Volkskrant-columniste beschuldigt DENK en BIJ1 van negeren antisemitisme

Volgens Elma Drayer houden DENK en BIJ1 zich ‘blind voor overduidelijke tekenen van Jodenhaat’. Wie naar de partijen zelf luistert komt tot een andere conclusie.

Op 7 maart legt Tunahan Kuzu uit waarom DENK zich niet achter het Joods Akkoord heeft geschaard. Drie weken later schrijft Elma Drayer niettemin: ‘Waarom de vrome broeders van DENK niet meededen moeten wij raden.'

In de Volkskrant stort columniste Elma Drayer een emmer vuil uit over de politieke partijen DENK en BIJ1. De reden: de partijen ondertekenden het zogeheten Amsterdams Joods Akkoord niet, dat op 6 maart wél door negen andere Amsterdamse partijen werd ondertekend. Daarmee verbonden de negen zich aan een aantal uitgangspunten ter bestrijding van antisemitisme. Zoals Drayer het uitdrukt: zij ‘verklaarden zich solidair met Joods Amsterdam’.

Dat DENK en BIJ1 zich van het Akkoord distantieerden zint Drayer niet. Dat mag, maar kwalijk is dat zij de partijen verwijt zich ‘blind te houden voor overduidelijke tekenen van Jodenhaat’. Dat is, zoals het heet, een gotspe, waarmee Drayer de indruk wekt de dure ‘solidariteit met Joods Amsterdam’ slechts op te voeren als een stok om de hond te slaan. Letterlijk schrijft ze:

Waarom de vrome broeders van Denk niet meededen moeten wij raden. BIJ1 motiveerde haar onwil met de hilarische smoes dat het akkoord kritiek op ‘de politieke beslissingen van de staat ­Israël’ onmogelijk zou maken. Dus uitgerekend politieke partijen die bij wijze van spreken achter elke struik racisme ontwaren, houden zich blind voor overduidelijke tekenen van Jodenhaat?

Onwaarheden

Drayer wil doen geloven dat onduidelijk is waarom ‘de vrome broeders van DENK’ het Joods Akkoord niet ondertekenden. Maar in een filmpje op de Facebookpagina van DENK-Amsterdam met de titel ‘Waarom DENK het Joods Akkoord niet heeft ondertekend’ legde Kamerlid Tunahan Kuzu op 7 maart glashelder uit wat daarvan de reden is. Hij verklaarde bovendien dat DENK gekant is tegen ‘alle vormen van haat en racisme, waaronder antisemitisme’. Het filmpje werd in artikelen van onder andere The Rights Forum onder de aandacht gebracht.

Drayer wil ook doen geloven dat BIJ1 zich heeft bediend van ‘de hilarische smoes dat het akkoord kritiek op “de politieke beslissingen van de staat ­Israël” onmogelijk zou maken’. Maar dat is niet wat de partij zei.

BIJ1 sprak zich om te beginnen uit voor het ‘fel bestrijden en stevig aanpakken’ van antisemitisme en ‘andere vormen van discriminatie’. Onomwonden verklaarde de partij dat de bestrijding van antisemitisme ‘in Amsterdam een prioriteit dient te zijn’. Het Akkoord wees zij echter af, omdat onder de daarin gebruikte definitie van antisemitisme ‘kritiek op de politieke beslissingen van de staat Israël ook als antisemitisch beschouwd kan worden’. Daarmee verwoordde BIJ1 secuur wat er mis is met die definitie. In zijn filmpje keerde Kuzu zich om dezelfde reden tegen de definitie. Daar zit voor Drayer kennelijk de pijn.

Schadelijke definitie

Met de standpunten van BIJ1 en DENK zou iedereen die ‘solidariteit met Joods Amsterdam’ nastreeft ingenomen moeten zijn. Wie zich opwindt omdat het Akkoord niet unaniem is onderschreven moet zich afvragen waarom daarin dan − verstopt in een voetnoot − die schadelijke definitie van antisemitisme is opgenomen. Tegen die definitie bestaat brede en principiële oppositie. Als opsteller mag je, zou je zeggen, blij zijn met iedere partij die zich desondanks aan het Akkoord wenst te binden.

De definitie is, zoals eerder door The Rights Forum toegelicht, onduidelijk en onvolledig, en biedt volop ruimte om legitieme kritiek op het beleid van de staat Israël tot jodenhaat te bestempelen. Daarmee komen de vrijheid van meningsuiting en andere burgerrechten in het gedrang. Zeker zo kwalijk is dat de definitie de bestrijding van antisemitisme politiseert en uitholt. Door critici van Israëls Palestina-politiek lukraak van antisemitisme te beschuldigen verliest dat begrip zijn betekenis.

In artikelen in Het Parool en NRC schrijft Jaap Hamburger − voorzitter van Een Ander Joods Geluid en bestuurslid van The Rights Forum − dat de definitie afkomstig is uit de koker van de zogenoemde Israël-lobby. Die beschouwt haar als ‘een instrument om critici te stigmatiseren en monddood te maken’. Dat de definitie die mogelijkheid biedt is geen ‘hilarische smoes’, zoals Drayer schrijft − de definitie is er speciaal voor ontworpen.

‘Antisemitische BDS-beweging’

Niet alleen in Amsterdam, maar Europa-breed proberen ‘pro-Israël’-organisaties de definitie op alle bestuurlijke niveaus ingang te doen vinden. Het Nederlandse kabinet hield de boot vorig jaar op duidelijke gronden af, maar de intenties van de Lobby lieten niets aan de verbeelding over: in de Kamervragen waarmee de SGP informeerde of het kabinet de definitie officieel wilde aannemen, wilde de partij meteen weten wat daarvan de gevolgen zouden zijn voor de ‘antisemitische’ BDS-beweging.

Deze internationale beweging probeert Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) te dwingen tot het respecteren van de Palestijnse (mensen)rechten. Daarmee geeft ze gehoor aan een oproep van 170 Palestijnse maatschappelijke organisaties. Die solidariteit met het Palestijnse volk en zijn rechten maakt de beweging tot een doelwit van de Lobby.

In een door de Lobby uitgeroepen ‘Oorlog tegen BDS’ is, van de Verenigde Staten tot Duitsland, Frankrijk en Nederland, het tot antisemiet bestempelen van BDS-sympathisanten het uitverkoren wapen. Ook op andere strijdtonelen bedient de Lobby zich ervan. Aan de overzijde van het Kanaal vormen de aanvallen op Labour en Jeremy Corbyn een actuele illustratie. Met haar beschuldiging dat DENK en BIJ1 ‘zich blind houden voor overduidelijke tekenen van Jodenhaat’ vist Drayer in dezelfde vijver.

Het vrije woord

De exploitatie van het begrip antisemitisme, zoals die tot uiting komt in de definitie, is een alarmerende ontwikkeling. Het vereenzelvigen van kritiek op Israël met jodenhaat is even destructief als het betitelen van Israëls illegale kolonisering van bezet Palestina als een ‘joods recht’ − een in Lobbykringen ook breed vertakt gebruik.

Met de pogingen Israël-critici en andere dwarsliggers het zwijgen op te leggen trekt de Lobby de Palestijns-Israëlische kwestie diep de samenleving in. Met aanvallen op de vrijheid van meningsuiting en andere burgerrechten zijn joden noch niet-joden gediend. Je zou verwachten dat een columniste die gedijt bij het vrije woord dat inzicht onderschrijft, en voorop gaat bij de verdediging ervan.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy