In 2018 kwamen tot dusver 246 Palestijnen door Israëlisch geweld om het leven. In de afgelopen elf dagen werden 14 Palestijnen gedood. Twaalf van de doden vielen in Gaza. Daarnaast werd op de bezette Westoever een Israëli vermoord. Een overzicht.
De Israëlische bezetting en kolonisering van Palestina blijft mensenlevens eisen. In elf dagen werden 14 Palestijnen gedood, van wie zes in een tijdsbestek van 24 uur. In een verklaring veroordeelde Amnesty International de geweldsexplosie als:
A horrific demonstration of the unnecessary or excessive force deployed by Israeli forces against Palestinian civilians […] a chilling demonstration of the utter disregard for right to life.
De meeste doden vielen in de Palestijnse Gazastrook, waar sinds 30 maart elke vrijdag massale demonstraties plaatsvinden onder de noemer Grote Mars van Terugkeer. Israël heeft als antwoord op de demonstraties een open fire policy ingesteld, waarbij door scherpschutters en met tanks en drones op Palestijnse burgers wordt geschoten.
Gevolg van het Israëlische geweld is een continue stroom van doden en gewonden. Op 14 mei richtte Israël een bloedbad aan waarbij circa zestig Palestijnen omkwamen en er bijna drieduizend gewond raakten. Op 31 maart kwamen 16 Palestijnen om en raakten er veertienhonderd gewond.
Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties hebben de Israëlische open fire policy scherp veroordeeld: toepassing van dodelijk geweld is slechts toegestaan in geval van een ‘directe bedreiging’ voor het leven van de Israëlische militairen.
Daarvan is geen sprake, stelt Amnesty: de Israëli’s bevinden zich op grote afstand, achter een enorm grenshek, beschermd door zandheuvels en materieel, en zijn superieur bewapend, onder meer met drones. Het gericht beschieten van de demonstrerende Palestijnse burgerbevolking komt neer op een oorlogsmisdaad, heeft de organisatie meer dan eens vastgesteld:
Several of these incidents appear to involve deliberate and wilful killing of unarmed civilians and may amount to war crimes.
Volgens tellingen van The Rights Forum werden tijdens de Grote Mars van Terugkeer-demonstraties in Gaza sinds 30 maart 185 Palestijnen gedood, onder wie tenminste 29 kinderen. Daarnaast raakten zeker 17 duizend Palestijnen gewond of verminkt.
Amnesty stelt dat in geen van de door de organisatie gedocumenteerde gevallen sprake was van omstandigheden die het doden van Palestijnse burgers kunnen rechtvaardigen. Onderstaand overzicht biedt inzicht in die omstandigheden.
In 2018 kwamen tot dusver 246 Palestijnen door Israëlisch geweld om het leven: 222 in Gaza en 24 op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem. In 2017 kwamen 93 Palestijnen om door Israëlisch geweld.
Bij de wekelijkse protesten die sinds 30 maart onder de noemer Grote Mars van Terugkeer worden gehouden langs het ‘grenshek’ tussen Gaza en Israël werden vrijdag drie Palestijnen gedood. Ter hoogte van de zuidelijke stad Rafah werd de 21-jarige Hani Ramzi Afanah door een Israëlische scherpschutter in de borst geschoten. Bij het vluchtelingenkamp Al-Burayj, in de centrale Gazastrook, overkwam de 20-jarige Muhammad Shaqurah hetzelfde.
In de noordelijke Gazastrook kwam de 12-jarige Shadi Abd al-Al om het leven nadat een zwaar voorwerp zijn hoofd raakte. Een vriendje met wie de jongen stenen naar het ‘grenshek’ gooide verklaarde dat Shadi door een traangasgranaat was getroffen. Het Israëlische leger suggereerde dat hij door een steen was geraakt die door een andere demonstrant was gegooid.
In de namiddag van 14 september beschoot het Israëlische leger de plaats Abasan Al-Kabira in de Gazastrook. Daarbij werd een UNRWA-school getroffen, waar 2500 leerlingen in de leeftijd van zes tot vijftien jaar onderwijs volgen. De leerlingen waren al naar huis toen het projectiel insloeg. Twee klaslokalen raakten zwaar beschadigd.
Deze zaterdag bezweek de 16-jarige Suhayb Abu Kashif aan verwondingen die hij eerder had opgelopen tijdens een demonstratie. De tiener werd op 3 augustus door een Israëlische scherpschutter in zijn nek geschoten, waardoor hij verlamd raakte.
Bij de ingang van een winkelcentrum nabij de illegale Israëlische kolonie (‘nederzetting’) Kfar Etzion op de bezette Westelijke Jordaanoever werd de 45-jarige Ari Fuld doodgestoken door een 17-jarige Palestijn uit het bij Al-Khalil (Hebron) gelegen dorp Yatta. De dader stak Fuld, die zowel de Amerikaanse als de Israëlische nationaliteit had en woonachtig was in de illegale nederzetting Efrat, in de rug. Fuld, die een vuurwapen droeg, schoot de jongen daarop neer. Volgens sommige berichten zouden ook andere Israëli’s het vuur op hem hebben geopend. Fuld bezweek aan zijn verwondingen, de jongen werd in een ziekenhuis opgenomen.
De jongen zou zijn ouders hebben verteld dat hij van plan was een aanslag te plegen in Al-Khalil. De ouders informeerden de Palestijnse en Israëlische autoriteiten, maar die slaagden er niet in de jongen te traceren. Ondanks hun medewerking kregen de ouders te horen dat hun huis zal worden gesloopt, de gebruikelijke Israëlische vergeldingsmaatregel na aanslagen, waaraan geen rechter te pas komt en waarmee nog meer haat tegen de bezetters wordt gezaaid.
Het gemeentebestuur van Efrat nam direct het initiatief tot de stichting van een illegale Israëlische ‘buitenpost’ (outpost) op de strategisch gelegen heuvel Givat Eitam in bezet gebied, schreef de krant Haaretz (€). In een filmpje op de Facebookpagina van het bestuur werd gesproken van ‘een passend zionistisch antwoord op de moord’. Op zijn eigen Facebookpagina sprak het hoofd van het bestuur van een ‘plicht’ om als ‘trotse joden’ de ‘aanval te openen’ en de heuvel te bezetten. ‘Dit land is van ons!’, voegde hij daaraan toe. De Israëlische minister van Landbouw Uri Ariel feliciteerde het bestuur en sprak op zijn beurt van ‘een passend zionistisch antwoord’.
Maandagavond kwamen in de zuidelijke Gazastrook de 18-jarige Naji Jamil Abu ‘Asi en de 21-jarige Ala’a Ziyad Abu ‘Asi bij een Israëlische luchtaanval om het leven. Volgens een Israëlische legerwoordvoerder zouden de twee mannen – omschreven als ‘saboteurs’ – ten oosten van de stad Khan Yunis ‘het grenshek zijn genaderd’ en een ‘verdacht voorwerp hebben geplaatst’. Op grond van die verdenking werd besloten om met een drone twee raketten op hen af te vuren.
Het Rode Kruis trof de twee mannen daarna onherkenbaar verminkt aan op vijftig meter van het grenshek. Zij waren ongewapend en van een ‘verdacht voorwerp’ bleek geen sprake. Onderzoek door het Palestinian Center for Human Rights (PCHR) wijst uit dat van de twee mannen geen dreiging uitging en dat geen noodzaak bestond om hen te beschieten – laat staan op te blazen.
Om zes uur ‘s ochtends vielen 15 Israëlische special forces met bruut geweld een woonhuis binnen in het Palestijnse dorp Bayt Rima, ten noorden van de stad Ramallah op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Doel was de arrestatie van de zoon des huizes, de 24-jarige Muhammad Zaghlul al-Khatib al-Rimawi, die zich in de ogen van de bezetter ‘verdacht’ zou hebben gedragen en security offences zou hebben begaan.
De Israëlische militairen vielen Al-Rimawi’s slaapkamer binnen terwijl hij sliep en tuigden hem vervolgens af. Hij overleefde het niet. De moeder van het slachtoffer vertelde dat het gezin kon horen hoe hij in elkaar werd geslagen. Toen zij de slaapkamer werd binnengeroepen, lag haar zoon naakt, geboeid en buiten bewustzijn op de grond. In die staat werd hij, hangend over de schouder van een Israëlische militair en mogelijk al dood, afgevoerd. Kort daarna werd de familie geïnformeerd dat Al-Rimawi was gestorven.
Een woordvoerder van het Israëlische leger verklaarde dat geen geweld was gebruikt tegen Al-Rimawi, en dat die zich niet tegen zijn arrestatie zou hebben verzet. De man zou echter plotseling het bewustzijn hebben verloren, door Israëlische militairen zijn verzorgd, en later in het ziekenhuis zijn overleden. Een woordvoerder van het ziekenhuis stelde echter dat Al-Rimawi bij aankomst al dood was. Inmiddels heeft autopsie uitgewezen dat Al-Rimawi inderdaad ernstig werd mishandeld.
Deze dag werd bij de noordelijke grensovergang Bayt Hanun (Erez) door Israëlische troepen het vuur geopend op honderden Palestijnen, die daar onder het motto ‘Together for the Rights of Refugees and Breaking the Siege’ een protestbijeenkomst hielden.
Twee Palestijnen werden door Israëlische scherpschutters gedood, beiden met een kogel in de borst. Zij werden geïdentificeerd als Ahmad Muhammad Muhsin Amr (20) en Muhammad Abu Naji (34). Bij de beschietingen raakten 44 Palestijnen gewond, onder wie zeven kinderen.
Het PCHR onderzocht hun dood en beschuldigt Israël van excessief en dodelijk geweld tegen burgers die gebruikmaken van hun recht om geweldloos te demonstreren. Het PCHR onderstreept dat van de demonstranten geen dreiging of gevaar uitging voor de Israëlische militairen die hen beschoten.
Dinsdagavond werd in Oost-Jeruzalem de 26-jarige Muhammad Yusif Alayan door de Israëlische politie doodgeschoten. Alayan zou met een ‘scherp voorwerp’ op de politie zijn afgerend, na eerst een ‘joodse man’ tegen de grond te hebben geslagen – aldus een verklaring van diezelfde politie.
De videobeelden die deze lezing moeten bevestigen roepen alleen maar meer vragen op. Het is volstrekt onduidelijk waarom Alayan werd gedood.
Getuigen verklaarden dat Alayan in een woordenwisseling met een Israëli terechtkwam, en na tussenkomst van de politie op de vlucht sloeg. Zeker is dat op Alayan tientallen kogels zijn afgevuurd. De politie verleende geen medische hulp en verhinderde dat hulpverleners hem konden bereiken.
Deze woensdagavond werd in Gaza de 15-jarige Mu’min Ibrahim Abu Ayyadah door een Israëlische scherpschutter door het hoofd geschoten. De beschieting vond plaats bij het grenshek, ter hoogte van de zuidelijke stad Rafah. Ten minste twaalf Palestijnen liepen schotwonden op.
Abu Ayyadah maakte deel uit van de nieuwe beweging Al-Irbak al-Layli (‘nachtelijke verstoring’). Deze door jongeren opgerichte beweging stelt zich ten doel de wekelijkse protesten uit te breiden tot andere dagen en avonden.
Vrijdag vonden langs het grenshek op talloze plaatsen protesten plaats in het kader van de Grote Mars van Terugkeer. Daarbij werd in de omgeving van Gaza-stad de 25-jarige Karim Muhammad Kullab door een Israëlische scherpschutter gedood. Daarnaast raakten 312 Palestijnen gewond; honderd van hen liepen schotwonden op.
Zondagavond werd de 21-jarige Imad Daud Ishtaywi door een Israëlische scherpschutter door het hoofd geschoten tijdens protesten ten oosten van Gaza-stad. Langs het grenshek werd door honderden Palestijnen gedemonstreerd in het kader van de ‘nachtelijke verstoring’. Veertien demonstranten raakten gewond door Israëlisch vuur.
Maandagavond werd de 21-jarige Muhammad Fayiz Abu al-Sadiq door het hoofd geschoten tijdens een demonstratie van de ‘nachtelijke verstoring’ aan de kust ten noorden van Gaza-stad. Negentig Palestijnen raakten gewond. Ook een fotograaf van het Turkse persagentschap Anadolu News Agency raakte gewond.
De Palestijnen protesteerden tegen de Israëlische zeeblokkade die contacten met de buitenwereld onmogelijk maakt en de Palestijnse visserijbranche – een belangrijke bron van inkomsten en voeding – heeft verwoest.