helpen om zichzelf te beveiligen zonder mensenrechten te schenden’.

Ongehoorde aanval SGP op GroenLinks

De SGP, ChristenUnie en PVV spraken zoals verwacht steun uit voor minister Blok: met het trekken van conclusies moet worden gewacht op de uitkomsten van Israëlisch onderzoek. Opvallender was de laag-bij-de-grondse aanval van de SGP op GroenLinks. SGP-voorman Kees van der Staaij vroeg Bram van Ojik of zijn GroenLinks ‘nu nog verder en scherper de kant van Hamas en terreurgroepen kiest’. Immers, betoogde de SGP’er, GroenLinks heeft deels dezelfde kritiek op Israël als Hamas, en heeft bovendien op het laatste congres een BDS-motie aangenomen.

Van Ojik pareerde de ongerijmde beschuldiging beheerst en kreeg bijval van Sjoerd Sjoerdsma (D66). GroenLinks maakt geen uitzondering voor Israël als het om het veroordelen van schendingen van het recht gaat, stelde Van Ojik:

Als Israël mensenrechten schendt of handelt in strijd met het internationaal recht, heb ik wel het recht en soms zelfs de plicht om daarop te wijzen zonder dat ik ervan beschuldigd word door de heer Van der Staaij of door wie dan ook dat ik een handlanger van Hamas zou zijn.

Hoe verder?

De Tweede Kamer zal in de week van 8 april waarschijnlijk opnieuw over de situatie in Gaza en specifiek over het rapport van de VN-Mensenrechtenraad debatteren. Onduidelijk is nog of er fracties met moties komen. We houden u via onze website, nieuwsbrief en sociale media op de hoogte.

Zeker is wel dat The Rights Forum de minister na half mei de nu lopende petitie zal aanbieden, waarin op concrete en rechtvaardige regeringsmaatregelen wordt aangedrongen. Bij die gelegenheid zullen wij de minister ook herinneren aan een uitspraak die hij op 16 mei 2018 deed:

De inzet van het kabinet is er op gericht om het geweld zo snel mogelijk te stoppen en verdere slachtoffers te voorkomen.

Met het achterwege laten van veroordelingen en het negeren van internationaalrechtelijke verplichtingen brengt het kabinet dat doel niet dichterbij. Erger, daarmee draagt het indirect bij aan continuering van het geweld.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy