Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira heeft namens twintig (voornamelijk) Palestijnse bewoners van de Westelijke Jordaanoever aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. De extreem ernstige kwestie betreft niets minder dan de:
[…] beïnvloeding van het onderzoek van de Openbaar Aanklager van het Internationaal Strafhof naar de Situation in the State of Palestine, en de belaging, intimidatie, het uitoefenen van druk en belasteren van medewerkers van het Internationaal Strafhof, waaronder de Openbaar Aanklager gedurende dit onderzoek.
Waar draait het om?
De zaak kwam aan het licht na journalistiek onderzoek door The Guardian, +972 Magazine en Local Call, waarvan de uitkomst eind mei werd gepubliceerd. Daaruit bleek dat Israël het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, ICC) bijna tien jaar lang heeft bespioneerd, en zijn medewerkers heeft geïntimideerd, belaagd en belasterd. De Israëlische campagne was gericht op het ondermijnen van het onderzoek door het Strafhof naar de ‘Situatie in de Staat Palestina’, waarmee het Hof in januari 2015 een begin maakte.
Onderzoek van het Internationaal Strafhof in vogelvlucht
Onderzoek naar Israëlische (en Palestijnse) misdaden in het door Israël bezette Palestina kwam in 2015 op gang. Het besluit van het Internationaal Strafhof om arrestatiebevelen uit te vaardigen is pas het eerste concrete resultaat.
- Op 16 januari 2015, bijna tien jaar geleden, stelde het Internationaal Strafhof een ‘verkennend onderzoek’ in naar wat formeel de Situatie in de Staat Palestina heet. Het onderzoek, en de angst voor de consequenties, brachten Israël tot een campagne van beïnvloeding en ondermijning.
- Pas op 20 december 2019, bijna vijf jaar later en onder grote maatschappelijke druk, kondigde hoofdaanklager Fatou Bensouda aan over voldoende bewijs te beschikken voor een officieel onderzoek.
- Eerst verzocht ze de rechters van het Hof nog te beoordelen of het Strafhof daarvoor de rechtsbevoegdheid heeft. Op 5 februari 2021 oordeelden die dat dit het geval is.
- Daarop kondigde Bensouda op 3 maart 2021 een officieel onderzoek aan, inmiddels ruim zes jaar na de start van het vooronderzoek.
- Het eerste voorzichtige resultaat daarvan volgde op 20 mei 2024, toen Bensouda’s opvolger, de Brit Karim Khan, de rechters verzocht om arrestatiebevelen voor onder meer de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant.
- Op 28 mei 2024 publiceerden The Guardian, +972 Magazine en Local Call de uitkomst van hun onderzoek naar de Israëlische beïnvloeding en ondermijning van het Strafhof. Daaruit werd duidelijk waarom het zich voortslepende onderzoek nog niet had geleid tot concrete maatregelen.
- Op 23 augustus en 9 september drong Khan bij de rechters aan op spoed.
- Op 21 november 2024 vaardigden die de door Khan gevraagde arrestatiebevelen uit.
Lees verder
Lees minder
Volgens de bevindingen van de media werd hoofdaanklaagster Fatou Bensouda geconfronteerd met laster, chantage, intimidatie en een poging tot omkoping. Daarnaast werden haar medewerkers afgeluisterd en gemonitord. Zo verschafte Israël zich toegang tot bewijs en getuigen, naast kennis van de incidenten die het Hof onderzocht. Door daar vervolgens zelf een schijnonderzoek naar in te stellen, werd getracht het Strafhof uit te rangeren. Dat heeft namelijk geen rechtsmacht wanneer staten hun eigen misdrijven onderzoeken.
Amerikaanse druk
Ook schakelde Israël zijn Amerikaanse bondgenoten in toen het lucht kreeg van het voornemen van Bensouda’s opvolger, de Brit Karim Khan, om arrestatiebevelen aan te vragen voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant. Daarop stuurden twaalf Amerikaanse senatoren Khan op 24 april 2024 een brief met onverholen dreigementen:
Target Israel, and we will target you. If you move forward with the measures indicated in the report, we will move to end all the American support for the ICC, sanction your employees and associates, and bar you and your families from the United States. You have been warned.
Desondanks verzocht Khan de rechters van het Strafhof op 20 mei om arrestatiebevelen uit te vaardigen voor de twee Israëlische leiders (en drie leiders van Hamas). Daarop nam het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden in juni een wetsvoorstel aan dat sancties oplegt aan (medewerkers van) het Strafhof, als dat inderdaad zou overgaan tot arrestatiebevelen. Vorig weekend kwamen die sancties dichterbij, waarschuwde de Amerikaanse senator John Thune:
If the ICC and its prosecutor do not reverse their outrageous and unlawful actions to pursue arrest warrants against Israeli officials, the Senate should immediately pass sanctions legislation, as the House has already done.
Ook Rutte werd benaderd
Uit een interview van Khan met CNN op 20 mei bleek dat ook andere, niet met name genoemde ‘senior leaders’ zich met ‘botte kritiek’ tot Khan wendden. Als voorbeeld noemde hij de opmerking (19’00’’) dat ‘This court is built for Africa, and for thugs like Putin’. De vraag staat open of ook toenmalig premier Mark Rutte het Strafhof onder druk heeft gezet. Vaststaat dat Netanyahu hem op 24 april als eerste heeft gebeld met het verzoek om ‘politieke pressie’ op het hof uit te oefenen ‘ten gunste van Israël’.
This court is built for Africa, and for thugs like Putin.
-Anonieme ‘senior leader’
Zo stapelt de beïnvloeding van het Strafhof zich op. Begin september maakte Khan bekend dat zijn medewerkers worden bedreigd door pro-Israëlische (en pro-Russische) personen of entiteiten. Ook persoonlijk ligt Khan onder vuur. In mei werd hij beschuldigd van ‘seksueel wangedrag’, waarnaar een extern onderzoek wordt ingesteld. Khan ontkent de beschuldiging. De zaak is schimmig en zou goed deel kunnen uitmaken van de in april tegen hem ingezette campagne.
Palestijnse aanklacht
Tegen deze achtergrond van beïnvloeding hebben de twintig Palestijnen aangifte gedaan bij het Nederlandse Openbaar Ministerie. Zij zien in de Israëlische pogingen om het onderzoek te ondermijnen een aanslag op hun toegang tot het recht, schrijft hun advocaat. Na decennia van Israëlische onderdrukking en geweld vormt de Israëlische sabotage een onaanvaardbare inbreuk op hun recht op gerechtigheid.
Ook beklagen zij zich over de tegen het Strafhof gerichte retoriek, die niet alleen de complete rechtsorde bedreigt, maar uiteindelijk zou kunnen leiden tot handjeklap met hun rechten. Zo zou het Strafhof onder druk kunnen besluiten om het onderzoek naar de Situatie in de Staat Palestina op te geven om daarmee andere onderzoeken te redden. Ook vrezen zij Amerikaanse druk op de Palestijnse Autoriteit om zijn samenwerking met het Strafhof stop te zetten, waardoor het onderzoek stilvalt.
Nederlandse verplichting
Nederland heeft als gastland van het Internationaal Strafhof een bijzondere verplichting. Op grond van het onderlinge Zetelverdrag dient Nederland ‘doeltreffende en adequate maatregelen [te treffen] die vereist zijn om de beveiliging, veiligheid en bescherming van de in dit verdrag bedoelde personen te waarborgen, en die noodzakelijk zijn voor het naar behoren functioneren van het Hof, zonder inmenging van welke aard dan ook’.
Daarnaast heeft de Israëlische beïnvloeding zich grotendeels afgespeeld op Nederlands grondgebied. Voorbeelden zijn de onbekenden die opdoken bij Bensouda’s woning in Den Haag om haar te intimideren en om te kopen, en het feit dat de door Israël onderschepte communicatie van het Hof afkomstig was uit Nederland. Dergelijke en andere feiten zijn strafbaar onder de Nederlandse wet.
De zaak-Kiswanson
Een ander voorbeeld van beïnvloeding haalde het wereldnieuws. In augustus 2016 werd bekend dat de in Nederland woonachtige Jordaans-Zweedse juriste Nada Kiswanson al een half jaar ernstig werd bedreigd. Zij droeg namens de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq dossiers over aan het Internationaal Strafhof in het kader van het destijds nog verkennende onderzoek naar de Situatie in Palestina.
In Nederland werd de zaak-Kiswanson hoog opgenomen. Het Openbaar Ministerie opende een onderzoek, maar sloot dat in mei 2019 af omdat er geen ‘identificeerbare verdachte’ was gevonden, ook al wees alles op de Israëlische inlichtingendiensten.
Glimp van groter falen
Met de kennis van nu was het falen van de overheid in de zaak-Kiswanson slechts een glimp van een veel groter falen om het Strafhof te beschermen tegen de bijna tien jaar durende campagne van bedreiging en intimidatie door Israël. De ‘beveiliging, veiligheid en bescherming’ van de medewerkers en partners van het Hof waren in 2016 niet op orde, en waren dat in 2024 nog steeds niet. Gezien Nederlands verplichting is dat een schandaal, dat grondig onderzoek vereist.
De vastberadenheid van het Strafhof om de rechtsorde overeind te houden verdient navolging.
Daarbij gaat het om het identificeren en ter verantwoording roepen van de verantwoordelijke Israëli’s, maar ook om de vraag hoe dit schandaal zo lang heeft kunnen voortduren zonder dat is ingegrepen. Met als gevolg dat een van de peilers van de internationale rechtsorde onder Nederlandse verantwoordelijkheid ernstig heeft kunnen worden beschadigd.
Bredere context
Extra noodzaak voor diepgaand onderzoek is dat Israël niet alleen het Strafhof bedreigt, belastert en intimideert, maar ook Nederlandse organisaties en burgers. Als recentste voorbeeld dienen de twee rapporten van het Israëlische ministerie van Diasporazaken die afgelopen weken opdoken, beide expliciet bedoeld om de politiek te beïnvloeden, en beide met als gevolg dat schade wordt aangericht aan personen, organisaties en democratische vrijheden.
De twee rapporten vormen de top van een ijsberg van inmening en intimidatie door de Israëlische regering en zijn internationale en Nederlandse lobby. Daarom moeten zij deel uitmaken van de context waarbinnen het Openbaar Ministerie onderzoek doet.
De aanklacht van de twintig Palestijnen verdient ieders steun. Nederland heeft de unieke verplichting en kans om een einde te maken aan hun structurele rechteloosheid, naast een niet gering eigenbelang. Bij zijn opdracht moet het Openbaar Ministerie zich spiegelen aan de rechters van het Strafhof die afgelopen week de arrestatie bevolen van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant. Hun vastberadenheid om de rechtsorde overeind te houden verdient navolging.
Meer informatie
Waarom de Palestijnse aangifte moet leiden tot strafrechtelijk onderzoek in Nederland
Lees de analyse van professor Internationaal Recht Sergey Vasiliev.