Straffeloosheid 4 november 2023 Lees meer over

Breaking: Conclusies onderzoek gebeurtenissen Gaza bekend

De bevindingen van de door de VN ingestelde commissie van onderzoek zijn genadeloos. De vraag die iedereen zich stelt: zullen ze een einde maken aan de decennialange Israëlische straffeloosheid?

De vernietiging van de Gazastrook in beeld. © Fadi Wael Alwhidi / DPA via ZUMA Press

Hieronder publiceren we een selectie van de conclusies van de onderzoekscommissie.

  • De Commissie is van mening dat de militaire operatie van Israël in Gaza, en de gevolgen ervan, niet begrepen of beoordeeld kunnen worden zonder rekening te houden met de ontwikkelingen die ertoe hebben geleid. De operatie past binnen een permanent beleid, gericht op Israëls politieke doelstellingen ten aanzien van Gaza en het bezette Palestijnse grondgebied als geheel.

 

  • De militaire operaties en de wijze waarop ze werden uitgevoerd hebben de effecten van de [Israëlische] blokkade [van de Gazastrook] aanzienlijk verergerd. In korte tijd werd een niet eerder geziene langetermijnschade aangericht, zowel aan de bevolking als aan haar ontwikkeling en kansen op herstel.

 

  • In dit opzicht waren de operaties een voortzetting van een groter beleid van bestraffing van de bevolking van Gaza voor haar weerstand en schijnbare steun voor Hamas, mogelijk met de bedoeling een verandering in die steun af te dwingen.
De operaties waren in hoge mate gericht op het vernietigen van de eigendommen en bestaansmiddelen van de burgerbevolking.
  • Het herhaaldelijke [Israëlische] falen om onderscheid te maken tussen [Palestijnse] strijders en burgers lijkt volgens de Commissie het gevolg van bewust aan militairen uitgevaardigde richtlijnen, zoals door sommigen van hen beschreven, en niet van incidentele vergissingen.

 

  • De uitkomst en aard van de operaties wijzen er volgens de Commissie op dat die slechts ten dele waren gericht op het doden van leiders en leden van Hamas, de Al-Qassam Brigades en andere gewapende groepen. Ze waren ook in hoge mate gericht op het vernietigen van de eigendommen en bestaansmiddelen van de burgerbevolking.

 

  • Het door de Commissie verzamelde bewijsmateriaal wijst uit dat de vernietiging van voedselvoorziening, waterzuivering, fabrieken en woonhuizen het gevolg was van een opzettelijk en systematisch beleid van de Israëlische strijdkrachten.

 

  • Volgens de Israëlische regering werden [tijdens de militaire operaties] vrijwel geen fouten gemaakt. Daaruit concludeert de Commissie dat wat zich heeft afgespeeld een opzettelijke, disproportionele aanval was, bedoeld om een burgerbevolking te straffen, vernederen en terroriseren, en haar lokale economische capaciteit te treffen.

 

  • Het aan de media en mensenrechtenwaarnemers ontzeggen van toegang tot Gaza is volgens de Commissie bedoeld om de acties van de [Israëlische] regering in bezet Palestijns gebied aan het publieke oog te onttrekken, en om onderzoek en documentatie van het gedrag van de bij het conflict betrokken partijen te belemmeren.
Door eigen onvermogen slaagt Israël er niet in de eigen burgers te beschermen.
  • Na tientallen jaren van aanhoudend conflict is het dreigingsniveau waaraan zowel Palestijnen als Israëli’s blootstaan niet afgenomen, maar toegenomen in de vorm van voortdurende uitbarstingen van geweld, dood en lijden voor de burgerbevolking; de militaire operaties in Gaza vormen hiervan slechts de meest recente uiting. Door zijn onvermogen om de nutteloosheid van het gebruik van geweld en militaire macht te erkennen, slaagt Israël er dus ook niet in de eigen burgers te beschermen.

 

  • De Commissie stelt vast dat de internationale gemeenschap zich grotendeels in stilzwijgen heeft gehuld, en tot op heden niets heeft ondernomen om de bescherming te waarborgen van de burgerbevolking in de Gazastrook, en in de bezette Palestijnse gebieden als geheel.

 

  • De bescherming van burgerbevolkingen vereist respect voor het internationaal recht, en het afleggen van verantwoording voor schendingen ervan. Wanneer de internationale gemeenschap haar eigen wettelijke normen niet naleeft, houdt dat een dreiging in voor de internationale rechtsorde als geheel, met potentieel verstrekkende gevolgen.

 

  • Het afvuren van witte fosforgranaten over het UNRWA-complex in Gaza Stad is tekenend voor de gevallen waarin bij de inzet van wapens en aard van de aanval geen voorzorgen werden genomen [ter beperking van civiele slachtoffers en schade]. Deze feiten geven blijk van roekeloze onverschilligheid voor de gevolgen. Ook de opzettelijke aanval op het Al-Quds-ziekenhuis met hoogexplosieve artilleriegranaten en witte fosfor komt neer op schending van artikel 18 en 19 van de Vierde Geneefse Conventie.

 

  • De Commissie constateert dat de door Israël gebruikte waarschuwingen [aan burgers van Gaza voor bombardementen] niet kunnen worden beschouwd als voldoend aan het gewoonterecht. De inzet van leaflets schiet tekort om burgers tot een acuut vertrek te bewegen. Het als ‘waarschuwing’ afvuren van raketten (boven)op gebouwen is in essentie een gevaarlijke praktijk, en eerder een aanval dan een waarschuwing.

 

  • De Commissie constateerde talloze voorbeelden van bewuste aanvallen op burgers (zowel individueel als complete families) en civiele objecten (zoals woonhuizen en moskeeën), resulterend in doden en ernstige verwondingen; hierbij is sprake van schending van het fundamentele internationaalrechtelijke principe van onderscheid [tussen civiele en militaire doelen].

 

  • De Commissie stelt vast dat de Israëlische strijdkrachten – onwettig, moedwillig en zonder militaire noodzaak – faciliteiten voor voedselproductie of -verwerking (waaronder molens, land en kassen), drinkwaterinstallaties, boerderijen en vee hebben aangevallen en vernietigd; ook dit is in strijd met het principe van onderscheid. Ook concludeert de Commissie dat deze vernietiging tot doel had om de bevolking haar voedselvoorziening te ontzeggen. De Commissie concludeert verder dat de Israëlische strijdkrachten – onwettig, moedwillig en zonder militaire noodzaak – op grote schaal private woonhuizen, waterputten en watertanks hebben vernietigd.
Elke keer dat een rapport wordt gepubliceerd zonder dat daarop actie volgt, wordt Israël gesterkt in de overtuiging onaantastbaar te zijn.
  • De Commissie werd getroffen door de herhaalde opmerking van Palestijnse slachtoffers, mensenrechtenverdedigers, maatschappelijke gesprekspartners en ambtenaren die hoopten dat dit de laatste onderzoekscommissie in haar soort zou zijn, omdat ditmaal gerechtigheid zou volgen. Ze werd ook getroffen door de opmerking dat elke keer dat een rapport wordt gepubliceerd zonder dat daarop actie volgt ‘Israël verder wordt gesterkt in haar overtuiging onaantastbaar te zijn’. Het niet streven naar verantwoording versterkt straffeloosheid en schaadt de geloofwaardigheid van de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap. De Commissie is van mening dat deze opmerkingen centraal dienen te staan bij de beoordeling van haar bevindingen en aanbevelingen door lidstaten en VN-organen, en dat zij consequente opvolging verdienen.

 

  • In het licht van de door haar beoordeelde informatie en analyse concludeert de Commissie dat er ernstige twijfels bestaan over de bereidheid van Israël om serieus onderzoek in te stellen [naar de eigen schendingen], op een onpartijdige, onafhankelijke, snelle en effectieve manier zoals onder internationaal recht vereist.

 

  • De Commissie gelooft dat de kans op verantwoording voor de vastgestelde rechtenschendingen in Israël klein is, en in Gaza nog kleiner. De Commissie meent dat langdurige straffeloosheid een cruciale factor vormt in de voortdurende geweldssituatie in de regio, alsmede in de herhaalde rechtenschendingen, maar ook in het afkalven van het vertrouwen van Palestijnen en veel Israëli’s in het perspectief op gerechtigheid en een vreedzame oplossing van het conflict.

 

  • De Commissie beschouwt verschillende van de in dit rapport genoemde rechtenschendingen als ernstige schendingen van de Vierde Geneefse Conventie. Ze wijst op de plicht van verdagspartijen onder de Geneefse Conventies om degenen die verantwoordelijk zijn voor vermeende schendingen te identificeren en hen voor hun rechtbanken te brengen.

 

Herkenbaar?

Bovenstaande is een selectie van de conclusies van de commissie die in 2009 in opdracht van de VN onderzoek deed naar Israëlische schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten in bezet Palestijns gebied. Later werd het onderzoek meer toegespitst  op de oorlog die Israël van 27 december 2008 tot 18 januari 2009 in de Gazastrook voerde; ook Palestijnse schendingen werden onderzocht. Het rapport van de commissie, onder leiding van de Zuid-Afrikaanse jurist Richard Goldstone, werd op 15 september 2009 gepresenteerd. Gevolgen kreeg het niet. Intussen zijn we vele onderzoeken verder.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy