Ruim tienduizend burgers tekenden onze petitie tegen militaire samenwerking met Israël. Deze week werd die door ons aan de Tweede Kamer aangeboden.
Op dinsdag 26 september overhandigde directeur Gerard Jonkman de petitie ‘Geen militaire samenwerking met Israël’ aan de Tweede Kamerleden Jasper van Dijk (SP), Tunahan Kuzu (DENK) en Peter Valstar (VVD). De petitie werd in april gestart en door ruim tienduizend Nederlanders getekend.
Bij de aanbieding benadrukte Jonkman dat het ondenkbaar hoort te zijn dat Nederland samenwerkt met een leger en wapenfabrikant die zich op institutionele schaal schuldig maken aan schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht. Samenwerking staat haaks op Nederlands verplichtingen onder internationale verdragen, het mensenrechtenbeleid en de Grondwet.
Jonkman merkte op dat de bestrijding van straffeloosheid een speerpunt vormt in het Nederlandse mensenrechtenbeleid. De nu in gang gezette militaire samenwerking met Israël is daarmee in strijd. En dat is niet voor het eerst. Zo herinnerde Jonkman aan de bloedbaden die het Israëlische leger in 2018 aanrichtte tijdens de Palestijnse demonstraties die in de Palestijnse Gazastrook plaatsvonden onder de noemer ‘Grote Mars van Terugkeer’. Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) stelde in mei van dat jaar een Nederlandse veroordeling van het Israëlische geweld op te schorten en eerst een Israëlisch onderzoek af te wachten, dat hij ‘na de zomer’ verwachtte. Vijf jaar later is nog geen spoor van dat onderzoek te bekennen en is veroordeling uitgebleven. De Israëlische straffeloosheid wordt zo door Nederland in stand gehouden.
In april van dit jaar werd bekend dat Nederland op het punt stond zijn wapenarsenaal fors uit te breiden. Aanleiding was de Russische invasie in Oekraïne die noodzaakte tot herziening van de defensiestrategie. In hoog tempo werden met name lange afstandswapens aangeschaft voor de marine, lucht- en landmacht. In die laatste categorie werd gekozen voor het zogeheten PULS-artilleriesysteem van de Israëlische fabrikant Elbit Systems. Om die deal mogelijk te maken werd met Israël een defensieverdrag gesloten dat de juridische grondslag levert voor de aanwezigheid van militairen op elkaars grondgebied.
In de maanden erna volgden we het dossier op de voet, resulterend in tien artikelen die onderstaand onder ‘Gerelateerde berichten’ te vinden zijn. Daarin beschreven we het gebrek aan debat waarmee het verdrag en de wapendeal door de Tweede Kamer werden geloodst. Cruciale vragen zijn niet gesteld, laat staan beantwoord. Vitale informatie bleek ondeugdelijk. Achter de schemen lijkt Nederland zich in te spannen om Elbit in te bedden in het Europese defensie-apparaat.
Intussen bereikten ons dagelijks nieuwe voorbeelden van de misdaden waaraan Nederlands verdragspartner zich schuldig maakt. In augustus omschreef een voormalige generaal het Israëlische leger als ‘door en door verrot’. En juist deze week publiceerde het Israëlische dagblad Haaretz een redactioneel commentaar onder de titel ‘Israel’s fingerprints are all over the ethnic cleansing of Nagorno-Karabakh’.
Ook andere media besteedden aandacht aan de militaire samenwerking. Eind juni publiceerde De Groene Amsterdammer een eigen onderzoek naar de wapendeal met Elbit. En ook in andere Europese landen liggen deals met Elbit onder vuur. In Denemarken ontwikkelt zich een schandaal nadat uitkwam dat de aankoop van Elbit-wapens op grond van leugens door het parlement werd gejaagd.
Die onthullingen komen bovenop een reeks aan schandalen waarbij Elbit in Nederland en daarbuiten betrokken is. Tot terughoudendheid van de Nederlandse regering heeft dat nooit geleid. Ook nu lijkt dat niet te gebeuren. De militaire samenwerking ligt ter goedkeuring in de Eerste Kamer, maar lijkt daar verzekerd van een meerderheid.