Martijn de Rooi is redacteur en schrijver en werkt voor The Rights Forum.
21 mei 2019 Lees meer overMet hun strijd tegen Israël-boycots ondermijnen de Israëlische regering en de Israël-lobby overal waar zij de kans krijgen elementaire rechten van burgers. Maar hun hoop de boycotbeweging de kop in te kunnen drukken is ijdel, betoogt Martijn de Rooi.
Aardappelboycot. Mooi woord is dat. Pakkend. Slim derhalve van de Palestina Werkgroep Enschede om met die kreet de straat op te gaan om consumenten aan te sporen tot een boycot van Israëlische groenten en fruit. De werkgroep voerde zaterdag 11 mei actie bij een Albert Heijn-filiaal. De daaropvolgende zaterdagen wordt bij andere filialen gedemonstreerd.
De term Aardappelboycot herinnert aan de beroemde Amerikaanse Druivenboycot uit de jaren 1965-1970. Dat was een baanbrekende actie voor gelijkberechtiging, van hetzelfde kaliber als de Montgomery Bus Boycott en de internationale boycot van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. In die traditie wortelt de internationale BDS-beweging, die is voortgekomen uit een oproep uit de Palestijnse samenleving om Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) te dwingen de Palestijnse rechten te respecteren. De Enschedese werkgroep heeft zich bij de beweging aangesloten.
Net als de eerdere mijlpalen uit de boycothistorie roept de BDS-beweging hevig verzet op van een gevestigde orde die zijn belangen in gevaar ziet komen. Inhoudelijk is dat verzet zelden of nooit. Vaak is het onnozel, geregeld antisemitisch en bijna altijd lasterlijk en bedoeld om solidariteit met de Palestijnen verdacht te maken en de kop in te drukken. Dat ondervond ook de Enschedese werkgroep.
De Telegraaf maakte melding van ‘pro-Israëlische’ activisten die op Twitter het volk aansporen meer Israëlische aardappelen te eten. Hun boodschap: om de Enschedese actie tegen Israëls illegale en gewelddadige Palestinapolitiek af te slaan, dient de Nederlander zich vol te proppen met Israëlische aardappelen. Onder meer voormalig directeur Ronny Naftaniel van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) ontpopte zich – #tipvanRonny – als vertegenwoordiger van de Israëlische aardappelsector.
Op de website van de organisatie Christenen voor Israël propageerde ook opperrabijn Binyomin Jacobs de consumptie van Israëlische aardappelen: ‘Ze smaken heerlijk en zijn gezond!’ Maar Jacobs demonstreerde ook een andere, duistere kant van wat de ‘internationale Oorlog tegen BDS’ is gaan heten. Hij verweet de Enschedese demonstranten ‘in de directe nabijheid’ van een synagoge en het Mauthausenmonument actie te voeren en denkbeelden te koesteren ‘die officieel staan aangemerkt als antisemitisch’.
In een opiniestuk in het Nederlands Dagblad deed hij er nog een schepje bovenop. Hij stelde dat met BDS het antisemitisme ‘alledaags is geworden’ en ‘het “Koop niet bij Joden” weer terug is in het straatbeeld’, daarmee de Enschedese activisten in de hoek van het nazisme duwend. En om het dreigingsbeeld te vervolmaken: ‘Wie de ideeën van BDS doorvoert, maakt het bestaan van de staat Israël onmogelijk.’
De Enschede werkgroep wees Jacobs er fijntjes op dat haar eerste actie hemelsbreed bijna een kilometer van de synagoge en het monument plaatsvond, en dat alle volgende acties nog further afield zijn. En bovenal dat de acties niet gericht zijn tegen ‘de joodse gemeenschap in Twente of waar dan ook’, maar tegen het beleid van de Israëlische regering, tegen Israëls ‘bezettings- en apartheidspolitiek’. Die aardappelen bij Albert Heijn zijn geen joodse, maar Israëlische piepers.
Met zijn verdachtmakingen vertolkt Jacobs de kern van de Oorlog tegen BDS. Wereldwijd bevechten de Israëlische regering en haar buitenlandse hulpdiensten – de ‘Israël-lobby’ – de BDS-beweging met het A-wapen. Overal waar een boycot van producten uit Israël of Israëls illegale ‘nederzettingen’ ter sprake komt regent het beschuldigingen van antisemitisme. Afgelopen week trok Israëls minister van Strategische Zaken Gilad Erdan, die al kapitalen in de Oorlog stak, nog eens anderhalf miljoen euro uit voor buitenlandse anti-BDS-campagnes.
De beschuldigingen zijn niet alleen lasterlijk, maar ook destructief. Ze hebben tot gevolg dat het begrip antisemitisme wordt uitgehold en zijn betekenis verliest, waardoor de bestrijding van antisemitisme ernstig wordt bemoeilijkt. Nog kwalijker is dat de vereenzelviging van Israëls politiek van bezetting en onderdrukking met ‘joodse’ betrokkenheid en verantwoordelijkheid op zichzelf antisemitisch is. Het in joodse schoenen schuiven van praktijken die het daglicht niet kunnen verdragen is een klassieker in het genre.
Desondanks is de Oorlog tegen BDS effectief. Schuldgevoelens met betrekking tot de Holocaust en panische angst voor het antisemitisme-stigma blijken met name in Europa een vruchtbare voedingsbodem voor de stemmingmakerij. Het is geen toeval dat de hetzes vooral in Duitsland effect sorteren. Daar zijn politici en overheden bereid ter bescherming van Israëls Palestinapolitiek de bijl te zetten aan de wortels van de democratische rechtsorde.
Een groeiend aantal Duitse steden neemt maatregelen om BDS-sympathisanten monddood te maken door ze uit te sluiten van subsidies, vergunningen voor demonstraties en het gebruik van gemeentelijke accommodaties. Afgelopen vrijdag riep het Duitse parlement de regering op tot vergelijkbare landelijke maatregelen, in een rammelende motie waarin de BDS-beweging als antisemitisch wordt gebrandmerkt. Een protestbrief van bijna zeventig vooraanstaande joods-Israëlische academici werd aan de kant geschoven. Veel Duitse politici wekken met verbale hyperbolen over BDS, antisemitisme en nazi-verwantschap de indruk met terugwerkende kracht in het verzet te zijn gegaan.
In The Intercept noemde journalist Glenn Greenwald twee jaar geleden de pogingen tot criminalisering van alles wat naar BDS zweemt ‘een van de grootste bedreigingen voor de vrijheid van meningsuiting in het Westen’. Je hoeft maar naar Duitsland – of de Verenigde Staten – te kijken om te constateren dat hij gelijk had. Het is schokkend hoe in toenemende mate inbreuk wordt gemaakt op elementaire rechten en vrijheden van burgers, onder wie veel joden, louter vanwege hun solidariteit met de Palestijnse BDS-oproep.
Iedere Europeaan heeft onder nationale grondwetten en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens het recht op te roepen tot boycots en daar zelf aan deel te nemen. Of het nu gaat om een boycot van Saudi-Arabië, Iran, Rusland, Venezuela of Israël. Boycots behoren tot het heilige domein van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en demonstratie, een hoeksteen van de democratie. Politici en overheden hebben de plicht die vrijheden te beschermen. Op steeds meer plaatsen doen zij, als het om Israël – en alléén Israël – gaat, het tegenovergestelde.
De Nederlandse Israël-lobby maakt er geen geheim van diezelfde kant op te willen. Opperrabijn Jacobs stelt ons Frankrijk ten voorbeeld. Daar wordt de wat hij noemt anti-Israëlische ‘discriminatie’ met wetgeving bestreden. In de Franse republiek is het oproepen tot een boycot van Israël strafbaar gesteld. Oproepen tot een boycot van willekeurig welk ander land is – daar gaan we weer – wel toegestaan. Over discriminatie gesproken.
De Oorlog tegen BDS hangt van hypocrisie aan elkaar. Jacobs geeft er met zijn waarschuwing dat BDS ‘het bestaan van de staat Israël’ onmogelijk zou maken nog een voorbeeld van. Want hoe zit het met het bestaan van de staat Palestina? Wordt dat niet in de meest letterlijke zin onmogelijk gemaakt? Leven de burgers van die staat niet al tientallen jaren in onvrijheid? En is het niet Israël dat daar met zijn voortgaande bezetting, kolonisering en feitelijke annexatie van Palestijns grondgebied verantwoordelijk voor is? Is het niet zelfs zo dat de BDS-beweging juist is voortgekomen uit dat en ander onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan?
Een kind snapt dat de BDS-beweging pas zal ophouden te bestaan als de Palestijnen recht wordt gedaan. En dat de Israëlische regering en de Israël-lobby een verloren strijd voeren. Zeker, zolang ze daartoe de kans krijgen zullen ze de bestrijding van het antisemitisme blijven exploiteren en zware schade blijven aanrichten aan de rechten van burgers. Maar uiteindelijk zullen ze bakzeil halen, net als de bestrijders van de Druivenboycot, de Montgomery Bus Boycott en de Zuid-Afrika-boycot tenslotte in het stof beten.
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur