Bank buigt voor keiharde campagne van Israëlische regering en internationale Israël-lobby. Joodse organisatie wordt beschuldigd van antisemitisme en nauwe banden met terroristen.
De Duitse ‘Bank für Sozialwirtschaft’ (Bank voor Sociale Economie) heeft de rekening opgeheven van de organisatie Jüdische Stimme für gerechten Friede in Nahost (Joodse Stem voor Rechtvaardige Vrede in het Midden-Oosten). Reden voor die vérgaande stap is de solidariteit van de organisatie met de BDS-oproep uit de Palestijnse samenleving. In 2005 riepen 170 Palestijnse maatschappelijke organisaties de wereld op Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) tot respect voor de rechten van de Palestijnen te brengen. Uit die oproep kwam de internationale BDS-beweging voort.
In een verklaring die niet uitblinkt door helderheid spreekt de in Keulen gevestigde bank zich uit tegen ‘de BDS-campagne’. Die zou ‘qua doelstelling, inhoud en stijl de grenzen van het gebruikelijke democratische debat overschrijden’. Bovendien verdragen ‘boycotmaatregelen die de destabilisering van de staat Israël tot doel hebben’ zich niet met de uitgangspunten van de bank. Van klanten wordt daarom een ‘duidelijke afgrenzing [‘Abgrenzung’] van de BDS-campagne’ verwacht. De bank zegt te betreuren dat Jüdische Stimme daar niet aan heeft voldaan. Daarom was de bank genoodzaakt de rekening van de organisatie op te heffen.
Waarom de BDS-campagne de ‘grenzen van het gebruikelijke debat’ zou overschrijden en hoe de bank erbij komt dat BDS zich op ‘destabilisering van de staat Israël’ richt blijft in het midden. Ook blijft buiten beschouwing of klanten die zich uitspreken voor bijvoorbeeld een boycot van Iran, of zelfs actief meewerken aan zo’n boycot en de destabilisering van de staat Iran, ook de deur zijn gewezen. En of hetzelfde geldt voor klanten die pleiten voor, of actief betrokken zijn bij, de illegale bezetting en kolonisering van Palestina.
Wel haast de bank zich te verklaren dat zij de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft en zich geen oordeel aanmatigt over politieke standpunten van klanten. Ook zegt ze te staan voor integriteit, eerlijkheid, respect en professionaliteit. Het besluit de joodse organisatie de deur te wijzen zou het resultaat zijn van ‘een zorgvuldige afweging’, die primair gestoeld was op ‘juridische en economische criteria’.
Geloofwaardig klinkt de verklaring bepaald niet, en in het laatste deel ervan wordt duidelijk waarom. Daar schrijft de bank dat ze steeds zwaarder onder druk is gezet om de joodse organisatie als klant te dumpen, zowel vanuit Duitsland als vanuit het buitenland. Die druk was onderdeel van een bredere anti-BDS-campagne, stelt ze. Uit de tekst blijkt dat ze er onder die druk voor heeft gekozen Jüdische Stimme voor het blok te zetten: of je komt met de niet nader omschreven ‘afgrenzing van de BDS-campagne’, of we zetten je de deur uit.
Eerder dit jaar beschreven we hoe de bank al jaren onder druk werd gezet. In het najaar van 2016 hief ze daarom de rekening van Jüdische Stimme al eens zonder toelichting op. Na intensieve gesprekken en een publieke verklaring waarin de organisatie toelichtte alleen geweldloze acties te steunen en het bestaansrecht van Israël niet aan te vechten, werd de rekening een jaar later heropend.
Dat leidde tot een nog hardere campagne van de Israëlische regering en de zogenoemde internationale Israël-lobby tegen de bank. Joodse en niet-joodse organisaties bekogelden de bank met beschuldigingen van ‘samenwerking’ met de ‘antisemitische’ organisatie. Het invloedrijke Simon Wiesenthal Center, dat kantoren heeft in de Verenigde Staten, Canada, Zuid-Amerika en Europa, zette de bank in zijn top-10 van ernstigste antisemitische en anti-Israëlische dreigingen van 2018. Meerdere Israëlisch-joodse en andere organisaties zegden hun rekeningen op.
Uit een overzichtsartikel in het maandblad Jüdische Rundschau van 7 februari jl. blijkt dat alleen al in Duitsland minstens tien joodse ‘pro-Israël’-organisaties druk op de bank uitoefenden. Datzelfde deden tal van niet-joodse organisaties en daarnaast politici van vrijwel alle grote politieke partijen, alsmede burgemeester Uwe Becker van Frankfurt en de ‘speciale beambte voor het joodse leven in Duitsland en de strijd tegen het antisemitisme’, Felix Klein.
Onder de vele buitenlandse organisaties die de bank onder druk zetten waren het World Jewish Congress, het Israeli Jewish Congress, het American Jewish Committee, de Zionist Organization of America en het European Jewish Congress. Vanuit de VS geboden de senatoren Marco Rubio en Ted Cruz – en de Amerikaanse ambassadeur in Duitsland – de bank om Jüdische Stimme te dumpen, en namens de Israëlische regering deed minister Gilad Erdan op hoge toon hetzelfde. Meerdere Israëlische media namen actief deel aan de lastercampagne tegen de joodse organisatie. De krant The Jerusalem Post beroemt zich erop initiatiefnemer van de campagne te zijn.
De hetze werd nog verder opgevoerd toen Jüdische Stimme in maart dit jaar de Vredesprijs van de stad Göttingen kreeg toegekend. Zoals wij eerder meldden zagen de burgemeester van Göttingen, het stadsbestuur, de beroemde universiteit en de lokale bank die een geldbedrag voor de winnaar beschikbaar stelt zich genoodzaakt afstand te nemen van de toekenning aan de ‘bende antisemieten’, zoals een organisatie het uitdrukte.
Onder al dit geweld maakte de bank een panieksprong: eind 2018 kondigde ze aan de politieke opvattingen van Jüdische Stimme op hun antisemitische gehalte te laten beoordelen door de antisemitisme-onderzoekster Juliane Wetzel van de Technische Universiteit van Berlijn. Jüdische Stimme reageerde verontwaardigd en weigerde zich nog langer te verantwoorden.
Op haar beurt werd Wetzel onder vuur genomen door de Israël-lobby: ze zou incompetent zijn en te genuanceerd denken over antisemitisme in islamitische kring. Bovendien zou haar instituut een ‘islamist’ hebben aangesteld die voorstander van BDS zou zijn. Het resultaat was dat Wetzel de opdracht teruggaf en de bank zich tot Jüdische Stimme wendde met het vergeefse verzoek tot ‘afgrenzing van de BDS-campagne’.
Na een drie jaar durende lastercampagne is de bank definitief door de knieën. In haar verklaring schrijft ze dat de angst opnieuw het doelwit te worden van ‘een politieke campagne’ de doorslag gaf. Daarmee zou ‘de reputatie van de bank in toenemende mate beschadigd worden’, en om die reden was er ‘geen basis meer voor voortzetting van de relatie met Jüdische Stimme’. De bank eindigt haar verklaring met de woorden: ‘Het spijt ons dat dit besluit noodzakelijk is geworden.’
Vlak voor publicatie van dit artikel werd bekend dat de Duitse bank op 12 juni gerechtelijke stappen in het vooruitzicht zijn gesteld door het Israëlische Shurat HaDin Law Center. Directeur Nitsana Darshan-Leitner van het centrum schreef de bankiers dat ze in de VS mogelijk aangeklaagd kunnen worden wegens steun aan het internationale terrorisme. Dat meldt The Jerusalem Post.
Dat internationale terrorisme werd in dit geval belichaamd door Jüdische Stimme, dat volgens Darshan-Leitner ‘nauwe banden met terreurgroepen heeft’. Die banden bestaan uit het feit dat Jüdische Stimme is aangesloten bij de federatie European Jews for a Just Peace (EJJP). Dit EJJP nodigt ‘veroordeelde terroristen en leden en voormalige leden van terreurorganisaties die de volledige vernietiging van Israël propageren als sprekers uit’, aldus Darshan-Leitner. Concreet noemt ze één uitnodiging, eerder dit jaar aan ‘Rasmea Odeh, een terrorist van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP)’.
Bovendien is Jüdische Stimme ‘een zusterorganisatie van de radicale anti-Israël-organisatie Jewish Voice for Peace (JVP) in de VS’, vervolgt Darshan-Leitner. En last but not least ‘een integraal onderdeel van het antisemitische plan van de BDS-beweging om Israël te vernietigen en “Palestina te bevrijden van de rivier tot de zee” – een oproep om de volledige staat Israël te zuiveren van iedere joodse aanwezigheid’. Darshan-Leitner wijst de bank er ten overvloede op dat de Duitse Bondsdag afgelopen maand een motie heeft aangenomen waarin de BDS-beweging als antisemitisch wordt bestempeld en de regering wordt opgeroepen haar aan banden te leggen.
Of de brief van Darshan-Leitner de bank over de rand heeft geduwd is onbekend. Maar het schrijven is een exemplarisch voorbeeld van het opereren van de Israëlische regering en de Israël-lobby in hun ‘Oorlog tegen BDS’, die momenteel langs het hele Duitse front slachtoffers vergt. Daarin is standaard sprake van – ook in Nederland populaire – lastercampagnes waarmee BDS-sympathisanten verdacht worden gemaakt als antisemitische terreurliefhebbers.
Die campagnes gaan geregeld gepaard met wat ‘juridische oorlogvoering’ wordt genoemd. Nitsana Darshan-Leitner is een beruchte naam in dit lawfare-circuit, even bedreven in procedures tegen ‘boycotters’ als tegen de Freedom Flotilla, en bekend om haar samenwerking met de Mossad. De Israëlische veiligheidsdienst voorziet haar van informatie om zaken tegen Palestijnen te kunnen beginnen, schrijft ze in haar boek Harpoon.
Binnenkort gaan wij nader in op de samenwerking tussen de Israël-lobby, de Mossad en de Israëlische regering in hun offensief tegen banken met ‘antisemitische BDS-klanten’. Jüdische Stimme is niet de eerste organisatie die financieel werd kaltgestellt. De afgelopen twee jaar werden in Europa en de VS tientallen rekeningen van organisaties opgeheven.