Israël trekt ten strijde tegen internationale media

In deze rubriek besteden we onder meer aandacht aan de Israëlische regering die internationale media van ‘nepnieuws’ beschuldigt, aan Kamervragen van GroenLinks en aan het tekortschieten van de provincie Zuid-Holland bij de bescherming van de mensenrechten.

Screenshot uit de video van Israëls ministerie van Propaganda, waarin internationale media en journalisten worden beschuldigd van het verspreiden van eenzijdige en onjuiste informatie over Israël.

‘This is not journalism’

Israëls ministerie van Hasbara (‘Publieke diplomatie’ oftewel Propaganda) heeft een video gelanceerd waarin het vooraanstaande internationale media en journalisten beschuldigt van het verspreiden van eenzijdige en zelfs onjuiste informatie over het land. Onder de aangeklaagde media en persbureaus zijn de BBC, Reuters, The Guardian, The Associated Press, The New York Times en CNN.

Onder de titel Fight the fake: a quick guide in reading the news about Israel worden in de video krantenkoppen en uitspraken gepresenteerd die de onbetrouwbaarheid van buitenlandse media moeten aantonen. De boodschap: wie écht wil weten wat er aan de hand is moet afstemmen op de sociale mediakanalen van het ministerie van Propaganda.

Het plan van het ministerie was om de video te verspreiden via ruim honderd woord­voerders van Israëls ministeries en veiligheidsdiensten. De meesten weigerden, schrijft Haaretz. De krant publiceert een aantal woedende reacties van woordvoerders die ervoor bedanken om de media waarmee zij werken zwart te maken.

Ook de Foreign Press Association, die honderden buitenlandse correspondenten in Israël vertegenwoordigt, reageert furieus. In een verklaring stelt ze dat de video ‘journalisten in gevaar kan brengen’ en dat het gebruik van de term ‘fake’ om de media te beschrijven is voorbehouden aan ondemocratische regimes. Dergelijk taalgebruik ‘ondermijnt de waarden van de democratie en een vrije pers’, aldus de organisatie, die zich verbolgen toont over de medewerking van het Government Press Office aan de video. Dat bureau faciliteert het werk van correspondenten in Israël.

De oproep van de Foreign Press Association om de video offline te halen stuitte op een onbuigzame reactie van verantwoordelijk minister Galit Distel Atbaryan (Likud), die aankondigde dat dit nog maar het begin is van haar strijd. Haaretz beschrijft hoe die strijd deel uitmaakt van pogingen van de extreemrechtse regering-Netanyahu om de vrije pers aan banden te leggen.

 

Kamervragen GroenLinks

GroenLinks-buitenlandwoordvoerder Tom van der Lee heeft Kamervragen ingediend over het nieuws dat Israël de bouw van illegale nederzettingen op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever heeft versoepeld. Onder dat nieuwe beleid worden procedures versimpeld en onder verantwoording gebracht van Israëls ultranationalistische minister van Financiën en ‘toegevoegd minister van Defensie’ Bezalel Smotrich, die zelf in de illegale nederzetting Kedumim woont. De verwachting is dat dit zal leiden tot een explosieve toename van het aantal nederzettingen.

Van der Lee vraagt minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) of hij de zorg deelt dat het nieuwe beleid de bouw van nederzettingen zal versnellen en welke stappen Nederland zal zetten om dit te voorkomen. Ook vraagt hij de minister om de kwestie te agenderen tijdens komende Europese topontmoetingen en te streven naar een gemeenschappelijke Europese reactie op rabiate uitlatingen van Smotrich. Daarnaast vraagt Van der Lee of Hoekstra van plan is het nieuwe nederzettingenbeleid te bespreken met de Israëlische autoriteiten.

Interessant is vooral zijn vraag of Hoekstra van mening is of door Israël ‘wordt toegewerkt naar een tweestatenoplossing’, en zo ja welke indicaties de minister daarvoor heeft. Tot slot vraagt Van der Lee of de minister bereid is een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de resultaten van het Nederlandse ‘ontmoedigingsbeleid’. Dat beleid moet voorkomen dat Nederlandse bedrijven relaties aangaan met bedrijven die bijdragen aan de instandhouding of uitbreiding van de illegale nederzettingen.

 

EBS: provincie Zuid-Holland negeert vragen over bescherming mensenrechten

Onlangs berichtten wij dat de provincie Zuid-Holland de busonderneming Egged Bus Systems (EBS) heeft toegelaten tot de aanbesteding van het busvervoer in de regio Zuid-Holland Noord. EBS is de Nederlandse vestiging van het Israëlische bedrijf Egged, dat een kwade reputatie geniet vanwege zijn activiteiten in bezet Palestijns gebied. Begin 2020 nam de Hoge VN-Vertegenwoordigster voor de Mensenrechten het bedrijf op in de database (‘zwarte lijst’) van bedrijven die actief betrokken zijn bij de illegale kolonisering van bezet Palestijns gebied.

In een brief aan het college van Gedeputeerde Staten wezen wij de provincie op de verantwoordelijkheid van Nederlandse overheden om de mensenrechten te beschermen en inschrijvers op aanbestedingen te toetsen op betrokkenheid bij schendingen van die rechten. Naar onze overtuiging dient een bedrijf als EBS op grond daarvan te worden uitgesloten van aanbestedingen. In dat verband stelden we het college acht concrete vragen.

In een reactie negeerde de provincie onze vragen. Ze liet weten dat de zogeheten uitsluitingsgronden die in de Aanbestedingswet (artikel 2.86 en 2.87) zijn opgenomen niet op EBS van toepassing zijn en dat het bedrijf een ‘Gedragsverklaring aanbesteden’ is verleend door de minister van Justitie en Veiligheid. Noch de uitsluitingsgronden, noch de criteria voor het verlenen van een Gedragsverklaring hebben echter betrekking op de mensenrechtenschendingen waarbij Egged/EBS betrokken is.

In ons antwoord aan het college van Gedeputeerde Staten onderstreepten wij nogmaals dat de verantwoordelijkheid om EBS te toetsen op het respecteren van de mensenrechten bij de provincie ligt. Wij wezen op de acht door ons gestelde vragen en verzochten het college die alsnog te beantwoorden. We houden u van de verdere gang van zaken op de hoogte.

 

Nederzettingen gaan ten koste van welvaart Israëli’s

De Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns gebied gaan ten koste van de welvaart van de burgers in Israël. Dat stelt de Israëlische socioloog Yaron Hoffmann-Dishon, die onderzoek doet naar de geldstromen van de Israëlische centrale overheid naar lokale overheden. De regering pompt enorme bedragen in de onder internationaal recht illegale ‘nederzettingen’ in bezet Palestijns gebied, waardoor daar het budget per inwoner voor allerlei voorzieningen – onderwijs, infrastructuur, sociale voorzieningen – gelijk is aan dat in de meest welvarende steden in Israël. Met name de Palestijnse gemeenten in Israël, maar ook Joodse gemeenten in de zogeheten ‘periferie’, blijven daar ver bij achter.

Tot halverwege de jaren tachtig streefde de regering volgens Hoffmann-Dishon naar het creëren van gelijke voorzieningen en kansen tussen centrum en periferie. Nadien maakte dit beleid plaats voor een nieuw ‘nationaal project’: het versterken van de bezetting en kolonisering. Het leidde ertoe dat het inwonertal van de nederzettingen in de jaren negentig verdubbelde. Terwijl in Israël het voorzieningenniveau in toenemende mate werd overgelaten aan de markt, kwam in de nederzettingen een verzorgingsstaat tot bloei.

De Israëlische burger is zich slecht bewust van ‘de algehele schade die het nederzettingenproject toebrengt aan de economie en ons vermogen een goed functionerende staat in stand te houden’, stelt de socioloog. ‘Ik denk dat als mensen zouden begrijpen hoezeer dit project ons allemaal schaadt, er zeker protest zou komen.’

Pikant is dat Hoffmann-Dishon Israëls ministerie van Defensie aanwijst als een belangrijke motor achter het project. Uitgerekend met dit ministerie sluit Nederland een defensieverdrag met in het verlengde daarvan een grote wapendeal, als het aan ons kabinet ligt. Het kabinet bezweert dat het alleen zaken doet met Israël ‘binnen de grenzen van voor 1967’, maar het onderzoek van Hoffmann-Dishon maakt zonneklaar dat het ministerie de ‘veiligheidsvoorzieningen’ van de nederzettingen financiert, terwijl daarnaast een groot deel van de middelen voor het leger geoormerkt is voor activiteiten in bezet gebied die ‘de nederzettingen mogelijk maken en in stand houden’.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy