Het toenemende geweld in het Midden-Oosten onderstreept de noodzaak van een actieve vredespolitiek, gebaseerd op het internationaal recht. Het is de allerhoogste tijd dat onze politici die les ter harte nemen.
Wat moet de internationale reactie zijn op de Iraanse aanval op Israël? In de nacht van zaterdag op zondag schoot Iran 320 drones, kruisraketten en ballistische raketten op Israël af. Die werden vrijwel allemaal uit de lucht geschoten, de overgrote meerderheid door de Amerikanen, Britten, Fransen en Jordaniërs nog voor ze Israël konden bereiken.
De aanval was een vergelding voor het Israëlische bombardement van 1 april op het Iraanse consulaat in de Syrische hoofdstad Damascus. Daarbij verloren 16 personen het leven, onder wie enkele hoge Iraanse militairen. De vergeldingsaanval van Iran was gericht op de militaire basis Nevatim, waar de Israëlische F-35-gevechtsvliegtuigen zijn gestationeerd. De Israëlische aanval in Damascus zou met zo’n toestel zijn uitgevoerd. De basis liep enige schade op, maar kon volgens Israël in gebruik blijven.
Iran kondigde aan het bij deze aanval te willen laten en niet uit te zijn op een breder militair conflict. Israël echter kondigde direct een vergeldingsactie aan op een nader te bepalen moment, liefst samen met westerse en Arabische landen. In een door Israël bijeengeroepen spoedbijeenkomst van de Veiligheidsraad riep de Israëlische VN-ambassadeur Gilad Erdan de internationale gemeenschap zondag ook op tot nog meer sancties tegen Iran – ‘de nazi’s’, aldus Erdan – dan al van kracht zijn.
Steun voor Israëls voornemens bleef echter uit. Zowel in de Veiligheidsraad als daarbuiten riepen VN-woordvoerders en de grote mogendheden juist op tot terughoudendheid en de-escalatie. De Amerikaanse president Biden maakte duidelijk dat de VS onder geen beding zal deelnemen aan een aanval op Iran.
Dat is goed nieuws, maar niet goed genoeg. Essentieel is dat de grondoorzaken van de conflicten in het Midden-Oosten eindelijk worden aangepakt, niet met wapens, maar langs de lijnen van het recht. Daarvan is de kwestie-Palestina, met haar historie van ruim een eeuw en haar enorme internationale betekenis, zonder twijfel het belangrijkste. In plaats van het conflict in leven te houden dient het eindelijk te worden beëindigd. De mogelijkheden daarvoor zijn er. Het ontbreekt tot dusver echter aan politieke wil.
Essentieel is dat een eind wordt gemaakt aan de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen, die tot tegengeweld – in zijn meest wrede vorm een ‘7 oktober’ – zal blijven leiden. Er dient met spoed een permanent staakt-het-vuren te komen in Gaza, gevolgd door een snelle wederopbouw en een eind aan de wurgende Israëlische blokkade. Daarnaast dient met spoed een eind te worden gemaakt aan de illegale Israëlische bezetting en kolonisering van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.
Van fundamenteel belang is dat de westerse landen erkennen dat zij tot op heden een funeste rol in de kwestie-Palestina spelen. Niet alleen de VS, maar ook de EU en Nederland voeren van oudsher een rampzalige tweematen-politiek, waarin voor Israël andere regels gelden dan voor ieder ander, en zeker voor de Palestijnen. Waar Israël boven het recht verheven is en zich ongestraft schuldig mag maken aan oorlogsmisdaden (denk aan de kolonisering) en misdaden tegen de menselijkheid (apartheid), geldt voor Palestijnen het spiegelbeeld: zij moeten zich decennium na decennium onbeschrijfelijk onrecht laten welgevallen, en accepteren dat zelfs fundamentele mensenrechten niet voor hen gelden.
De ontwikkelingen sinds 7 oktober 2023 zijn een duidelijk voorbeeld van die tweematen-politiek, zoals wij afgelopen week schreven: de wrede aanval van Hamas van 7 oktober werd door de Nederlandse regering in alle toonaarden en met sancties veroordeeld, terwijl het onvergelijkbaar veel grotere Israëlische geweld sindsdien slechts leidt tot ‘bezorgdheid’.
Even kenmerkend is de verontwaardiging die nu klinkt over het oordeel van het Gerechtshof Den Haag van 12 februari jl. dat Nederland de levering van onderdelen van F-35’s aan Israël moest staken. Daarmee stelde het hof Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum in het gelijk, die betoogden dat Israël met de F-35’s in de Gazastrook het humanitair oorlogsrecht schond.
Hoewel volgens Israël 99 procent van de Iraanse drones en raketten dit weekend uit de lucht zijn gehaald, zei Tweede Kamerlid Ruben Brekelmans (VVD) zondag in Buitenhof dat de drie organisaties en de rechter ‘grote risico’s hebben genomen met de veiligheid van Israël’. Het is het bekende geluid: als het om Israël gaat moeten we niet moeilijk doen over mensenrechtenschendingen. Sterker: daar moeten we door de levering van wapentuig aan blijven meewerken. Dat Israël een Iraanse reactie uitlokte door met een F-35 het consulaat van Iran te bombarderen doet niet ter zake.
Even bekend en voorspelbaar is het verbale geweld uit de hoek van de hardcore Israël-lobby zoals het Nieuw Israëlietisch Nieuwsblad (NIW). Dat schreef zondag in de persoon van redacteur Bart Schut over de F-35-zaak dat ‘de Jodenhaters van Oxfam Novib, PAX en The Rights Forum niet beter zijn dan de nazi’s en maar één ding willen: massamoord op Israëlische burgers, een nieuwe Holocaust’. Het is een schoolvoorbeeld van bagatellisering van het naziregime, de Holocaust en het antisemitisme.
De medeplichtige rol die de Nederlandse regering en een meerderheid van de Tweede Kamer in de kwestie-Palestina spelen stemt wanhopig. Wie had verwacht dat ‘7 oktober’ onze politici tot introspectie en herziening van destructieve standpunten zou hebben gebracht, is bedrogen uitgekomen. De escalatie tussen Israël en Iran is een nieuwe waarschuwing. Niet medeplichtigheid, maar alleen handhaving van het voor alle betrokkenen even zwaar wegende internationaal recht kan tot vrede leiden. Het is de allerhoogste tijd dat die les door de politici in de internationale ‘Hoofdstad van Vrede en Recht’ ter harte wordt genomen.