Met het aanbreken van het oogstseizoen zijn de aanvallen van kolonisten op Palestijnse boeren verhevigd. Het Israëlische leger doet zoals gebruikelijk weinig om het geweld te voorkomen of daders op te pakken. Tenzij het zelf doelwit van de kolonisten is.
Gemaskerde Israëlische kolonisten die Palestijnse boeren met knuppels en stenen te lijf gaan, brand stichten, akkers en boomgaarden vernielen en de oogst stelen: het is een bekend fenomeen op de bezette Westelijke Jordaanoever. Met het aanbreken van de olijvenoogst, afgelopen week, is de terreur verhevigd.
Zaterdag vielen enkele tientallen gemaskerde kolonisten Palestijnse boeren aan die bij het dorp Burin olijven oogstten, schrijft The Times of Israel. Op filmbeelden van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din is te zien hoe een stuk of zeven van hen de boeren met stenen bekogelen. Anderen vielen de boeren met knuppels aan en verdreven hen uit hun boomgaard. Drie van hen moesten zich in het ziekenhuis aan verwondingen laten behandelen. De kolonisten, afkomstig uit de ‘buitenpost’ (outpost) Givat Ronen bij de nederzetting Yitzhar, maakten zich meester van een grote zak net geplukte olijven en persoonlijke eigendommen die de boeren hadden achtergelaten.
Palestijnse jongeren uit Burin trokken vervolgens naar de boomgaard, waar beide partijen elkaar met stenen bekogelden. Daarop verscheen de Israëlische grenspolitie, aldus de krant. Die maakte een eind aan het gevecht door de Palestijnse jongeren met ‘riot dispersal means’ – vermoedelijk traangas – te verdrijven.
Die avond maakten, nog steeds volgens de krant, politie en leger bekend dat er inderdaad een aanval van kolonisten had plaatsgevonden. Het zou gaan om acht stenengooiende Israëli’s. Zij zouden één Palestijn hebben geraakt en al zijn vertrokken toen de politie arriveerde. Die had daarom geen arrestaties kunnen verrichten.
Het verhaal is kenmerkend voor de gang van zaken op de Westoever. Hoewel Israël, als bezettende mogendheid, de plicht heeft de Palestijnse bevolking te beschermen, hebben agressieve kolonisten vrij spel en kunnen zij vaak zelfs rekenen op bescherming van leger en politie. Aanvallen van en vernielingen door kolonisten zijn dagelijkse kost – alleen al vanuit Yitzhar en de omringende buitenposten vonden dit jaar meer dan 150 aanvallen plaats, vertelde een anonieme legerbron The Times of Israel –, maar nemen in hevigheid toe tijdens de jaarlijkse olijvenoogst.
Op zijn informatieve blog Abu Pessoptimist biedt Maarten Jan Hijmans een beknopt overzicht van de aanvallen van afgelopen week. Dieptepunt tot dusver was een aanval van zo’n dertig gemaskerde kolonisten uit Yitzhar op boeren in Burin, afgelopen woensdag. Zij gingen de boeren en een tiental vrijwillers uit Israël, de VS en Europa die de Palestijnen helpen met de oogst met stenen en metalen staven te lijf en staken de olijfgaarden in brand.
Vijf vrijwilligers raakten gewond, onder wie de tachtigjarige rabbi Moshe Yehudai van de Israëlische organisatie Rabbis for Human Rights (RHR). Yehudai liep een hoofdwond en een gebroken arm op en werd door een Palestijnse ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Hij vertelde achteraf dat hij voor zijn leven had gevreesd.
Bij de brand gingen honderden – volgens sommige berichten meer dan 1300 – olijfbomen verloren. Vele daarvan waren tientallen jaren oud. Er moesten blusvliegtuigen aan te pas komen om het vuur onder controle te krijgen.
In een persbericht van RHR spreekt directeur Avi Dabush van de ‘Wild West-atmosfeer’ die op de Westelijke Jordaanoever heerst. Zijn organisatie zal de Palestijnse boeren blijven bijstaan. ‘Dat is het joodse en morele antwoord op extreem en gewelddadig messianisme’, stelt hij:
We will continue with the olive harvest and stand together in the face of violence, bullying and theft. This is the Jewish and moral answer to extreme and violent messianism, and it is the only hope for a future of peace and a shared life.
Ghassan Najar, een 29-jarige inwoner van Burin, vertelde de nieuwswebsite Middle East Monitor (MEMO) dat een week eerder ook al driehonderd olijfbomen door kolonisten werden afgebrand. In totaal gingen op deze wijze dit jaar al meer dan 3500 bomen van dorpsbewoners verloren. Twintig families verloren al hun bomen, hun belangrijkste inkomstenbron. Eén boom brengt jaarlijks tussen de 75 en 125 euro op. Op de hele Westoever zijn ruim honderdduizend families afhankelijk van de olijvenoogst.
Volgens Najar werken de Israëlische bezettingstroepen en de kolonisten samen. Dat wordt tegenover MEMO bevestigd door Amit Gilutz, woordvoerder van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. De organisatie documenteerde in de loop der jaren honderden incidenten waarbij militairen de agressieve kolonisten beschermden of zelf aan de gewelddadigheden deelnamen. De kolonisten vormen als het ware een ‘geprivatiseerde arm van de staat’, en het gemeenschappelijke doel is Palestijnse dorpelingen tot vertrek te dwingen, aldus Gilutz:
We think of settler violence as violence that is promoting Israeli interests in the West Bank, which are to take over as much of the resources in the West Bank as possible and leave them in Israeli hands, transfer them to settlers, and to diminish the Palestinian presence in these areas.
Het is moeilijk om exacte cijfers te geven voor het geweld, stelt Gilutz. Het is dermate wijd verbreid dat het onmogelijk is alle incidenten waar te nemen. Duidelijk is volgens hem echter dat er sinds begin 2017 sprake is van een toename van het geweld, zoals afgelopen jaar vastgesteld in een rapport van het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA) van de VN.
Bij hoge uitzondering leidt geweld van kolonisten tot veroordeling door Israëlische politici. Dat gebeurt wanneer kolonisten zich tegen militairen keren. Afgelopen week deed zich zo’n geval voor, nadat militairen – ook uitzonderlijk – een jonge kolonist uit Yitzhar oppakten die bezig was een akker van een Palestijn in brand te steken.
Twee dagen later bedreigde een aantal kolonisten uit wraak een groepje militairen die bij Yitzhar een oefening uitvoerden. En zondagochtend bekogelden zo’n dertig kolonisten in de omgeving van Yitzhar patrouillerende militairen met stenen en sneden de banden van twee militaire voertuigen stuk. De militairen schoten in de lucht en gebruikten stungranaten om de kolonisten te verdrijven.
Het voorval leidde tot een golf van verontwaardiging: premier Benjamin Netanyahu, andere politici en hoge militairen keurden het geweld in alle toonaarden af, en kolonistenleiders distantieerden zich van de aanvallen, die volgens hen het werk waren van opgeschoten jongeren. Het is een bekend ritueel, schrijft Amos Harel in de Israëlische krant Haaretz (€). De oorzaken voor het geweld blijven onbenoemd, er wordt niet werkelijk ingegrepen en te zijner tijd herhaalt de geschiedenis zich.
Verder lezen
Achtergrondinformatie over het geweld van kolonisten is te vinden op de websites van onder meer Yesh Din, B’Tselem en The Palestine Center.