Premier Netanyahu wil dat er internationale sancties komen tegen het Internationaal Strafhof. Dat is van plan onderzoek in te stellen naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden. ‘Puur antisemitisme’, volgens Netanyahu.
Wat onbezonnen uitspraken betreft zijn we door de Israëlische premier Benjamin Netanyahu al rijkelijk verwend, maar steeds weer blijkt hij in staat nieuwe grenzen te doorbreken. Ditmaal roept hij op tot internationale sancties tegen het Internationaal Strafhof, dat hij beschuldigt van ‘puur antisemitisme’.
Netanyahu deed zijn oproep in een interview met het christelijke Trinity Broadcasting Network, ‘s werelds grootste religieuze televisienetwerk. Hij riep de kijkers op in actie te komen en bij hun politici aan te dringen ‘op concrete acties, op sancties’ tegen het Strafhof. Niet alleen tegen het Hof als zodanig, maar ook tegen alle daar werkzame personen: ‘tegen de functionarissen, de aanklagers, iedereen’.
Hoofdaanklaagster Fatou Bensouda maakte vorige maand bekend een onderzoek te zullen instellen naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden, begaan in door Israël bezet gebied. Ze maakte één voorbehoud: ze wil zekerheid over de rechtsbevoegdheid van het Hof in het gebied en vroeg een speciale Kamer van het Hof daar binnen 120 dagen een juridisch oordeel over te vellen. Gisteren werd bekend dat die termijn om bureaucratische redenen mogelijk wordt overschreden, misschien zelfs met enkele maanden.
In het interview noemde Netanyahu het voornemen van Bensouda ‘een frontale aanval op de democratie’. Die aanval is volgens hem tweeledig: het is ‘zowel een aanval op het recht van democratieën om zich te verdedigen, als op het recht van het joodse volk om in zijn voorouderlijk thuisland te leven, het land Israël’.
Netanyahu’s woorden zijn even hoogdravend als onzinnig. Er is geen sprake van dat het Hof zich tegen een van de door hem genoemde punten richt. Dat weet de Israëlische premier ook wel. Zijn pijn zit ’m in het feit dat een van de potentiële oorlogsmisdaden die Bensouda wil onderzoeken de stichting van Israëlische kolonies (‘nederzettingen’) in bezet Palestijns gebied is.
De nederzettingen zijn onder internationaal recht illegaal, en het koloniseren van bezet gebied is in het oprichtingsverdrag van het Strafhof – het Statuut van Rome – gedefinieerd als een oorlogsmisdaad. Om te voorkomen dat de verantwoordelijke Israëli’s in het beklaagdenbankje van het Hof belanden kiest Netanyahu voor het gebruikelijke Israëlische recept: het verdacht maken van iedere oppositie tegen de kolonies. Zijn woorden zijn een frontale aanval op de internationale rechtsorde.
Even kenmerkend is dat Netanyahu daarbij gebruikmaakt van een van de meest weerzinwekkende beschuldigingen denkbaar: die van antisemitisme. Door de kolonisering af te schilderen als ‘het recht van het joodse volk om in zijn voorouderlijk thuisland te leven’, kan iedere kritiek op de nederzettingen als antisemitisme geframed worden. Vorige maand al beschuldigde Netanyahu het Strafhof en Bensouda openlijk van ‘puur antisemitisme’.
In feite is juist Netanyahu’s redenering antisemitisch. De kolonisering van Oost-Jeruzalem en de Westoever is niet het beleid van ‘het joodse volk’, maar van de staat Israël. Veel joden zijn juist scherp tegen de kolonisering gekant. Het is ook niet ‘het joodse volk’ dat rechten claimt op bezet gebied, maar diezelfde staat Israël. Het in de schoenen van ‘het joodse volk’ schuiven van beleid dat illegaal en zelfs een potientiële oorlogsmisdaad is, is een klassieke vorm van antisemitisme.
Vandaag gaat in Jeruzalem het Vijfde Wereld Holocaust Forum van start, in aanwezigheid van tientallen wereldleiders. Volgens de Israëlische pers zal Netanyahu de plechtigheden gebruiken om de aanwezigen aan te zetten tot sancties tegen het Strafhof. Om de illegale kolonisering van Palestijns gebied voort te kunnen zetten is in Israël anno 2020 zelfs het exploiteren van de Holocaust toegestaan.