De ChristenUnie (CU) behoort tot de extreme pro-Israël-vleugel in de Tweede Kamer. Zij steunt niet alleen Israël, maar ook de bezetting van Palestina. Verwijzingen naar de tweestatenoplossing en de rechten van de Palestijnen in het CU-verkiezingsprogramma zijn een dode letter. De CU is bovendien inconsistent: zij maakt zich sterk voor christenen in het Midden-Oosten − behalve voor Palestijnse christenen die onder de bezetting lijden. En ze komt wereldwijd op voor kinderen wier rechten worden geschonden − behalve voor Palestijnse kinderen die het slachtoffer zijn van Israëlisch geweld.
Deze extreme opstelling is te wijten aan de theologische visie van de CU, waarin Israël boven het internationaal recht staat. Maar zij is ook het gevolg van het fanatisme van de CU-buitenlandwoordvoerder, Joël Voordewind. Voordewind lobbyt voor de nederzettingen en stelt de Palestijnen voortdurend in een kwaad daglicht.
De CU was hyperactief op het dossier-Israël/Palestina. Ze werkte nauw samen met de SGP, vooral bij Kamervragen en moties. Met de PVV en VNL vormden CU en SGP een ‘bezettingslobby’ in de Tweede Kamer.
In 2012 steunde de CU een PVV-motie voor erkenning van de nederzettingen. Ze bestreed elke maatregel tegen het nederzettingenbeleid, zoals de etikettering van nederzettingenproducten en het ‘ontmoedigingsbeleid’. Consequent steunde de CU PVV-moties voor verplaatsing van de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem. Met de VVD en SGP was de CU aanjager van de intensivering van de betrekkingen met Israël, zonder daar voorwaarden aan te stellen. Met die partijen leidde de CU bovendien de campagne in de Kamer tegen de geweldloze BDS-beweging.
Een terugkerend speerpunt van CU en SGP vormden de toelagen (‘salarissen’) die de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) betaalt aan Palestijnen in Israëlische gevangenissen (‘terroristen’). Hoewel bekend is dat Nederland en de EU niet aan die toelagen bijdragen, bracht Voordewind de kwestie bij elke gelegenheid op. Dat Israël de rechten van Palestijnse gevangen, onder wie kinderen, ernstig schendt, hekelde hij daarentegen nooit.
Een ander stokpaardje van Voordewind waren de ‘verzoeningsprojecten’ tussen Israëli’s en Palestijnen, die Nederland meer zou moeten steunen. Het gaat hier in werkelijkheid om projecten waarbij Palestijnen zich moeten verzoenen met de bezetting en het onrecht dat hen wordt aangedaan.
De CU heeft tijdens Rutte-II 27 keer Kamervragen over Israël-Palestina gesteld. Elf keer was de partij eerste indiener, 16 keer tekende ze mee met Kamervragen van VVD, SGP en PVV. Via haar vragen heeft de CU de economische banden met de nederzettingen bevorderd, maatregelen tegen het nederzettingenbeleid ondermijnd, de Palestijnse Autoriteit als financier van terroristen gestigmatiseerd en bijgedragen aan de hetze tegen de BDS-beweging. Daarbij maakte de CU gebruik van dubieuze bronnen: Palestinian Media Watch en Regavim. Dat zijn rechtse Israëlische organisaties die de bezetting steunen.
Overzicht van alle Kamervragen van de ChristenUnie tijdens Rutte-II
Partijen dienen moties in om het kabinetsbeleid te beïnvloeden. Tijdens Rutte-II heeft de CU vijftien moties over Israël-Palestina ingediend, waarvan zeven als eerste indiener. De inzet van de moties overlapte inhoudelijk met de Kamervragen die de partij heeft gesteld: economische banden met nederzettingen bevorderen, maatregelen tegen het nederzettingenbeleid ondermijnen, de Palestijnse Autoriteit als financier van terroristen zwartmaken en de BDS-beweging verzwakken.
In de periode-Rutte II hebben we 55 moties geregistreerd die, op grond van hun oproep aan de regering, als vóór of tegen de Israëlische bezetting te classificeren zijn. Voor de moties ‘pro-bezetting’ (31 stuks) geldt in algemene zin: die bevorderen beleid dat de bestaande situatie van ongelijkheid en rechteloosheid bestendigt en de bezetting en nederzettingen ten goede komt. Voor de moties ‘anti-bezetting’ (24 stuks) geldt: die willen de status quo van ongelijkheid en rechteloosheid juist doorbreken en voorzien in maatregelen tegen de bezetting en nederzettingen.
Alle partijen stemmen over de ingediende moties. Voor de 55 moties hebben we het stemgedrag per partij geregistreerd. De CU zit in het pro-bezettingsblok in de Tweede Kamer: zij heeft slechts één van de 23 anti-bezettingsmoties gesteund (4 procent) en 23 van de 31 pro-bezettingsmoties (74 procent).
Meer informatie over Kamervragen, moties en zetelverdeling
Het verkiezingsprogramma van de CU bevat een lange tekst over de kwestie-Palestina/Israël, vol principiële woorden. Zo rept het programma over politieke steun aan Israël ‘met inachtneming van internationale rechtsbeginselen’ en betuigt het steun aan een ‘rechtvaardig vredesproces in het Midden-Oosten’ waarbij ook recht wordt gedaan ‘aan de rechten van Palestijnen’. Echter, de pro-bezettingskoers die de partij in de Tweede Kamer vaart staat haaks op deze woorden. De volledige passage in het CU-programma luidt:
‘Israël is één van de weinige democratische rechtsstaten in het Midden-Oosten, en vormt het nationaal tehuis voor Joden wereldwijd. Daar konden zij zich vestigen na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. En nog komen Joden daar ‘thuis’. Op Bijbelse gronden weten christenen zich met het Joodse volk verbonden (zie bijvoorbeeld Romeinen 9 t/m 11). De ChristenUnie staat, gelet op historische en morele gronden, voor politieke steun aan dit land, met inachtneming van internationale rechtsbeginselen. De Nederlandse ambassade wordt gevestigd in Jeruzalem, de ongedeelde hoofdstad van de staat Israël. Het tegengaan van elke vorm van antisemitisme en het gegeven van instabiele buurlanden noodzaakt een stevige politieke steun voor de veiligheid van Israël. De ChristenUnie steunt een rechtvaardig vredesproces in het Midden-Oosten waarbij zowel recht wordt gedaan aan de veiligheid van Israël als aan de rechten van Palestijnen.
Rechtvaardige vrede, erkende grenzen
Een duurzame vredesregeling kan pas standhouden met veilige en erkende grenzen voor Israël en erkenning door Israël van de Palestijnse aspiraties om tot een eigen staat te komen. Die vrede komt alleen dan in zicht als Israël zich met oog voor de belangen van de Palestijnen opstelt in het nederzettingenbeleid en als de Palestijnen Israël als staat zonder voorwaarden vooraf accepteren en erkennen.
Menswaardig bestaan, menswaardige behandeling
Inwoners van de Palestijnse gebieden hebben recht op een menswaardig bestaan. Dit betekent dat de Palestijnse Autoriteit democratische waarden en mensenrechten dient te bevorderen, waaronder godsdienstvrijheid voor christenen. Israël is gehouden de bewegingsvrijheid voor de Palestijnse gebieden en het economische verkeer te bevorderen. Ook dient Israël de ruimte en vrijheden van christelijke Arabieren en Messiasbelijdende Joden te waarborgen.
Economische samenwerking tot wederzijds voordeel
Israël en de Palestijnse gebieden hebben beide profijt bij samenwerken ten behoeve van economische vooruitgang, een duurzame water- en energievoorziening, hervorming van de veiligheidsdiensten en het bestrijden van corruptie en terrorisme.
Verzoeningsprojecten
Om vrede te bevorderen van onderaf willen we investeren in verzoeningsprojecten.
Geen boycot van Israël. Processen van vrede, verzoening en samenwerking worden gestimuleerd, en niet met boycots gefrustreerd. Geen Nederlands belastinggeld naar organisaties die een (economische) boycot van Israël nastreven.
Toezicht op hulpgelden
Bij de verstrekking van hulpgelden aan de Palestijnse Autoriteit is het uitgangspunt dat deze ten goede moeten komen aan de Palestijnse burgers. Financiële hulp aan de Palestijnse Autoriteit wordt gestopt als de erkenning van de staat Israël de facto uitblijft, bijvoorbeeld omdat het verheerlijken van geweld en terrorisme gewoon doorgaat, of wordt aangewend om terroristen te belonen.’
De ChristenUnie ziet de bescherming van mensenrechten als leidraad voor het optreden van Nederland in internationale instellingen als de VN, de Europese Unie, de OVSE en de Raad van Europa. Daarin willen we consequent zijn. […] Dat betekent:
Mensenrechten integreren in alle beleidsterreinen − van ontwikkelingssamenwerking tot handel en defensie.
Versterking van de positie van Den Haag als internationale hoofdstad van vrede en recht en veiligheid. Thuisbasis voor het internationale recht.
Principiële woorden, die helaas volstrekt haaks staan op de pro-bezettingskoers van de CU in de Tweede Kamer.