Berichten over op handen zijnde arrestatiebevelen zingen al sinds 18 april rond. Naar verluidt hebben die betrekking op premier Benjamin Netanyahu, defensieminister Yoav Gallant en stafchef Herzl Halevi. Het Internationaal Strahof heeft zelf geen enkel signaal afgegeven dat de berichten ondersteunt.
Rutte ingeschakeld
Op 25 april beschreef Middle East Monitor de paniek die dit in Israël desondanks heeft veroorzaakt. In een poging de bevelen af te wenden, mobiliseerde Israël op 24 april zijn bondgenoten om het Strafhof onder druk te zetten. Premier Rutte was een van de eersten die door Netanyahu werd gebeld:
Yesterday, Netanyahu held telephone conversations with his counterparts in the Netherlands, the Czech Republic and Austria, urging them to exert political pressure on the court in favour of Israel.
Israëlisch dreigement
Op 28 april verzocht Netanyahu ook de Amerikaanse president Biden om hulp. Een dag later werden in het Amerikaanse Congres zware sancties tegen het hof – en individuele medewerkers – aangekondigd als het de arrestatie van de Israëli’s doorzet. Sterker, de benodigde wetgeving bleek al in voorbereiding.
Op 1 mei werd bekend dat Israëls verzoek om Amerikaanse hulp vergezeld ging van een dreigement: als het Strafhof tot actie overgaat, zal Israël de Palestijnse Autoriteit (PA) daar verantwoordelijk voor houden. Israël stelde ‘harde actie’ in het vooruitzicht, die zou kunnen leiden tot de ondergang van de PA. Dat zou zeer ingrijpende gevolgen hebben, voor de Palestijnen, Israël zelf, maar ook voor de regio en de rest van de wereld.
De regering-Biden heeft dat risico – ‘It will blow up everything’ – achter de schermen inderdaad gebruikt om het Strafhof te weerhouden van actie tegen Israël. In de officiële reactie noemen de VS het voornemen van het Strafhof ‘een fout’. Ook werd de jurisdictie van het hof in twijfel getrokken.
‘Alle beschikbare middelen’
Op 1 mei haalde premier Netanyahu in een video op X persoonlijk uit naar het Strafhof. De dreigende arrestatiebevelen noemde hij een ‘schandaal van historische proporties’ en een ‘antisemitisch haatmisdrijf’. Ook riep hij internationale leiders op om ‘alle beschikbare middelen’ in te zetten om ‘deze gevaarlijke ontwikkeling’ te stuiten. In werkelijkheid had hij die privé al vanaf 24 april onder de wapenen geroepen, met Rutte voorop.
Het Strafhof en zijn medewerkers worden bedreigd en geïntimideerd.
Zijn missie lijkt geslaagd. Op 3 mei bracht het kantoor van hoofdaanklager Karim Khan een zeldzame verklaring uit. Daaruit blijkt dat het Strafhof en zijn werknemers worden bedreigd en geïntimideerd. Weliswaar wordt niet vermeld tegen welk onderzoek van het hof de agressie zich richt, maar aangenomen wordt dat de door Netanyahu ingeschakelde troepen hun werk hebben gedaan.
Welk aandeel Rutte daarin heeft gehad, is onbekend. Feit is dat Nederland gastland is van het in Den Haag gevestigde Strafhof. Om die reden heeft de regering regelmatig gesteld zich verre te houden van het inhoudelijke werk van het hof. Een rol in de pro-Israëlische intimidatiecampagne zou daar haaks op staan. Als zelfverklaarde ‘hoeder van het internationaal recht’ zou Nederland die zelfs fel moeten veroordelen. Die plicht vloeit ook voort uit de Grondwet, die in artikel 90 bescherming van de rechtsorde voorschrijft.
Israëlische angst
Intussen lijkt de Israëlische angst voor arrestatie reëel. Het Strafhof heeft – na jarenlang vooronderzoek en vaststelling van de eigen jurisdictie – in maart 2021 een officieel onderzoek ingesteld naar oorlogsmisdaden in de bezette Palestijnse gebieden sinds 13 juni 2014. Ook het huidige geweld in Gaza maakt deel uit van het onderzoek. Actie van het Strafhof lijkt daarom reëel, en zal vermoedelijk gericht zijn tegen zowel Israëlische als Palestijnse kopstukken.
Ondermijning van het Strafhof
Israël en de VS zijn nooit toegetreden tot het Statuut van Rome, het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof. Beide zijn verklaard tegenstander van het hof, dat zij beschouwen als hinderlijk obstakel. Ze hebben daarom alles in het werk gesteld om het te ondermijnen.
Het Strafhof werd opgericht op 1 juli 2002. In reactie daarop tekende president Bush junior in augustus 2002 de zogenoemde Hague Invasion Act. Die bepaalde dat Amerikaanse (en gelieerde) militairen die door het in Den Haag gevestigde Strafhof zouden worden gearresteerd, met geweld konden worden bevrijd.
In 2020 stelde president Trump sancties in tegen toenmalig hoofdaanklaagster Bensouda en haar medewerkers. Hun visa werden ingetrokken en banktegoeden bevroren. Dit als drukmiddel om het onderzoek naar Amerikaanse misdaden in Afghanistan van de agenda te duwen. Ook de ondermijning van het destijds naderende besluit van het hof om een officieel onderzoek te openen naar Israëlische misdaden speelde een rol.
Dat laatste ging in maart 2021 toch van start. Het omvat oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, begaan tussen 13 juni 2014 en heden in de door Israël bezette Palestijnse gebieden: Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Dit is het onderzoek dat Israël vreest en – geholpen door zijn bondgenoten – met alle macht heeft trachten te voorkomen.
Wie zich realiseert dat het vooronderzoek in januari 2015 van start ging, moet vaststellen dat die opzet lang succesvol is geweest. The Rights Forum heeft hierover veel gepubliceerd, en zelf een rol gespeeld in het aansporen van het hof. De belangrijkste publicaties hebben wij onderaan dit artikel onder ‘Gerelateerde berichten’ op een rijtje gezet. Zij geven een goed beeld van de wijze waarop de rechtsorde ten bate van Israël met powerplay wordt beteugeld.
Het Strafhof is niet het enige slachtoffer van deze praktijk van ondermijning. Ook de VN-Mensenrechtenraad en VN-organisatie ESCWA werd het werken onmogelijk gemaakt. In 2023 werd Israël onder grote druk gespaard van opname in de Lijst van Schaamte van de VN. En in de VN-Veiligheidsraad regeert het Amerikaanse veto over elke resolutie die Israël tot de orde roept.
Lees verder
Lees minder