Twee 14-jarige Palestijnse jongens in Gaza werden eerder dit jaar gedood door ‘waarschuwingsvuur’ van het Israëlische leger, blijkt uit onderzoek. Het leger knoeide met filmbeelden om hun dood aan het oog te onttrekken.
Op 14 juli van dit jaar verwoestte het Israëlische leger met een luchtaanval een groot gebouw in Gaza-Stad, dat in aanbouw was. De aanval werd ingeleid met het afschieten van vier ‘lichte’ raketten op het dak van het gebouw. De eerste raket maakte een eind aan het leven van twee 14-jarige jongens, Amir al-Nimrah en Luai Kahil, die op het dak zaten. Met vier zware raketten werd het gebouw vervolgens verwoest. Een nabijgelegen cultureel centrum en een moskee raakten zwaar beschadigd en 23 Palestijnen raakten gewond.
Het afschieten van één of meer ‘laag-explosieve’ raketten op daken van woningen en andere gebouwen is een fenomeen dat ‘roof knocking’wordt genoemd, ‘kloppen op het dak’. Het Israëlische leger waarschuwt daarmee bewoners en andere aanwezigen dat ze een paar minuten hebben om het gebouw te verlaten. Het systeem is verre van waterdicht. Bewoners die slecht ter been zijn of de ‘klop’ niet opmerken zijn ten dode opgeschreven. En ditmaal was het de waarschuwingsraket zelf die slachtoffers maakte.
Zoals gebruikelijk gaf het leger beelden vrij van de raketinslagen. Daarop waren merkwaardig genoeg de twee jongens niet te zien; de eerste raket sloeg schijnbaar in op een leeg dak, hoewel buurtbewoners na de inslag de trappen op renden en de jongens dood aantroffen.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem stelde een onderzoek in, met steun van het Britse onderzoeksbureau Forensic Architecture, dat is gespecialiseerd in het reconstrueren van plaatsen delict. Met behulp van beelden van beveiligingscamera’s, sociale media, nieuwsuitzendingen en andere bronnen maakten zij een nauwkeurige reconstructie van het bombardement. Het onderzoek wordt toegelicht in een video.
Het onderzoek maakt overtuigend duidelijk dat het Israëlische leger met de beelden van de raketinslagen heeft geknoeid. De inslag van de eerste raket is weggelaten, en vervangen door beelden van de derde inslag, gefilmd vanuit een andere hoek.
Analyse van de inslagen op het dak toont verder aan dat de gebruikte ‘waarschuwingsraketten’, die volgens Israël ‘niet dodelijk’ zijn, wel degelijk levensgevaarlijk zijn. Bij de inslag komen scherven vrij, bedoeld om omstanders te doden of verwonden.
Niet vast te stellen is of de Israëlische militairen de twee jongens op het dak hebben gezien. Zo ja, dan hadden zij de aanval niet mogen uitvoeren. Zo nee, dan schieten de technologie en voorzorgsmaatregelen waarop het leger zich laat voorstaan ernstig tekort.
Directeur Hagai El-Ad van B’Tselem laakt de ‘marketing’ van het leger, dat doet voorkomen of luchtaanvallen met chirurgische precisie worden uitgevoerd teneinde burgerslachtoffers te voorkomen en het internationaal recht te respecteren. Vaak is dat niets anders dan propaganda, stelt hij:
In reality, that is often nothing more than propaganda. The truth, instead, is devastating civilian casualties, surveillance that is incapable of distinguishing combatants from teenagers, inept intelligence, and the reduction of legal principles that are intended to protect civilians into a perfunctory checklist, which is later used to whitewash human rights violations, and to establish impunity.