Kerkelijke organisaties moeten nagaan of de situatie zich verdraagt met het internationaal recht en de universele mensenrechten. Met dit appèl geeft de Zweedse Kerk gehoor aan de roep om actie van Palestijnse christenen en de grote mensenrechtenorganisaties.
De Zweedse Kerk wil dat internationale kerkelijke organisaties met een veel kritischer blik naar de situatie in Israël/Palestina kijken. Zij zouden actief moeten nagaan of ze de situatie in overeenstemming achten met het internationaal recht en de universele mensenrechten.
De synode van de kerk heeft het centraal bestuur opdracht gegeven ‘de kwestie van onderzoek naar de implementatie van internationaal recht in Israël/Palestina’ aan te kaarten bij oecumenische organisaties als de Wereldraad van Kerken en de Lutherse Wereldfederatie. Dat dient te gebeuren ‘mede vanuit het perspectief van de Apartheidsconventie van de VN en de definities van apartheid in het Statuut van Rome’, schrijft de Israëlische krant Haaretz. Het Statuut van Rome is het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof.
Het besluit van de kerk komt voort uit bezorgdheid over de voortgaande verslechtering van de mensenrechtensituatie, verduidelijkt directeur internationale betrekkingen Erik Lysén tegenover de krant. Het sluit aan bij de luide roep om concrete actie van Palestijnse christenen en Israëlische, Palestijnse en internationale mensenrechtenorganisaties.
De specifieke verwijzing naar apartheid komt voort uit de alarmerende rapporten van Human Rights Watch, B’Tselem, Yesh Din en andere organisaties, waaruit ontegenzeggelijk blijkt dat Israël een regime van apartheid hanteert dat onder het Statuut van Rome een misdaad tegen de menselijkheid is. Kerkelijke organisaties mogen daar niet van wegkijken, maar dienen zelf een oordeel over de situatie te vellen, is de boodschap van de Zweedse Kerk.
De Zweedse Kerk is een luthers kerkgenootschap en was tot begin deze eeuw de staatskerk van Zweden. Zo’n 55 procent van de bevolking is erbij aangesloten. De kerk staat bekend als democratisch en progressief, met veel aandacht voor vrouwen- en homorechten en mensenrechten in het algemeen. De synode, het hoogste orgaan, wordt gekozen in directe kerkelijke verkiezingen, en kiest op haar beurt het centraal bestuur, dat onder leiding staat van de vrouwelijke aartsbisschop van Zweden, Antje Jackelén.
De kerk zet zich wereldwijd in voor onderdrukte en kwetsbare bevolkingsgroepen, vanuit de visie dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde rechten hebben. De kerk beschouwt die inzet als een opdracht en onderstreept de grote invloed die religieuze actoren kunnen hebben op het tot stand brengen van positieve verandering, zowel op het gebied van mensenrechten als van zaken als duurzame ontwikkeling.
Wat de kwestie-Palestina betreft is de kerk sinds jaar en dag een uitgesproken voorstander van de tweestatenoplossing. Ze roept op tot vredesbesprekingen op basis van het internationaal recht, tot beëindiging van de Israëlische bezetting en van alle geweld, en tot algemeen respect voor de mensenrechten. In het verleden heeft de kerk het verlenen van financiële steun aan de bezetting openlijk afgekeurd, en het tegenwerken daarvan ‘een legitieme methode om aan vrede te werken’ genoemd, schrijft Haaretz.
Het besluit kwam de kerk op het gebruikelijke salvo van afkeurende reacties te staan, met name verwijten dat ze ‘eenzijdig’ en ‘anti-Israëlisch’ zou zijn. Het zijn de bekende beschuldigingen die iedereen ten deel vallen die de situatie in Israël/Palestina aan de orde stelt. De Zweedse Kerk werd er vaker mee bestookt.
Volgens de Raad van Joodse Gemeenschappen in Zweden onderstreept de kerk met het ‘onacceptabele besluit’ haar ‘sterke anti-Israëlische’ gezindheid, schrijft Haaretz. De kerk zou ‘herhaaldelijk de enige Joodse staat’ bekritiseren, onderwijl de ogen sluitend voor de situatie van de christenen elders in het Midden-Oosten. Ook twee (van de dertien) Zweedse bisschoppen beschuldigden de kerk van een ‘eenzijdige fixatie op Israël, de enige democratie in het Midden-Oosten’, en van het wegkijken van de situatie in landen als ‘Belarus, Ethiopië, de VS, Rusland, China en de dictaturen die Israël omringen’.
Directeur internationale betrekkingen Lysén weerlegde de beschuldigingen met een verwijzing naar de feitelijke activiteiten. De kerk is betrokken bij humanitaire projecten op allerlei plaatsen en heeft de situatie van de mensenrechten aan de orde gesteld ‘in landen als Colombia, Myanmar, Zuid-Sudan, Tanzania, meerdere landen in Midden-Amerika en regionaal in het Midden-Oosten’. Overal zijn de activiteiten gebaseerd op de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, aldus Lysén. Van het uitzonderen van Israël is geen sprake, en de kerk ‘blijft toegewijd aan de rechten van zowel de Israëlische als de Palestijnse bevolking’.
Aartsbisschop Jackelén constateerde dat met name de term ‘apartheid’ tot ‘woede en verdriet’ leidde. Zelf had ze het woord liever vermeden, maar ze beseft ‘dat Israëlische en andere mensenrechtenorganisaties, zoals B’Tselem, Yesh Din en Human Rights Watch, de term in hun rapporten gebruiken’.
Jackelén stelde persoonlijk geen voorstander van het kerkbesluit te zijn, maar zich evenmin te kunnen vinden in ‘het beeld dat nu verspreid wordt’. Ze benadrukte dat het besluit geenszins tegen de staat Israël gericht is, laat staan tegen Joden in Israël of Zweden, en dat het verwijt van eenzijdigheid feitelijk onjuist is. Immers, de kerk vraagt internationale religieuze instellingen niet alleen Israël langs de meetlat van mensenrechten en internationaal recht te leggen, maar ook de Palestijnen, Hamas en de Palestijnse Autoriteit voorop.
Eens te meer blijkt dat zulke ‘meerzijdigheid’, hoe expliciet ook vermeld, geen vrijwaring biedt van beschuldigingen van eenzijdigheid. In het algemeen gaat het de eenzijdigheid-roepers er ook helemaal niet om of ook wordt gekeken naar de Palestijnen of naar andere regimes. De beschuldiging dat ‘Israël wordt uitgezonderd’ is juist bedoeld om Israël uit te zonderen en te vrijwaren van een kritische blik.
Een sprekend voorbeeld daarvan is het begin maart dit jaar ingestelde onderzoek van het Internationaal Strafhof naar mogelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in bezet Palestijns gebied. Hoewel het hof zowel Israëlische als Palestijnse misdaden onderzoekt, waren de beschuldigingen dat het hof ‘eenzijdig’ en ‘anti-Israëlisch’ is en ‘Israël uitzondert’ niet van de lucht. Volgens toenmalig premier Benjamin Netanyahu bewees het hof met het onderzoek een bolwerk van antisemitisme te zijn.
De vraag die ook nu weer opkomt is waar Israël en zijn hulptroepen zich eigenlijk zo druk om maken. Wat heeft de ‘enige democratie in het Midden-Oosten’, naar eigen zeggen op het slagveld vertegenwoordigd door nota bene het ‘meest morele leger ter wereld’, nou helemaal van een onderzoek te vrezen? Biedt onderzoek Israël niet juist de kans de wereld te tonen hoe democratisch, rechtschapen en brandschoon het is?
Het antwoord is natuurlijk dat Israël allesbehalve brandschoon is. Integendeel, het behoort tot de grootste schenders van bindende VN-resoluties ter wereld. Het begaat tal van misdaden die onder het Statuut van Rome tot de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid behoren. En het weet dat het grote problemen tegemoet kan zien als het daarvoor – na tientallen jaren door de internationale gemeenschap te zijn uitgezonderd en ontzien – verantwoordelijk wordt gesteld. Zo goed als individuele politici als Netanyahu, Benny Gantz en Naftali Bennett alle reden hebben wakker te liggen van het vooruitzicht voor het Strafhof in Den Haag te belanden.
Daarom wordt iedere stap in de richting van onderzoek en rechtvaardigheid beantwoord met aanvallen en beschuldigingen van eenzijdigheid, antisemitisme en wat dies meer zij – beschuldigingen die steevast uitblijven als een kerkgenootschap of mensenrechtenorganisatie de situatie in pakweg Myanmar of Colombia aan de orde stelt. Dan staan er geen boze bisschoppen en Joodse organisaties op met verwijten van ‘eenzijdige fixatie’ en ‘wegkijken van de situatie in Belarus, de VS en Israël/Palestina’.
Het besluit van de Zweedse Kerk staat niet op zichzelf. Steeds meer kerken zien in dat het negeren en op z’n beloop laten van het onrecht in Israël/Palestina vloekt met fundamentele humanitaire principes en de eigen kerkelijke beginselen. De afgelopen weken namen meerdere Amerikaanse kerkgenootschappen resoluties aan waarin het Israëlische apartheidsregime als een misdaad tegen de menselijkheid wordt veroordeeld. Mogen deze initiatieven ook in Nederland navolging krijgen.