Israëli overlijdt na aanval met mes, Palestijnse dader doodgeschoten

In Oost-Jeruzalem is zondagmiddag een Israëlische man neergestoken door een Palestijn. De aanvaller werd kort na de aanslag doodgeschoten. Eerder deze maand werden drie Palestijnen door Israëlische militairen gedood.

Israëlische hulpdiensten en politiemensen op de plek van de aanslag van zondag in Oost-Jeruzalem

De aanval van zondag vond plaats in de Oude Stad van door Israël bezet Oost-Jeruzalem. Volgens de Israëlische politie stak een Palestijn met een mes in op de 32-jarige beveiliger Adiel Coleman. Het slachtoffer werd ernstig gewond in een ziekenhuis opgenomen, maar bezweek ’s avonds aan zijn verwondingen.

Coleman leefde in de illegale Israëlische kolonie Kokhav HaShahar, die is gebouwd op het land van het Palestijnse dorp Dayr Jarir op de Westelijke Jordaanoever. Volgens Israëlische media werkte hij in de City of David, een project dat de joodse banden met bezet Oost-Jeruzalem zou moeten aantonen maar algemeen beschouwd wordt als een middel om het Palestijnse stadsdeel te judaïseren en van zijn lokale bevolking te ontdoen. Colemans moeder verklaarde dat haar zoon werkte aan de ‘voorbereiding van de tempel’, refererend aan een tempel die extremistische joden willen bouwen op de plek van Jeruzalems islamitische heiligdommen.

Wraak

De dader werd kort na de aanval opgemerkt door Israëlische politiemensen, die het vuur op hem openden. Hij raakte zwaargewond en stierf ter plaatse. Volgens Palestijnse media kreeg hij geen medische hulp. Hij is de negentiende Palestijn die dit jaar door Israëlisch geweld om het leven komt.

Volgens berichten in de media betreft het de 28-jarige Abd al-Rahman Bani Fadl, afkomstig uit het dorp Aqraba op de bezette Westelijke Jordaanoever. Hij stond bekend als een introverte vader van twee kinderen, die werkzaam was in een magazijn. Volgens de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet had hij geen banden met wat Israël ‘terreurorganisaties’ noemt. Om die reden had hij een vijf dagen geldige vergunning gekregen om naar Jeruzalem te reizen en daar naar werk te zoeken.

Direct na de aanval sloten Israëlische politiemensen en militairen delen van de Oude Stad af. Minister Gilad Erdan van (onder andere) Openbare Veiligheid beschuldigde de Palestijnse Autoriteit, die mensen als Bani Fadl zou aanzetten tot het plegen van aanslagen. Volgens zowel Israëlische als Palestijnse media zal Israël als wraak het huis van het gezin van de dader met de grond gelijk maken. Wraak was ook een onderwerp in de toespraak die de Israëlische minister Uri Ariel maandag tijdens de begrafenis van Coleman hield:

Our revenge is the settlements, and I hope we are successful in promoting the construction in Jerusalem and Judea and Samaria. We have to say this in the clearest manner: between the Jordan and the sea there will be only one sovereign country — the State of Israel. No one else has a right for this country.

Boer in Gaza doodgeschoten

Eerder deze maand werden drie Palestijnen door Israëlische militairen doodgeschoten. Op 3 maart werd in Gaza de 59-jarige Palestijnse boer Muhammad ‘Ata Abd al-Mawli Abu Jami’ door een Israëlische scherpschutter in zijn rug geschoten. Het Israëlische leger verklaarde dat de boer, omschreven als een ‘Palestijnse verdachte’, het grenshek tussen de Gazastrook en Israël naderde, en dat om die reden door ‘troepen die de grens verdedigen’ waarschuwingsschoten waren gelost. Daarop zou de verdachte zijn ‘gevlucht’. In werkelijkheid lag hij levensgevaarlijk gewond in het veld dat hij bewerkte.

Israël heeft aan de Gazaanse kant van de grens een strook van driehonderd meter als ‘bufferzone’ bestempeld. Geregeld worden Palestijnen die het gebied betreden doodgeschoten, ook al bevinden zij zich op eigen grondgebied op grote afstand van het grenshek.

Twee weken eerder schoot Israël met een tank op een aantal Palestijnen die ‘de grens naderden’. Daarbij kwamen twee 17-jarige Palestijnen om het leven. Een zaak die eerder veel stof deed opwaaien was de de kille liquidatie van de gehandicapte Palestijn Ibrahim Abu Thuraya door een Israëlische scherpschutter.

De structurele Israëlische suggestie dat in dergelijke gevallen sprake zou zijn van een acute dreiging die dodelijk geweld rechtvaardigt, is keer op keer weerlegd. De Israëlische scherpschutters bevinden zich in wachttorens of achter aarden wallen, van de ongewapende Palestijnen gescheiden door een onneembaar grenshek en de genoemde bufferzone.

Twee Palestijnse doden op Westoever

Op 9 maart werd in de op de Westelijke Jordaanoever gelegen stad Al-Khalil (Hebron) de 24-jarige Palestijn Muhammad Zayn al-Ja’bari gedood. Al-Ja’bari was doofstom en had speciale zorg nodig. De aanleiding was klassiek: tijdens een inval van het leger ontstonden protesten, waarbij Al-Ja’bari in de borst werd geschoten. Volgens een woordvoerder van het leger had de man een molotovcocktail naar de soldaten gegooid en werd hij daarom doodgeschoten.

Een dag later, op 10 maart, werd in het op de Westelijke Jordaanoever gelegen dorp Urif de 22-jarige Amir ‘Umar Shahada door Israëlische bezettingstroepen doodgeschoten. Dat gebeurde nadat Israëlische kolonisten uit de nabijgelegen illegale kolonie Yitzhar het dorp binnenvielen. Tientallen toegesnelde Israëlische soldaten keerden zich daarop tegen de dorpelingen.

Op 11 januari werd onder vergelijkbare omstandigheden in het dorp Iraq Burin de 16-jarige Ali ‘Umar Nimr Qaynu doodgeschoten. Aanvallen van Israëlische kolonisten op Palestijnse gemeenschappen vinden met grote regelmaat plaats, en steeds weer kiest het Israëlische leger hun zijde in plaats van de lokale bevolking te beschermen.

De Israëlische kolonisten uit de ‘nederzetting’ Yitzhar zijn berucht. Eerder deze maand beschreef The Rights Forum een serie aanvallen op Palestijnse dorpen waarbij kolonisten uit Yitzhar betrokken waren.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy