Volgens CIDI-medewerker Van Koningsveld en NIW-redacteur Schut was de beroemde Israëlische legerleider en minister Moshe Dayan een antisemiet. Dat impliceert althans hun aanval op een twitteraar die in navolging van Dayan de term ‘Lebensraum’ gebruikte. Het is kenmerkend voor hun onbezonnen strijd tegen mensen met onwelgevallige opvattingen.
In een speech op 10 augustus 1967 betoogde Israëls minister van Defensie Moshe Dayan dat Israël geen afstand meer zou moeten doen van de Westelijke Jordaanoever. Die had het twee maanden eerder in de Zesdaagse Oorlog veroverd. Dayan wilde ook niet dat het gebied in een ‘land voor vrede’-overeenkomst zou worden afgestaan. Het belang voor Israël vatte hij in één woord samen: ‘Lebensraum.’
Was Dayan een antisemiet? Wel volgens medewerker Hidde van Koningsveld van het Centrum Informatie en Documentatie (CIDI) en redacteur Bart Schut van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW). Het duo beschuldigde althans een twitteraar die het gewaagd had Dayans uitspraak te herhalen van antisemitisme. Hij schreef: ‘Annexatie Westelijke Jordaanoever. Het begrip “Lebensraum” komt in gedachten.’ Als dat antisemitisch is, was Dayans uitspraak het ook.
Dat hadden Van Koningsveld en Schut zich, in hun drift om mensen met onwelgevallige opvattingen van antisemitisme te betichten, blijkbaar niet gerealiseerd. Of misschien ook wel, maar beschouwen ze het belasteren van boegbeelden uit Israëls historie als part of the game, als collateral damage. Waar gehakt wordt vallen nu eenmaal spaanders.
Wie in de gewraakte tweet antisemitisme bespeurt ziet spoken. De twitteraar refereert aan de op til zijnde annexatie van delen van de Westelijke Jordaanoever. Dat is geen ‘joods’ project, maar een onderneming van de staat Israël.
Het is dan ook de Israëlische regering die in de tweet (impliciet) wordt bekritiseerd, en niet vanwege haar joods-zijn, maar om haar illegale annexatiepolitiek. Wie dat tot ‘jodenhaat’ bestempelt stelt de staat Israël en haar politiek gelijk aan de internationale joodse gemeenschap, aan het ‘joodse volk’. Juist die gelijkstelling is antisemitisch.
Dat kan Van Koningsveld nalezen in de drie maanden geleden verschenen Monitor antisemitische incidenten 2019 van zijn eigen CIDI: er is volgens het CIDI sprake van antisemitisme ‘wanneer het gehele Joodse volk verantwoordelijk wordt gehouden voor wat […] Israël doet’ (pagina 93). Het is kenmerkend voor de activisten van CIDI en NIW dat zij zich zelf bezondigen aan wat zij anderen verwijten. Niet de twitteraar legt een verband tussen Israëls annexatie en ‘de joden’, zij doen het zelf.
Natuurlijk is ‘Lebensraum’ een beladen term, met name vanwege de in het collectieve geheugen gegrifte associatie met het naziregime, al is het begrip veel ouder en had het geen betrekking op joden: al eind 19e eeuw werden onder de vlag van Lebensraum in Duitsland plannen gesmeed voor de verovering van Oost-Europa en het Midden-Oosten – de ‘Drang nach Osten’. Later vond het begrip zijn weg in de nazi-ideologie en kreeg het gestalte in de beruchte Duitse veroveringstochten, de knechting van overwonnen volken, de gruwelijke strijd met de Sovjet-legers en de dood van vele miljoenen mensen.
Dat het begrip weerzin en emoties oproept is begrijpelijk. ‘Ik snap niet dat zijn stem niet trilde toen hij die uitdrukking gebruikte’, schreef Amos Oz in 1967 kort na Moshe Dayans Lebensraum-speech. In een nog verrassend actueel artikel hield de latere gelauwerde Israëlische schrijver, die anderhalf jaar geleden op 79-jarige leeftijd stierf, zijn lezers voor wat de term in de praktijk betekende: ‘Het onderdrukken van de vreemdeling, de minderwaardige “wilde”, die plaats moet maken voor de superieure beschaafde – de machtige.’
Oz hekelde Dayans pleidooi voor blijvende Israëlische overheersing van Oost-Jeruzalem en de Westoever, en het publieke sentiment waarin de verovering werd voorgesteld als een ‘bevrijding’ en ‘verlossing’. Wij zijn geen bevrijders, stelde hij, maar bezetters. Het veroverde gebied behoort toe aan het volk dat daar leeft. Blijvende Israëlische aanwezigheid zou betekenen dat ‘wij heersen over een buitenlandse bevolking, tegen haar wil en [in strijd met] haar rechten’. Onze vijanden, scheef hij, hadden blijkbaar gelijk met hun vermoeden dat achter de verovering ‘een behoefte aan expansie en annexatie school’.
Inmiddels zijn we 53 jaar verder, duren de bezetting en de onderdrukking van de ‘bevrijde’ bevolking voort en staat Israël op het punt circa éénderde deel van de Westoever formeel te annexeren – afgelopen maandag bevestigde premier Netanyahu dat hij daarvoor een datum in juli in gedachten heeft.
De drijvende krachten achter de annexatie beroepen zich op een exclusief ‘joods’ recht op het ‘land van de voorvaderen’. In hun ‘Groot-Israël’-ideologie gaan religieus-mythologische en racistische aspecten hand in hand. Dat hun politiek bij mensen de term Lebensraum in gedachten brengt is, hoe pijnlijk ook, niet verwonderlijk. Met antisemitisme heeft dat niets te maken.
Dat betekent niet dat het ook verstandig is om, zoals de twitteraar, de term in deze context te gebruiken. Om de annexatie te bekritiseren is het begrip niet nodig, dat kan in allerlei bewoordingen. Het gebruik van de term is zelfs contraproductief: het leidt ertoe dat de discussie dáárover gaat, in plaats van over de Israëlische politiek.
En dat is ook precies de bedoeling van de lasteraars. Als, zoals in dit geval, de twitteraar dan ook nog zijn tweet verwijdert en zijn excuses aanbiedt, gaat bij CIDI en NIW de vlag uit. Weer iemand met onwelgevallige opvattingen tot zwijgen gebracht. Op naar de volgende.
Vijfenzeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog geldt ‘antisemiet’ in Nederland en veel andere landen als zo’n beetje het zwaarste stigma dat een mens kan treffen. Sidderend slikken veel politici, journalisten, NGO’s en anderen hun tong in als zij ermee worden bedreigd. Het verklaart de populariteit van het A-wapen in kringen van organisaties die de strijd tegen critici van Israëls overheersingspolitiek tot hun missie hebben gemaakt – de zogenoemde Israël-lobby. In de personen van Van Koningsveld en Schut hebben CIDI en NIW exponenten van de radicale voorhoede in huis.
Hoe verbeten de jacht op de zogenaamde ‘jodenhaters’ is blijkt wel uit het feit dat de beschuldigde twitteraar een gehoor van slechts 127 volgers heeft. Naar in de Haagse wandelgangen verluidt bemoeide zelfs de Israëlische ambassadeur zich op hoge toon met de tweet, en in diens kielzog opmerkelijk genoeg ook PvdA-leider Lodewijk Asscher – de twitteraar bleek namelijk een medewerker van een gemeentelijke PvdA-fractie te zijn.
Met de kennelijke terechtwijzing van zijn partijgenoot gaat Asscher lijnrecht in tegen de motie die het partijcongres nog geen drie maanden geleden over dit onderwerp heeft aangenomen. Daarin riep de partij de Tweede Kamerfractie van de PvdA op ‘de koppeling tussen kritiek op de politiek van de staat Israël en Jodenhaat te blijven afwijzen’.
De Kamerfractie, met Asscher aan het roer, steunde de motie in duidelijke bewoordingen: ‘Voor de PvdA spreekt het vanzelf dat iedereen vrij is en blijft om kritiek te uiten op de politiek van elke Staat, dus ook op de politiek van de staat Israël.’ Je zou dus verwachten dat Asscher zijn twitterende partijgenoot – en daarmee de vrijheid van meningsuiting – in bescherming had genomen.
Na het aannemen van de PvdA-motie werd Asscher nota bene zélf als antisemiet aan het kruis genageld door het duo Van Koningsveld-Schut, evenals de indiener van de motie en de complete PvdA – we schreven er een uitvoerig artikel over. De PvdA werd door Schut in extreem ongure termen afgeschilderd als een bolwerk van antisemieten: ‘In de PvdA geldt: we zijn dol op dode Joden, de levende mogen de zee in gedreven worden.’
Het was dé gelegenheid voor Asscher en de PvdA-top om te tonen dat de steun aan de motie meer om het lijf had dan lippendienst aan de vrijheid van meningsuiting. Maar het bleef stil. Nu zich de volgende gelegenheid aandiende koos Asscher zelfs de kant van de Israëlische ambassadeur in diens aanval op de twitteraar, aldus doorgaans goed geïnformeerde bronnen.
Het uitblijven van een stevig weerwoord van de PvdA-top op de beschuldigingen draagt bij aan verdere vervuiling van het politieke en publieke debat over de thema’s Palestina/Israël en antisemitisme. En is voor de scherpslijpers van de Israël-lobby een aanmoediging om mensen en organisaties te blijven belasteren. Van de besturen van CIDI en NIW is ingrijpen niet te verwachten; zij missen het zelfreinigend vermogen om de radicale, destructieve koers te corrigeren. Ook de PvdA zal weer worden belasterd, bij iedere gelegenheid opnieuw.