Het Deense parlement verscherpt richtlijnen tegen investeringen in de illegale kolonies (‘nederzettingen’) in bezet Palestijns gebied. Ook in Ierland willen politici handel met de kolonies een halt toeroepen. Goede voorbeelden voor Nederland.
Op 19 januari heeft het Deense parlement met overweldigende meerderheid een voorstel aangenomen waarin staat dat in nieuwe bilaterale overeenkomsten met Israël de illegale kolonies uitgesloten worden. Bestaande overeenkomsten zullen bij verlenging mogelijk ook aan deze voorwaarde moeten voldoen. Verder verscherpt Denemarken zijn richtlijnen met betrekking tot investeringen in bedrijven die activiteiten hebben in en rond de Israëlische kolonies.
Denemarken wil zich strikt gaan houden aan het internationaal recht. In de tekst die het parlement aannam, wordt verwezen naar resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad uit december 2016. In die resolutie wordt bevestigd dat de kolonies op de bezette Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem illegaal zijn en dat Israël alle activiteiten daar onmiddellijk moet stopzetten. Denemarken wil in lijn met de VN-resolutie op geen enkele manier meer bijdragen aan de economie van de illegale kolonies.
Aanleiding voor het nieuwe beleid is een rapport van het Deense centrum voor onderzoeksjournalistiek Danwatch. Vorig jaar onthulde Danwatch dat de tien grootste pensioenfondsen, de tien grootste beleggingsfondsen en de drie grootste gemeenten van Denemarken beleggingen hadden in bedrijven met activiteiten in en rond de Israëlische kolonies. Naar aanleiding van het rapport, dat voor veel ophef in de Deense media en samenleving zorgde, trok een van de grootste pensioenfondsen, Sampension, zijn investeringen uit ‘besmette’ bedrijven terug.
Het rapport leidde ook tot Kamervragen en tot overleg tussen de verschillende politieke partijen om tot een resoluter beleid te komen. Opmerkelijk is dat de rechts-conservatieve regering en de linkse oppositie het volledig met elkaar eens zijn geworden: de overheid moet meer begeleiding geven bij beleggingen en meer helderheid verschaffen over welke bedrijven ‘besmet’ zijn en vermeden dienen te worden. Alleen de uiterst rechtse Deense Volkspartij (vergelijkbaar met de Nederlandse PVV) stemde tegen de nieuwe maatregelen.
Het Deense parlement sprak in dit verband zijn steun uit voor publicatie van de database die in opdracht van de VN-Mensenrechtenraad (UNHRC) wordt aangelegd van bedrijven die betrokken zijn bij de illegale kolonisering van Palestina. De zogenoemde ‘zwarte lijst’ wordt samengesteld door het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR).
Op 31 januari publiceerde het bureau een voortgangsrapport. Daaruit blijkt dat de voorlopige lijst 206 bedrijven bevat die nader worden onderzocht. Het bureau heeft nog onbepaalde tijd nodig om de lijst af te ronden. Het kampt naar eigen zeggen met een tekort aan middelen om de klus snel te klaren. Zeker is intussen dat Israël en de Verenigde Staten (VS) er alles aan doen om publicatie van de lijst te voorkomen.
In het voortgangsrapport worden de bedrijven niet met name genoemd. Duidelijk is wel dat vijf van de bedrijven Nederlands zijn. Uit een tweede rapport van het Deense onderzoekscollectief Danwatch bleek vorig jaar dat de Nederlandse pensioenfondsen Algemeen Burgelijk Pensioenfonds (ABP) en Pensoenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) met forse investeringen bijdragen aan de economie van de illegale kolonies.
Daarnaast is bekend dat Israëlische bedrijven die een belangrijke rol spelen in de kolonisering van bezet Palestijns gebied, zoals de busonderneming Egged, in Nederland actief zijn. Hetzelfde geldt voor een ‘besmet’ bedrijf als het Duitse HeidelbergCement, dat in Nederland actief is onder de namen ENCI en Mebin.
Denemarken is niet het enige Europese land waar politici proberen om economische relaties met de illegale kolonies daadwerkelijk tegen te gaan. In Ierland heeft het onafhankelijke Senaatslid Frances Black een wetsvoorstel gedaan waarin het importeren en verkopen van goederen uit de kolonies verboden wordt. Overtreding van dit verbod zou tot een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar kunnen leiden. De regeringspartijen zijn volgens The Irish Times verdeeld over het voorstel, terwijl de meeste oppositiepartijen voorstander zijn.
Ook een groep prominente Israëlische burgers steunt het initiatief. Voormalige Israëlische parlementsleden, ambassadeurs, artiesten en academici stuurden een brief naar de Ierse Senaat waarin ze stelden dat er iets wringt in de stellingname van Ierland en de rest van de Europese Unie. Aan de ene kant wordt de Israëlische bezetting illegaal verklaard. Aan de andere kant wordt handel met de kolonies toegelaten, waardoor de illegale activiteiten in stand blijven:
While Ireland, along with the rest of the EU, considers the occupation illegal, it continues to economically sustain it by trading with illegal Israeli settlements established in clear and direct violation of international law.
Iedere vorm van wetgeving die leidt tot een duidelijke ‘differentiatie’ tussen het erkende Israël binnen de grenzen van vóór juni 1967 enerzijds en de kolonies in de bezette gebieden anderzijds moet volgens de kritische Israëli’s worden gesteund:
We urge Ireland to support any legislation that will help enforce differentiation between Israel per se and the settlements in the occupied territories of the West Bank and East Jerusalem.
Vlak nadat de Senaat het voorstel bediscussieerd had, werd echter besloten om de stemming daarover uit te stellen. Volgens de Israëlische pers gebeurde dat onder druk van Israël. De Ierse regering verklaarde dat het voorstel voor het zomerreces terugkomt op de agenda, indien er geen vooruitgang is geboekt in vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen. In dat geval, zo liet een regeringswoordvoerder weten, is er een kans dat ook de Ierse regering het wetsvoorstel steunt.
Het Deense beleid en het Ierse wetsvoorstel zijn een lichtend voorbeeld voor de Nederlandse politiek. Nederland voert officieel een ‘ontmoedigingsbeleid’, waarbij ondernemingen en overheidsorganen afgeraden wordt relaties aan te gaan met bedrijven die actief zijn in de Israëlische kolonies. In de praktijk is dit beleid een wassen neus.
Dat bleek eind vorig jaar opnieuw, toen bekend werd dat de Nederlandse ambassade in Tel Aviv betrokken was bij de organisatie van een ‘Hollandse maand’ van de Israëlische supermarktketen Shufersal, een bedrijf dat op grote schaal actief is in de illegale kolonies. Gedurende vier weken werden Nederlandse producten gepromoot in de vestigingen van Shufersal. Daarnaast bleek dat de Nederlandse ambassade geprobeerd heeft Nederlandse bedrijven bij sponsoring van de promotiemaand te betrekken.
Naar aanleiding van Kamervragen stelde minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra dat de Hollandpromotie niet in de kolonies plaatsvond en derhalve geen schending vormde van het officiële ‘ontmoedigingsbeleid’. Dat bleek echter niet te kloppen: de Nederlandse producten lagen wel degelijk in de schappen van de nederzettingenwinkels, begeleid door promotiefoto’s van windmolens, tulpen en grachtenpanden, het officiële Holland-logo met oranje tulp van onze overheid, en teksten als: ‘Hollandse maand, in samenwerking met de Nederlandse ambassade.’
In reactie daarop startte The Rights Forum een petitie, die een einde moet maken aan de Nederlandse samenwerking met bedrijven die betrokken zijn bij de illegale kolonisering van de door Israël bezette Palestijnse gebieden. De petitie is vandaag, 13 februari, door The Rights Forum aangeboden aan de commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer.